'Toen nu Jezus geboren was te Betlehem in Judea, in de dagen van koning Herodes, zie, wijzen uit het Oosten kwamen te Jeruzalem, en vroegen: Waar is de koning der Joden, die geboren is? Want wij hebben zijn ster in het Oosten gezien en wij zijn gekomen om Hem hulde te bewijzen.' (Matteüs 2:1-2)

Deze regels uit het evangelie roepen bij alle mensen die in de christelijke cultuur zijn opgegroeid schitterende beelden op van de Drie Koningen; Caspar, Balthasar en Melchior. Ze zijn gekroond en volgen met kostbare geschenken een ster. Na een lange reis vinden ze een pasgeboren kind in een kribbetje en leggen goud, mirre en wierook aan zijn voeten. Toch is in de bovenstaande tekst van Matteüs, de 'verslaggever' van Jezus leven, helemaal geen sprake van koningen. Het getal drie wordt niet genoemd en ook de geschenken zijn erbij verzonnen. De historici zijn het er nu over eens: de drie koningen vormen slechts een oude legende. Hun aanwezigheid bij de stal van Betlehem zou in de visie van de vroegste christenen de vervulling zijn van een in Psalm 71,10 vervatte profetie. Maar dat is wetenschappelijk gezien niet bewezen. Met andere woorden: de Drie Koningen hebben nooit bestaan.

Met een dergelijk ontluisterend verhaal kan ik na 2000 jaar christendom de vertrouwde gestalten van de drie koningen niet zomaar terzijde schuiven. Ik besluit een bezoek te brengen aan hun relieken, die al sinds 1164 in de Dom te Keulen *** worden vereerd. Hun drie kronen staan boven in het stadswapen van Keulen. Als ik ergens de waarheid moet vinden is het daar.

Keulen is veel dichterbij dan je denkt: vanuit station Utrecht brengt de trein je in twee uur bijna tot voor het hoofdportaal van de gotische kathedraal aan de Rijn. Maar onderweg zijn mijn gedachten nauwelijks bij de Drie Wijzen uit het Oosten. Steeds dwalen ze af naar mijn Keulse grootmoeder van moederskant. Ik heb haar nooit gekend. Ze stierf toen mijn moeder achttien jaar was en werd een foto in een ovale lijst op de radiokast.

omadorothea

Ze heette Dorothea Richardt en studeerde viool aan het conservatorium. Totdat ze verliefd werd op een handelaar in zuidvruchten die ze hals over kop volgde naar Amsterdam. Ze trouwde en kreeg tien kinderen. Haar viool werd voorgoed opgeborgen in een vioolkist en lag in mijn kindertijd bij ons in een rommelkast. Volgens mijn moeder heb ik mijn grootmoeders duimen geërfd; platte, brede klompduimen die ik het liefst in mijn vuisten verstop. In haar huis aan de Amsterdamse Westerdokstraat zong grootmoeder aan de piano: 'In Köln am Rhin bin ich geboren..' Mijn moeder - haar negende kind - vertelde dat ze nooit verder kwam dan die eerste regel omdat haar stem dan verstikt werd door tranen. 'En ging ze vaak terug naar Keulen?' vroeg ik. 'Nooit, ' was het treurige antwoord, 'daar had ze geen geld voor. En wie moest op al die kinderen passen? Mama heeft haar hele leven heimwee naar Keulen gehad.' Als het ruiterstandbeeld van Kaiser Wilhelm voorbij flitst en de trein de Rijnbrug van Keulen over dendert, stel ik me mijn grootmoeder voor, die deze reis alleen in haar droom kon maken.

De Keulse Dom, vlak naast het Hauptbahnhof, is een monument van verpletterende omvang en schoonheid die met zijn beide torens naar de hemel reikt. Wie naar binnen gaat voelt zich heel klein worden. Miljoenen pelgrims legden hier de laatste stappen af naar het doel van hun pelgrimstocht: de Drie Koningen-schrijn. Keulen was in de Middeleeuwen de Heilige Stad, Sacra Colonia. De vele romaanse kerken bezaten al relieken van tientallen druk bezochte heiligen Maar in 1164 verwierf de aartsbisschop van Keulen de allergrootste schat: de relieken van de Drie Koningen. Daarmee steeg de stad in aanzien en werd na Jeruzalem, Rome en Santiago de Compostela het belangrijkste pelgrimsoord der christenen. De Drie Koningen waren immers de eersten die de menswording van Christus aanschouwden en dus moest hun gebeente wel heil voor de ziel brengen.
Mijn man en ik lopen door het reusachtige schip van de kathedraal naar het hoogkoor. Onderweg geeft de schemering steeds meer schoonheid prijs: een afbeelding van de Drie Koningen in de 16de eeuwse gebrandschilderde ramen, een gebeeldhouwd kopje van een gekroond hoofd, een altaarstuk met een knielende koning in een hermelijnen mantel. De Keulse kunsthistoricus die ons begeleidt ontsluit het koperen hek dat het koor scheidt van de koorommegang. We betreden de heiligste plek: het altaar waar de gouden Driekoningen-schrijn in een glazen kist hoog staat opgesteld onder elektrisch licht.

driekoningenschrijn

De glans van de gouden figuren wordt verhevigd door edelstenen, bergkristal en antieke cameeën. De gestalten van de Driekoningen op de voorzijde van de basiliek-vormige schrijn zijn van puur goud en wegen volgens de informatie 5,6 kilo. Het pronkstuk werd in opdracht van Otto IV vervaardigd en daarom liet deze keizer zichzelf in het prominente gezelschap van de drie heiligen afbeelden. Op Dreikönigenabend, de vooravond van hun feestdag, zullen Keulse kinderen zich verkleden als kleine Caspars, Melchiorretjes en Balthasarretjes. Met gouden sterren op stokken gaan ze volgens traditie de straat op en zingen de eeuwenoude Driekoningenliedjes. Het geld dat ze van huis tot huis ophalen wordt de volgende dag verzameld. Honderden Drie Koninkjes- en Koninginnetjes met hun sterren verdringen zich dan om de gouden schrijn op het hoogkoor en schenken na de H. Mis het geld aan de Wijzen voor een Goed Doel. En 's avonds wordt er in de Keulse gezinnen nog Drei Könige Kuchen gegeten., waarin twee witte en een bruine boon zijn verstopt. Wie zo'n boon in zijn taart vindt mag bruine- of witte koning zijn en krijgt een goudpapieren kroon.

Ongevraagd heb ik een stukje verleden van mijn grootmoeder gevonden. Heeft ook zij door de nacht gelopen met een gouden ster op een stok? Mijn man brengt me met zijn nuchtere vraag terug naar ons onderwerp: 'Waar komen de beenderen in de reliekschrijn vandaan? En van wie zijn ze?' Onze gids vertelt de mooie legende: de Heilige Helena, moeder van de eerste christen-keizer Constantijn de Grote zou het gebeente van de Driekoningen aan het begin van de 4de eeuw vanuit Jeruzalem hebben overgebracht naar Constantinopel. In de 6de eeuw zijn ze naar Italië vervoerd waar ze in de San Eustorgio te Milaan werden geborgen. Toen die stad in handen viel van Frederik Barbarossa, schonk deze keizer de heilige krijgsbuit aan de aartsbisschop van Keulen, die hem op zijn veldtocht als raadsheer vergezelde. De laatste reis van de Driekoningen ging over de Alpen en de Rijn naar Santa Colonia. Alle kroniekschrijvers maken melding van de luister en eerbied waarmee de relieken werden omgeven en op 23 juli door het Driekoningenpoortje - dat nog altijd bestaat - de stad werden binnengebracht. Vijftig jaar werd er gewerkt aan de vervaardiging van een gouden reliekschrijn. Wat het wetenschappelijk onderzoek van het gebeente betreft: dat vond ruim honderd jaar geleden plaats. En wat bleek? De drie schedels behoren toe aan een jongeman van omstreeks vijftien jaar, aan een man van omstreeks dertig jaar en aan een grijsaard. Wat dat betreft sluiten de relieken dus mooi aan bij de oude legende: vertegenwoordigers van de drie levensfasen van de mens kwamen de pasgeboren Jezus eren. Ze kwamen uit alle toen bekende werelddelen: Europa, Azië en Afrika. De historische waarde mag dan zijn gesneuveld, in symbolische zin blijft het Driekoningenverhaal overeind.

Ik blijf lang in de Mariakapel voor het hemelse altaarstuk van Stephan Lochner uit 1451staan, waarop kleine engelen rondvliegen. In het midden troont een glimlachende Madonna die het Christuskind aan de vorstelijke kraamvisite toont. Op de zijvleugels van het altaarstuk treedt Sankt Ursula , patrones van de stad, met haar elfduizend maagden naar voren. Ze zijn op het stadswapen onder de drie kronen in de vorm van elf zwarte vlammetjes tegenwoordig. Ursula heeft in Keulen haar eigen heiligdom en je mag de stad niet verlaten zonder het bezocht te hebben. Als we de kapel verlaten kijk ik even om naar de Madonna. Ze glimlacht! Ik denk aan mijn grootmoeder, die ondanks haar zware bestaan ook altijd vrolijk was: 'Een echte Keulse, die zijn van nature vrolijk,' zei mijn moeder.

Keulen, dat een miljoen inwoners telt, wordt aan het eind van elk jaar overspoeld door toeristen die de vier grote kerstmarkten bezoeken (t/m 23 december). Maar de stad is vooral in trek om zijn vele musea, zoals het Ludwig/ Wallraf-Richartz Museum en het Römisch-Germanisch Museum. Keulen staat bovendien hoog aangeschreven bij de liefhebbers van antiquarische boeken. Met een folder in de hand trekken we de stad in en ontdekken in zijstraatjes en op pleinen welgevulde boekhandels. We staan urenlang op ladders en vinden op de hoogste planken onverwachtse schatten. Later bekijken we de boeken met stoffige vingers in een warme Konditorei bij appeltaarten, die van boven besneeuwd en knapperig zijn en in een poeltje warme vanillesaus drijven. Komt dat proeven! En er valt ook wat te ruiken in Keulen. Aangetrokken door een liefelijk klokkenspel bereiken we op de Offenbachplatz een neo-gotisch hoekpand dat een verrukkelijke bekende geur verspreidt. Het is dan ook huis Glockengasse 4711, waar het vermaarde Keulse reukwater of Eau de Cologne te koop is *. Het wordt naar een oud geheim recept samengesteld uit rozemarijn, lavendel en tal van etherische oliën en stroomt daar de hele dag uit een reukwaterfontein.

keulse Dom

Keulen werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd, waarbij alleen de Dom gespaard bleef. De oude monumenten zijn gerestaureerd of herbouwd, de Altstadt kreeg zijn kronkelstraatjes langs de Rijn terug. Maar de littekens blijven en ik bedenk dat het maar goed is dat mijn grootmoeder ver voor de oorlog overleed en niets van de vernietiging van haar geboortestad heeft geweten. Een café op de Alter Markt is de plek om sentimenteel te worden: daar serveren ze köstliche Weinsauerkraut waarbij een pianist oude Duitse wijsjes speelt. Als hij pauzeert barsten vijf antieke Klimperkasten uit in daverende deuntjes die aan alle tafeltjes worden meegezongen. Wat smaakt de Rijnwijn fris en vrolijk in deze donkere maanden! Maar de volgende morgen gaat het opstaan wel wat moeilijk. We willen Keulen niet verlaten zonder St. Ursula en haar elfduizend maagden ** te hebben bezocht. Door een sombere buurt achter het station wandelen we naar de romaanse kerk, waarin haar gebeente rust. Omdat de schatkamer is gesloten zoeken we naar een man met een sleutel, die na enig morrelen de deur van de schatkamer opent. Daar staan we als vastgenageld: de wanden zijn tot het plafond volgestapeld met beenderen. De schedels zijn versierd met mutsjes en bandjes van met parels bestikte goudgalon en zij. Tussen deze stoffelijke resten prijken de reliekhouders van Ursula's maagden: ze hebben lange, blonde lokken en een dekseltje in hun schedel waardoor de relieken zichtbaar zijn. Meisjes, meisjes en nog eens meisjes. Botjes en beenderen, tientallen, honderden, duizenden heilige botjes. Ooit voorwerpen van devotie, brengers van troost en genezing.

Als de trein over de Rijnbrug huiswaarts rijdt wordt het al donker en verschijnen sterren boven het water. Grote en kleine. Twee jaar geleden zorgde de komeet Hale-bop nog voor sensatie door vlak langs onze planeet te scheren. Die schitterende staartster ontroerde me toen; ik dacht aan de oneindigheid van het heelal en ook aan de Koningen uit het Oosten en de verborgen wijsheid van hun reisverhaal. De sterren, symbool van licht en hoop, gaan na 2000 jaar nog steeds hun eigen gang. Geen Wijzen uit het Oosten, Zuiden, Westen of Noorden hebben een verklaring op tafel kunnen leggen voor het mysterie waarin we ons met zijn allen bevinden: het leven met alles voor de geboorte en na de dood. Alleen de Middeleeuwse legenden gaven een even poëtisch als geruststellend antwoord. Wat is wijsheid? Weet mijn Keulse grootmoeder nu het antwoord? Ik kijk neer op mijn handen en vouw mijn platte duimen naar binnen.

* Echt Keuls Water

Het Keulse water werd al aan het begin van de 18de eeuw aan de man gebracht. Niet als reukwater maar als wonderbaarlijk geneesmiddel dat aanbevolen werd ter bestrijding van 'jicht, beroerte, hoestbuien en de pest'. Ja, als er een beschrijving van alle kwalen zou gemaakt worden, waarvoor dit water ongeëvenaard goed is zou men praktisch 'alle ziektes en zwakheden, waaraan het menselijk lichaam blootgesteld is,' kunnen noemen. Zo stond het op het etiket van het beroemde L'Eau Admirable of Keuls Water beschreven. Een halve eeuw later moest de fabrikant het product als geneesmiddel schrappen en werd het een 'gewoon' toiletwater. Maar de frisse geur beviel zo goed, dat iedereen het probeerde na te maken. De fabrikant heeft het recept echter tot op de dag van vandaag geheim weten te houden en de term 'Echt Keuls Water' of Eau de Cologne garandeert dat U het ware reukwater koopt. In de winkel zijn allerlei mooie producten met het 4711-logo te koop, van gastendoekjes tot rugzakjes.

** Heilige Ursula en haar elfduizend maagden

De legende van de Heilige Ursula, een beeldschone koningsdochter, ontstond in de 11de eeuw. Toen een heidense prins naar haar hand dong beloofde ze met hem te trouwen op twee voorwaarden: hij moest zich tot het christendom bekeren en zij verlangde toestemming om in het gezelschap van 11000 maagden een bedevaart naar Rome te maken. Dat gebeurde. Maar op de terugreis werd Ursula met haar maagden overvallen door een leger woeste hunnen die alle prinsessen doodden. Usula wordt in de kunst afgebeeld als een mooie, jonge vrouw in prachtige kleren die haar maagden onder de mantel bescherming biedt. In Keulen kom je Ursula vooral in het Walraf-Richartz-Museum in haar schoonste gedaante tegen. In ons land bezit het Catharijneconvent in Utrecht een mooi 16de eeuws Duits beeld van haar.

*** Keulse Dom

In Nederland is men trots op de 13de eeuwse toren van de Utrechtse Dom, die ruim 112 meter hoog is. Het ambitieuze Keulen besloot in die tijd een kathedraal te bouwen met niet een maar twee torens. Ze moesten de hoogste van alle kerken worden. Helaas vorderde het werk traag, het geld raakte op en in 1560 lagen de werkzaamheden stil. In de 19de eeuw dacht men er over de onvoltooide Dom maar eens af te breken. Dankzij de geestdrift van enkele bouwers werd de Dom in 1880 met zijn twee torens eindelijk voltooid. De noordertoren meet 157,38 m, de zuidelijke toren 157,31 m. Maar als ik met mijn hoofd in mijn nek tegen de pracht opkijk, is dit minieme hoogteverschil niet te zien.

****Romeinen in Keulen

In het jaar 38 voor Christus stichtten de Romeinen hun kolonie Colonia Claudia Ara Agrippinensium aan de Rijn. De stad kwam tot bloei en wie de resten van hun beschaving wil zien moet een bezoek brengen aan het vlak naast de Dom gelegen Römisch Germanisches Museum, dat een veelheid aan romeinse gebruiksvoorwerpen exposeert. Het mooiste vind ik het romeinse glas met zijn ijle vormen en tere tinten. Alleen al voor dit museum kan ik een reis naar Keulen aanbevelen.

 

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Petite Histoire (Nouveau januari 2000)