Een wilde roos in Domburg

In de zomer van 1889 arriveerde Elisabeth von Wied (1843-1916) in de Zeeuwse badplaats Domburg. Sinds de heilzame werking van het zeewater ontdekt was, had de bevolking van het ooit zo onaanzienlijke vissersdorpje al heel wat gekroonde hoofden ontvangen. De gasten ploeterden met reismanden en parasollen door het mulle zand en lieten zich per badkoets de zee in rijden voor een geneeskrachtige onderdompeling in het zilte nat. In de duinen verrezen luxe houten villa's, een Badhotel en een Badpaviljoen. Daar ritselde het op warme namiddagen van gesteven katoen en zorgden kanten waaiers voor wat koelte en beweging.

800px Villacarmensylva

De Roemeense vorstin Elisabeth, die onder de naam Carmen Sylva verzen, romans, Franse drama's en folkloristische werken publiceerde, spande onder hen de kroon. Ze was geheel in het wit gekleed. Op haar witte haren droeg zij steeds een witte kanten sluier, die dramatisch wapperde als zij 's avonds op de duinen over zee staarde. Soms zag men haar, omringd door bewonderaarsters, op een van de veranda's van haar villa aan zee liggen. Dan droeg zij voor uit haar laatste bundel Frauenmuth of schreef verzen, voor de bundel Meerlieder.

Elisabeth von Wied werd op 29 december 1843 in Neuwied geboren. Zij was de enige dochter van vorst Hermann von Wied en Marie von Nassau Weilburg. Op haar derde jaar kon ze goed lezen en schrijven. Al heel jong studeerde ze voor haar plezier meerdere vreemde talen. Ze ontwikkelde een hartstocht voor poëzie, muziek, schilderkunst en literatuur. Alleen dwaalde ze over de heuvels, door wijngaarden en wouden van Neuwied aan de Rijn. Men noemde haar 'de wilde roos van Wied'.

Toen ze als meisje aan het Berlijnse hof verbleef, wilde ze volgens haar gewoonte een brede trap afstormen. Maar ze struikelde en werd opgevangen door prins Karl von Hohenzollern Sigmaringen. De jonge luitenant in Pruisische dienst, die haar behoedde voor een beenbreuk of erger, zou haar niet vergeten.

Tien jaar later verscheen kroonprins Carol van Roemenië in het slot van Neuwied om de hand van Elisabeth te vragen. Hij was niemand anders dan Karl von Hohenzollern Sigmaringen, die in 1866 – na de vereniging van Walachije en Moldavië – door de Bismarck en Napoleon III was uitverkoren om de heerschappij over het nieuwe koninkrijk Roemenië op zich te nemen. Ondanks internationale tegenstand en wantrouwen was de plichtsgetrouwe en koele Karl naar Boekarest vertrokken, waar hij zijn naam wijzigde. Na de eerste moeilijke regeringsjaren besefte Carol dat hij in staat was de orde te handhaven en een sterke dynastie te vestigen. In 1881 zou hij door de bojaren tot koning worden verheven. Hij had alleen nog een gemalin nodig om hem troonopvolgers te schenken. En toen was Elisabeth in zijn herinnering opgedoken.

Aanvankelijk wilde ze niets van een huwelijk weten. Ze hield meer van haar vriendinnen dan van mannen. Maar in de adellijk kringen van de 19de eeuw hadden jonge vrouwen weinig of niets te vertellen. Dus trouwde ze in 1869 met Carol van Roemenië en voer per stoomboot over de Donau naar haar koninkrijk waar ze vijfenveertig jaar lang zou regeren. Ze werd met gejuich werd ontvangen. 'Onze taak is niet eenvoudig, ' schreef de koningin, 'wij komen niet uit een oud geslacht dat hier zijn wortels heeft en we moeten het moeilijkste veroveren dat op aarde bestaat: de gunst van het volk'.

De overactieve Elisabeth deed alles om haar taak goed te vervullen: ze leerde Roemeens, stichtte scholen, ziekenhuizen, kinderverblijven en een school waar de oude folkloristische borduur- en weefkunst werd beoefend. Een jaar na haar huwelijk baarde ze haar enig kind. Het was een dochtertje dat vier jaar later aan typhus bezweek.
Sindsdien vluchtte ze in haar poëzie, die in de tachtiger jaren in Duitsland, Frankrijk en Roemenië hogelijk werd gewaardeerd. Haar pseudoniem Carmen Sylva verklaarde ze als volgt: 'Carmen, de zang. Sylva, het woud. Het prachtige woud zingt zijn lied!'

CarmenSylva2

Onder de talloze bewonderaars van haar neoromantische verzen bevond zich keizerin Elisabeth van Oostenrijk, zelf een productief dichteres. De twee Dichterkoninginnen vonden elkaar in brieven en poëzie. Sissi maakte herhaaldelijk de reis van Wenen naar het jachtslot Pelesch in Transsylvanië, dat koning Carol I in 1873 had laten bouwen. Het telde honderdzestig kamers, die door Elisabeth in verschillende stijlen waren ingericht: van Duitse- en Italiaanse neorenaissance tot barok en van neogotiek tot Moors en Turks. Sissi beschreef in verzen hoe de koningin van Roemenië haar meenam naar de oever van de beek in het woud, om haar uit haar bundel Leidens Erdengang voor te dragen:

'Von Affecte hingerissen
Ist antik fast ihr Gebahren;
Aus den weissen Mahnenhaaren,
Hat den Kamm sie jetzt gerissen.
Diese flattern wild im Winde,
Um die konigliche Stirne...'

Aan het eind van het vers had Sisi zichzelf niet meer in de hand:

'...und ergriffen sinkt sie an der Freundin Busen.'

In 1884 bezocht Carmen Sylva het Weense hof. Prinses Valerie dochter van Sissi, schreef hoe de dichteres haar entree maakte in een grote bontjas met daaronder een nachtjaponachtig gewaad: 'Sie trug einen geschlossenen Hut und hatte einen Schleier, über dem sie ihren Nasenzwicker (knijpbrilletje) aufgezetst.'
Het hof bespotte de Roemeense koningin. Keizer Franz Josef klaagde, dat Carmen Sylva hem '.. die Nerven angegriffen hatte!'.

Sissi, die ongelukkig was in haar huwelijk, voelde zich nog sterker tot de dichteres aangetrokken. Ze hadden ook veel gemeen, zoals hun bewondering voor de Griekse dichteres Sappho en de dichter Heine. Ze beoefenden spiritisme en deelden dezelfde politieke mening: 'De republikeinse staatsvorm is de enig rationele', noteerde de Roemeense vorstin in haar dagboek 'ik snap niets van de domme volkeren, dat ze ons nog dulden.'Ook Sissi vond de monarchie een verachtelijke vertoning.
Toen Sissi in 1898 door een anarchist met een scherpgeslepen vijl in het hart was getroffen, besefte de moordenaar niet dat hij een vorstin had gedood, die politiek gezien dicht bij hem stond.

Carmen Sylva kreeg in Roemenië de koosnaam Moedertje. Ze maakte haar volk vertrouwd met de westerse hygiëne, opende kunstgalerijen en stichtte een schildersacademie.
Toen koning Carol I zich aan het hoofd van zijn troepen in een strijd tegen de Turken stortte, was de koningin in het veldhospitaal bij de gewonde soldaten te vinden. Herhaaldelijk werden alle inspanningen haar te veel; dan moest ze naar haar vaderland om te kuren.

In de zomer van 1889 werd dagelijks in het Domburgse heilzame zeewater ondergedompeld. Ze kon enige weken later vrijwel genezen naar Boekarest terugkeren. De verblufte burgemeester van het dorp werd bij haar vertrek verheven tot Ridder in de Orde van de Kroon van Roemenië en ontving ƒ 200 voor de armen. Koningin Elisabeth zou in 1916 te Boekarest overlijden. Een neef volgde Carol I op en over haar werd vrijwel niet meer gesproken.Alleen Domburg heeft koningin Elisabeth van Roemenië niet vergeten. De nostalgische villa waarin ze verbleef, kreeg na haar vertrek haar naam. Op de houten daklijst staat nog altijd haar naam te lezen Carmen Sylva.

Pas na de dood van de koningin van Roemenië werden er brieven gevonden die ze rond 1892 stuurde aan haar vriend, de schrijver Richard Voss. Ze bekent daarin dat ze dodelijk verliefd is op een van haar hofdames, een liefde die ze nooit kon uitspreken omdat homosexualiteit voor vrouwen in haar tijd eenvoudig werd ontkend[1].
Misschien heeft keizerin Sissi onbewust iets van de ware aard van Carmen Sylva begrepen: ze sloten samen een ceremonieel huwelijk met de zee. De keizerin van Oostenrijk ging daarin zo ver dat ze - tot ontzetting van de keizer - in Griekenland een ankertje in haar schouder liet tatoeëren als onuitwisbaar teken van haar liefde.
Carmen Sylva staarde in Domburg slechts over de grijze golven van de Noordzee, die als geliefde even onbereikbaar was als Sappho.

Copyright Thera Coppens

Bijgewerkte versie van een artikel dat eerder verscheen op de Achterkant van NRC Handelsblad 17 juni 1992

[1] Lees voor homosexualiteit onder kunstenaars en vorsten het boek van Bernd-Ulrich Hergemöller: Mann für Mann, Biographisches Lexicon, 2001

 OmslagSuzanne


 johanna en margaretha klein  

  OmslagSuzanne   

 OmslagSophie    

 omslaghortense

E OmslagSuzanneHistorisch Toerisme Bureau

* Hofjapon van Prinses Sophie * Bonaparte * Caesar aan de Amstel

 Tromplaan 7A 3742 AA Baarn E. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Go to top