Ooit was de plaats 'Thorhem' gewijd aan Thor, de dondergod der Germanen. Eeuwen later gingen de domproosten van Utrecht er op jacht. In 1920 deed de voormalige keizer Wilhelm II er zijn intrede. Doorn, dorp aan de Utrechtse heuvelrug, met als belangrijkste bezienswaardigheid: Huis Doorn dat rond de kerstdagen feestelijk is versierd.

huisdoorn

De Keizer in Doorn

In de met kunstschatten volgepropte vertrekken van Huis Doorn is het zomer en winter warm en huiselijk. Hoewel het huis een lange geschiedenis kent die rond 1300 begint, draait alles hier om zijn bekendste bewoner: de laatste keizer van het Duitse Rijk Wilhelm II (1859-1941) die wel 'de meest briljante mislukkeling uit de geschiedenis' is genoemd. Dat hij het was die de Eerste Wereldoorlog ontketende waardoor ca. 10 miljoen mensen omkwamen, bleef hij zijn leven lang fel ontkennen. Hij gaf liever de schuld aan de Britten.

In Duitsland dacht men er anders over. In 1918 moest de verbannen keizer vluchten en hij belandde in de vroege morgen van 10 november op een station in het neutrale Nederland. De toenmalige Koningin Wilhelmina had een grondige hekel aan Wilhelm II. Maar het asielrecht was haar heilig en dus mocht de keizer blijven. Ze heeft hem echter nooit willen ontmoeten.
Aanvankelijk vond hij onderdak op Kasteel Amerongen, waar hij zijn troonsafstand tekende. In 1920 verhuisde hij naar het opgeknapte kasteeltje in Doorn, dat hij voor ƒ500.000 had gekocht. Het 40 ha grote parkbos gaf bij de aankoop de doorslag. Vergeleken bij de pompeuze stadspaleizen in Berlijn en Potsdam is Huis Doorn een nietig onderkomen. Maar het werd in vorstelijke stijl gemeubileerd met een keuze uit de inboedel der voormalige keizerlijke paleizen. Er waren 59 wagons nodig voor het vervoer. Onder de kleinere stukken bevond zich Chinees, Japans en Duits porselein dat Wilhelms voorgangers sinds de 17de eeuw hadden verzameld. Juwelen, snuifdozen, Perzische tapijten, klokken, miniaturen, zilver- en glaswerk moesten het decor scheppen waarin de ex-keizer en -keizerin het hofleven konden spelen.

Zijn vleugeladjudant Von Ilsemann die een dagboek bijhield, noteerde hoe de ex-keizer twintig jaar lang bleef wachten om 'door het volk om vergiffenis gesmeekt' terug te keren naar zijn rijk. Maar Wilhelm overleed op 4 juni 1941 na tweeëntwintig jaar ballingschap op Huis Doorn. In 1945 nam de Nederlandse staat het huis met de hele inboedel van de failliete keizer als vijandelijk vermogen in beslag. Daarmee was ons land verrijkt met een kunstcollectie waarvan de omvang tot voor kort niet eens duidelijk was. Pas bij de restauratie in de jaren '90-'92 en het uitruimen van de zolders, kwamen alle voorwerpen aan het licht.

In ons land worden de termen 'slot', 'huis', 'kasteel', 'paleis' zonder enige logica toegepast. Zo is het statige, door een slotgracht omgeven Huis Doorn met zijn ronde hoektoren een van oorsprong middeleeuws jachtslot. De ex-keizer liet er in 1921 een poortgebouw in neo-renaissancestijl bij bouwen. In de linkervleugel daarvan is nu de Nederlandse Kastelen Stichting en de Stichting Kastelen Documentatie gevestigd, die informatie verstrekken over alle kastelen van ons land.

Wie naar Huis Doorn wandelt passeert een neogotische kapel, een unieke ronde duiventoren die op walvisribben steunt en de oranjerie. De bezoekers komen binnen in het onderhuis waar de keukenkast een schat aan majolica en porseleinen serviezen toont. In de eerste zaal op de bel-étage hangt een stamboom die inzicht geeft in de verwantschappen van het Huis Hohenzollern met alle Europese vorstenhuizen. Al sinds de 17de eeuw trouwden telgen uit het Huis Oranje met voorouders van de keizer. Daardoor komen we verschillende Oranjeportretten op onze tocht door Huis Doorn tegen. De moeder van keizer Wilhelm II was Vicky, de oudste dochter van Koningin Victoria van Engeland.

In de aangrenzende ronde zaal van de oude hoektoren is een deel van 's keizers uniformcollectie uitgestald. We zien het popperige Schotse uniform dat Victoria haar 4-jarige kleinzoon Wilhelm cadeau deed in 1863. De bevalling van Wilhelm was een drama geweest. Wonder boven wonder bleef het prinsje in leven. De ene zijde van zijn lichaam had echter onherstelbare schade geleden: de linkerarm was lam en te kort, het hoofdje helde naar links, hij leed aan doofheid aan het linkeroor. In de correspondentie van Vicky met de bezorgde grootmoeder in Windsor Castle kunnen we de even wrede als nutteloze medische behandelingen volgen, die de kroonprins moest ondergaan. Men liet hem een korset dragen met een stalen stang in de nek om het hoofd recht te houden, goot heet water in het dove oortje en probeerde door middel van electroshocks het verlamde armpje te activeren. Als we via de bediendenkamer naar de eetzaal gaan, vinden we op de rijkelijke gedekte tafel naast het bord van de ex-keizer nog een herinnering aan zijn handicap. Het is een in zilver uitgevoerd vorkje dat aan éen zijde een snijrand heeft zodat het ook als mes dienst doet. Aan de wand hangen portretten van de ex-keizer en van zijn eerste echtgenote Auguste Victoria, die éen jaar op Huis Doorn woonde toen ze -kort na de zelfmoord van de jongste van haar zes zonen- overleed. Wilhelm liet haar opbaren in haar slaapkamer, die na de begrafenis voor niemand meer toegankelijk was. Ook niet voor Hermine von Reuss met wie Wilhelm al een jar later hertrouwde. Het portret van deze nazi-gezinde weduwe, die in haar mémoires haar man afschildert als een held vol zelfopoffering, hangt tegenover dat van de ex-keizer. Het pronkstuk van de eetzaal vormt het uit vijfenvijftig verschillende delen bestaande 'Neuosier-Tafel-Service' uit 1888. Het werd in opdracht van de keizer in Berlijn vervaardigd bij de vermaarde Königliche Porzellan Manufactur (KPM). Het silhouet van de dekschalen is charmant met een knielend kindje als dekselknop. De aangrenzende Gobelinzaal was de ontvangstzaal: een bescheiden vertrek dat is voorzien van zeldzame kunstschatten. Ook hier komt de buitensporige liefde voor porselein, de 'Porzellankrankheit' of Chinamania, waaraan vele leden van het Pruisische vorstenhuis leden, tot uitdrukking. Sommigen waren bereid de schatkist van het rijk te plunderen voor de aanschaf van wondermooie stukken Chinees porselein. Tot de 18de eeuw bleef het recept van de porseleinaarde een geheim dat alleen de chinezen kenden. In 1709 ontdekte de Saksische alchimist Böttger echter de samenstelling van de grondstof. Toen kon in Meissen de eerste Europese porseleinfabriek worden gesticht, waar al gauw blank porselein van fabelachtige schoonheid werd gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn in de Gobelinzaal te zien: op de schoorsteen staan zes Meissen vazen waarvan de jongste in 1735 werd vervaardigd. In tegenstelling tot het 17de eeuwse, zuiver symmetrische Chinese porselein (Wuzai) dat hier op de commode staat, zijn de vazen uit Meissen a-symmetrisch versierd met speelse cupidootjes en bloemen. Het hoogtepunt van de porseleinverzameling hangt boven het hoofd van de bezoeker. Het is een porseleinen kroonluchter gedragen door een verguld bronzen armatuur gesigneerd door Pierre Geoffroy (ca. 1765).

porskroonluchter

De zaal dankt zijn naam aan de twee wandtapijten uit Beauvais, die in de tweede helft van de 18de eeuw in opdracht van koningin Marie Antoinnette werden geweven.
Gewoonlijk begaf Wilhelm zich na de maaltijd met zijn gasten naar de aangrenzende 'fumoir', waar hij de herinnering aan de door hem vereerde Frederik de Grote warm hield. In een vitrine ligt een deel van diens omvangrijke collectie porseleinen snuifdozen. We kunnen van hieruit een blik werpen in de Gele Salon waar klassieke stukken Wedgwood staan, het Engelse steengoed dat in de tweede helft van de 18de eeuw een belangrijke concurrent voor het Europese porselein vormde. Via de hal met portretten van Willem V en Wilhelmina van Pruisen door Tischbein komen we in de zilverkamer met zijn vermaarde collectie pronkzilver. Op de bovenverdieping betreden we het privé-domein van de ex-keizer en zijn gemalin. Interessant is zijn werkkamer in de ronde toren. Het paardezadel dat als bureaustoel diende staat er nog net zo als in juni 1940 toen hij op aandringen van Hermine aan Hitler een brief stuurde: 'Onder de geweldige indruk van de wapenstilstand met Frankrijk feliciteer ik U en het gehele Duitse leger met de door God geschonken geweldige overwinning...' Wilhelm was zo naïef te geloven, dat de machthebber van het Derde Rijk hem ooit zijn kroon zou teruggeven. In de sobere slaapkamer van het paar staat een geschenk dat koningin Wilhelmina de keizer op zijn 70ste verjaardag zond. Het is een monsterlijke schemerlamp met een in Delfts blauw beschilderde kwastjeskap waarmee Hare Majesteit wel een speciale bedoeling moet hebben gehad. Op de top van de porseleinkast in de woon - werkkamer van Hermine staat een kostbare verrassing, die elke ware porseleinliefhebber klamme handen bezorgt. Het is een porseleinen weidehop uit Meissen gemodelleerd door de grote meester Joachim Kändler (1736). De vogel, afkomstig uit het Neues Palais in Berlijn, zit met zijn parmantige kuif levensecht op een boomstronk die getooid is met bloemen en bladwerk. De 'Patent Water Flush Chamer' in de royale badkamer imponeert eveneens. De mooi geglazuurde toiletpot heeft dan ook de allure van een troon. Vanuit het venster van deze kamer hebben we een goed zicht op het mausoleum in de tuin waar de keizer in 1941 een laatste rustplaats vond. Uit een gouden schaal werd een schepje Duitse aarde op de kist gestrooid. Hitler en Goering stuurden nog een krans. De droom van een hersteld Duits keizerrijk hield daarmee op te bestaan.

www.huisdoorn.nl

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Vitrine, december 1994