Dicht bij de Eem verrees in de zeventiende eeuw een buitenplaats, die in de loop der historie zou uitgroeien tot Koninklijke residentie: Paleis Soestdijk. Elke zaal vertelt een stuk historie, elk plekje in de tuinen en op het bordes is vastgelegd op schilderijen, films en duizenden foto's. Er wordt gezegd dat 'alles' over Soestdijk nu wel beschreven is. Het tegendeel is waar: tijdens mijn onderzoek voor Sophie in Weimar. Een prinses van Oranje in Duitsland[i] vond ik in Duitse en Nederlandse archieven steeds meer onbekende brieven en memoires van de bewoners en hun gasten op Soestdijk. Ze beschrijven de zomers van de negentiende eeuw en werpen soms een nieuw licht op het 'Witte Huis in het Groen' dat door zijn luxe en comfort zelfs de meest verwende gasten overrompelden. Een Duitse hofdame, die de schittering van de keizerlijke paleizen in en om Berlijn kende, schreef na een feestdiner op Schlosz Sousdyk verbaasd en opgetogen: '..de tafel zag er prachtig uit, want hij was helemaal gedekt met gouden borden en gouden bestek.'

soestdijk19de

Ma chère Zoestdycke

Paleis Soestdijk ziet er twee eeuwen later bijna nog precies zo uit als in 1816 toen het als geschenk aan kroonprins Willem en zijn Russische bruid Anna Pavlovna werd verbouwd en vergroot tot zomerverblijf. Het paar liet ook een buitenplaats in het zuidelijk deel van het koninkrijk bouwen even onder Brussel: Paleis Tervueren. Maar ondanks de pracht van dat Belgische paleis bleef voor kroonprinses Anna ma chère Zoestdycke favoriet. Door zijn witte zijvleugels, de zuilengalerijen en het meubilair met tafels, kandelabers en pendules van malachiet, lapis lazuli en vuurverguld brons leek Soestdijk veel op het zomerverblijf Pavlovsk nabij Sint-Petersburg waarin Anna haar gelukkige jeugdjaren had doorgebracht. Anna kreeg snel na elkaar vier zonen: Willem, Alexander, Hendrik en Casimir. Toen het laatste prinsje aan hydrocefalie (waterhoofd) was gestorven, raakte ze meteen zwanger van haar vijfde en laatste kind: prinses Sophie. Kort na de geboorte vertrok prinses Anna voor herstel naar Bad Ems om er te kuren. Voor de zesde verjaardag van het tweede prinsje keerde ze terug naar Soestdijk en schreef naar de Russische gouvernante: ´Hier ben ik dan, ik ben aangekomen op deze geliefde plaats. Ik trof mijn hele gezin in goede gezondheid en mijn kleine meisje is tijdens mijn afwezigheid groot en dik geworden. Mijn drie jongens onthaalden me op de trap met in hun hand boeketten uit hun tuinen. (..) De volgende dag, de dag voor Alexanders verjaardag, gaven we hem 's avonds onze geschenken. De koning en de koningin (Willem I en zijn gemalin Wilhelmina TC.) zijn zo goed geweest hier te komen dineren op de verjaardag zelf en 's avonds was er vuurwerk aan de overzijde van de vijver. Alexander was verrukt.'

Speelboerderijtje

In het park van Soestdijk ligt in de wei schuin achter het chaletje van prinses Wilhelmina nog altijd een wit huisje. Dit was het speelboerderijtje van prinses Sophie. In 1833 mocht de negenjarige prinses met een schone metselaarssloof over haar witkanten zomerjurk onder belangstelling van het hof de eerste steen metselen: W.M.S.L. princes der Nederlanden 21 augustus 1833 staat er in gebeiteld. Toen het boerderijtje voorzien was van een rieten dak nam ze er 's zomers haar intrek en ging koeien, raspaarden, geiten, pluimvee en een ezeltje houden. Door een groot glazen raam kon ze vanuit de kleine, boerenwoonkamer met bedstede in de stal kijken en haar lakenvelder in de gaten houden.

speelboerderijtjesneeuw

Sophies broers waren niet geïnteresseerd in de boerenspelletjes van hun zus. Voor hen werden bij de buitenplaats witte jachthuisjes gebouwd, die er nog steeds staan. Prins Alexander kreeg op zijn zestiende verjaardag '..schitterende geschenken, waaronder een goede jachthond en geweldige dubbelloops geweren,[ii] ' schreef de oude hofpredikant Delprat aan zijn dochter, 'De jacht is dan ook hun grote passie; de omgeving van Soestdijk is daar heel geschikt voor en onder leiding van Dr. Everard, die een uitstekende schutter is, hebben ze alleen al in de maand augustus meer dan 300 watersnippen geschoten.'

Aan het einde van elke zomer kwam de Koninklijke familie enkele weken op Soestdijk bijeen. Maar voor het zover was zat prinses Sophie soms saaie, natte weken alleen op ce chèr Zoestdijk. Haar vader amuseerde zich bij zijn regimenten in Tilburg en haar moeder reisde elk jaar naar haar zuster groothertogin Maria Pavlovna in Weimar. Sophie schreef op 10 september aan de douairière van Wassenaer: 'Ik ben zo blij omdat mijn broers Willem en Alexander met de generaal en de hond hier komen..[iii]' 'De generaal' was de prins van Pruisen, echtgenoot van haar ongelukkige tante Marianne.[iv]

Zitta en Elsy op Soestdijk

Vanaf haar tiende jaar studeerde Sophie intensief talen, letterkunde,filosofie, geschiedenis en ze had een bijzondere belangstelling voor de natuur. Op Soestdijk deed ze kennis op van landschapsarchitectuur, bosbouw en veeteelt wat haar later als beheerster van uitgestrekte landerijen in Silezië van pas zou komen. Toen ze zeventien jaar was werd haar hand gevraagd door haar volle neef erfgroothertog Carl Alexander. In 1842 vertrok ze naar het groothertogelijk hof te Weimar waar ze tot haar dood zou resideren. Maar vrijwel elk jaar keerde ze terug naar haar vaderland en bezocht haar geliefde Soestdijk. Op 4 augustus meldden de Nederlandse kranten: 'H.M. de Koningin en Z.K.H. prins Alexander zijn gister namiddag ten 4 ure, van het lustslot Soestdijk teruggekeerd. Heden morgen verspreidde zich het heugelijke berigt, waarvan men spoedig de bevestiging heeft verkregen, dat H.K,H. Mevrouw de Erfgroothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, eenige dochter van HH.MM. den Koning en de Koningin der Nederlanden, op den 31 julij., des avonds ten 11 ure, voorspoedig bevallen is van een Prins. (..) Zoowel de Doorluchtige Kraamvrouw, als de Jonggeborene, bevinden zich, naar de laatste berigten, redelijk welvarende.' Na de geboorte van een erfprinsje, Carl August, bracht Sophie nog drie prinsesjes ter wereld van wie er een jong overleed. De prinsessen Marie (Zitta) en Elisabeth (Elsy) mochten 's zomers op haar boerderijtje bij Soestdijk gaan spelen, waar alles onder de hoede van de boerin vrouw Koele was gebleven zoals het was.

In de kleine kamer stond nog altijd 'een prachtig antiek kabinet, het spinnewiel waaraan de prinses in haar jeugd had gesponnen, het juk en de emmers waarmee ze boerinnetje had gespeeld.[v]' De boerin had er portretten opgehangen 'Van de prinses, haar Gemaal den groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach, en van hun zoon, den erfprins.'

Sophie wist niet dat vrouw Koele tijdens haar afwezigheid bezoekers in het boerderijtje rondleidde. Jacob, de zoon van de jachtopziener, onthulde in zijn Herinneringen: '.. als alles goed getoond was liet ze, als de fooi was meegevallen, als toegift den melkkelder zien en wees daar de plek, waar een prins, wiens naam ik hier niet noemen wil, haar eenmaal onverhoeds een kusje had gegeven.' De hartstochtelijke natuur van de latere koning Willem III kennende moet hij het wel geweest zijn die de boerin in de melkkelder omhelsde.

Groothertogin liet haar dochtertjes op en om paleis Soestdijk alle plekjes zien waar ze in haar kinderjaren had gespeeld. ' Eens, dat ik er met mijn moeder melk haalde, waren er twee aardige kinderen met hare gouvernante,' schreef Jacob, 'Het waren de prinsesjes Marie en Elisabeth, de beide dochtertjes van Prinses Sophie. Ze schenen zeer bloode en durfden ons nauwelijks een handje te geven. Ze zeiden niets dan: 'Dag! Dag!' wat ik heel vreemd vond, ofschoon ik zelf nog blooder was en in 't geheel niets zei.' De meisjes vergaten hun verlegenheid toen ze zijn hondje Philo ontdekten, '.. en nu draafden we alle vier rondom de bloemperken en hadden een pret van belang.'

De volgende morgen bracht een gezant van Soestdijk een verzoek over, dat Jacobs ouders hevig in verlegenheid bracht: 'Complimenten van de Koningin en of Jacob om twee uur op het boerderijtje wil komen om met de prinsesjes te spelen.' De jongen werd in zijn zondagse pak gestoken met een witte broek, zwarte hes afgezet met witte knoopjes en een liggend wit boordje met zijden dasje. Terwijl zijn moeder nerveus een zwart petje met leren klep op zijn hoofd drukte, prentte ze hem in vooral niet te vergeten, dat het prinsessen waren, die als prinsessen behandeld moesten worden. Zo ging de jongen met zijn hondje Philo op het afgesproken uur naar het boerderijtje. 'De prinsesje waren opgetogen over onze komst; de gouvernante liet ons aan ons lot over.' De jongen had de grootste moeite om de meisjes uit te leggen hoe je verstoppertje speelt, want ze kenden nog geen Hollands, '.. maar met de noodige gebaren en duwen erbij, gelukte het toch.' Ze speelden krijgertje en het gevoel van rangen en standen werd vergeten. Dat leidde tot de blunder van zijn leven: 'Eindelijk zouden we water pompen en de bloemen begieten. Maar eensklaps kregen zij een anderen inval. De eene hield Philo vast en de andere goot mijn lieveling doornat!' Jacob schreeuwde een paar keer dat ze op moesten houden:'.. maar ze hielden niet op en deden het nogmaals.' Toen verloor hij zijn zelfbeheersing en sloeg en schopte in het wilde weg op hen in. Later kon hij alleen zeggen dat hij 'het vuistrecht' had toegepast. Op het geschreeuw van de prinsessen kwamen de gouvernante en vrouw Koele aanhollen. Ze grepen Jacob elk woedend bij een arm en zetten hem buiten het hek.

Prinses Amalia en Prins Hendrik

Na de dood van hun vader koning Willem II in 1849 kocht de weduwe Anna Pavlovna de geliefde buitenplaats met de tuinen uit de nalatenschap aan. Na haar dood in 1865 waren het niet haar oudste zoon - koning Willem III en zijn gemalin koningin Sophie van Württemberg - die ze haar Paleis Soestdijk naliet maar haar jongste zoon: Prins Hendrik echtgenoot van prinses Amalia van Saksen Weimar Eisenach. Amalia kreeg tot haar verdriet geen kinderen maar ze maakte zich in de omgeving van Paleis Soestdijk geliefd door haar charitatieve werk. Het Amaliapark bij het station van Baarn werd naar haar vernoemd en in het hek van het park zijn nog hun vergulde initialen HA te zien. In Luxemburg, waar prins Hendrik groothertog was, werd er na haar dood zelfs een standbeeld van Amalia onthuld. De plechtigheid werd opgeluisterd door de aanwezigheid van haar schoonzuster Sophie uit Weimar bij. De befaamde auteur Friedrich Hebbel die eens bij groothertogin Sophie logeerde, beschreef het paar van Soestdijk in een brief aan zijn vrouw: 'De prinses is groot en slank, zeer bewegelijk, onstuimig bijna. Ze heeft een scherpe, guitige blik en spreekt zo snel alsof aan haar woorden geen gedachten vooraf gaan; de prins is ernstig en zwijgzaam, verlegen haast, maar heeft de uitstraling van een edele man, die hij ook moet zijn.[vi]' prins Hendrik was een loiefhebber van poëzie en las gedichten van Hebbel op Soestdijk. Hij stond zijn zuster Sophie toe daar 's zomers net als vroeger met haar gezin te verblijven.

Na de dood van prinses Amalia in 1872 trad prins Hendrik noodgedwongen in het huwelijk met de veel jongere prinses Maria van Pruisen, die op Soestdijk feestelijk werd ontvangen. Men hoopte dat ze nog een kind zou krijgen maar prins Hendrik zou vijf maanden later sterven (1879) Sophie en haar gemaal groothertog Carl Alexander waren bij het huwelijk in Potsdam aanwezig en hadden daarna enkele vakantieweken op Paleis Soestdijk doorgebracht. De groothertog wandelde daar graag over de slingerpaden en schreef aan zijn geliefde vriend Walther von Goethe op 16 september een lange brief, waarin hij 28 augustus, de geboortedag van diens beroemde grootvader Johann Wolfgang von Goethe memoreerde: 'Al wandelend en om mij heen ziende denk ik aan jou, en dat overkomt me ook tijdens het lezen, want Riemer[vii] over Goethe en de uitgave van de Perzische spreuken van Goethe en ook Goethes Gedichten, die je me ooit hebt geschonken en die me op al mijn reizen vergezellen, vormen mijn ochtendlectuur. Het is een groot genot om juist dit land te bekijken met een dergelijk spiritueel dieet.'

Voor het laatst op Soestdijk

Na de dood van zijn gemalin koningin Sophie van Württemberg (1877) besloot koning Willem III met zijn vierentwintigjarige nichtje Elsy te trouwen. Maar bij een verrassingsbezoek aan het groothertogelijk hof te Weimar wees de prinses haar oude oom resoluut af. Willem III trok zich er weinig van aan want hij had op Slot Arolsen al gauw een nog jongere kandidate gevonden: de twintigjarige prinses Emma van Waldeck Pyrmont. Het paar trouwde en kreeg in 1880 een dochtertje, prinses Wilhelmina. Groothertogin Sophie stond aan haar doopvont in de Haagse Willemskerk.

sophiezitta

Toen al haar broers en neven waren gestorven en ook koning Willem III was bijgezet in de grafkelder te Delft (1890), werd de tienjarige Wilhelmina koningin en haar tante Sophie kroonprinses der Nederlanden. Emma had een voorliefde voor Soestdijk, ze zou er zevenendertig zomers doorbrengen. Tante Sophie kwam er 's zomers op bezoek en gaf de beide koninginnen achter gesloten deuren politieke adviezen. Als ze niet bij elkaar waren, correspondeerden ze intensief. De groothertogin van Saksen Weimar Eisenach leidde tot op hoge leeftijd een druk leven. Thuis klaagde ze nooit maar ze vertrouwde Wilhelmina in een brief toe dat ze zeer vermoeid was. Daarom bracht ze elke zomer enkele weken in volstrekte afzondering door op eiland in de Oostzee: Helgoland. Maar ze vergat niet voor haar vertrek voor de elfde verjaardag van haar nicht een geschenk te sturen. Op 8 september antwoordde Wilhelmina vanuit Paleis Soestdijk in het Frans: 'Ik zal de broche met plezier dragen en ik ben trots op de familiejuwelen.' Sophie las in haar onderhoudende briefje: 'Ik ben blij dat het verblijf op Helgoland u goed heeft gedaan. Ik omhels u innig, lieve tante. Uw gehoorzame en toegenegen Wilhelmina.' [viii]

Wanda von Puttkamer

Een jaar voor haar plotselinge dood bracht groothertogin Sophie met haar gevolg nog een bezoek aan haar schoonzuster Emma en haar nichtje Wilhelmina op Paleis Soestdijk. Wanda von Puttkamer, haar jonge hofdame die nog nooit in Nederland was geweest zou haar begeleiden. Ze verheugde zich geweldig op de reis en heeft er in haar memoires Der Hof von Weimar unter Carl Alexander und Groszherzogin Sophie uitvoerig verslag van gedaan.

Aan het eind van de maand juli 1896 vertrok het groothertogelijk paar met een gevolg van achttien personen uit Weimar naar Soestdijk. Ook hun dochter prinses Marie (Zitta) met haar dochtertje Sophie Renate, prinses Elisabeth (Elsy) en haar man de hertog van Mecklenburg-Schwerin maakten deel uit van het gezelschap. Er waren enkele treinstellen afgehuurd om de vorstelijke personen met hun hofdames, adjudanten, kamerheren- en vrouwen met de koffers en valiezen te vervoeren. Het Duitse gezelschap reisde naar station Amersfoort. Daar stapte men over in het koninklijk salonrijtuig dat hen naar het kleine station van Baarn bracht. In de gerieflijke koninklijke wachtkamer rustte Sophie even uit. Toen liep ze over de rode loper naar het gereedstaande rijtuig op het stationsplein. Bij het vallen van de avond legden ze het laatste stuk van de reis af door de vertrouwde beukenlanen tot ze het witte buitenverblijf zagen liggen. De gaslampen bij het bordes waren al ontstoken. In het donker kreeg de hofdame nog geen goede indruk van haar omgeving maar ze schreef verrukt over de pracht van haar kamer, waarvan de deuren uitkwamen op een halfronde wandelgang. De koningin-regentes had glas laten zetten tussen de Dorische zuilen van de zijvleugels: '..deze was heel smaakvol en bovendien zeer behaaglijk ingericht.'

De volgende morgen was Von Puttkamer erschüttert door het Hollandse ontbijt, dat ze voor haar slanke lijn niet geschikt achtte. Ze somde in haar memoires alle lekkernijen op; van het zwarte krentenbrood, de kazen, het vlees, de haring tot het geurige wittebrood waarbij goudgele boter, warme en koude eieren werden opgediend in een zonnige eetzaal: 'We zijn in Weimar al erg verwend, maar hier leek alles nog veel kostbaarder en fraaier, en ik vond de prachtige omgeving van het paleis, het heerlijke milde klimaat en de properheid van het land verrukkelijk.'

De bijna zestienjarige Wilhelmina, die altijd onder het strenge toezicht van haar strenge moeder stond, had verlangend uitgezien naar het bezoek van haar Duitse familieleden: 'Zij had een zekere waardigheid en - voor haar jeugd - een heel mooie houding, waardoor men steeds kon merken dat ze welbewust werd opgevoed tot iemand, die over zelfbeheersing en representatieve kwaliteiten beschikte. Desondanks was ze heel natuurlijk en als ze zich ongedwongen met haar gasten kon onderhouden, toonde ze haar vrolijke en kinderlijke wezen.' schreef Von Puttkamer in haar memoires. [ix]

De hofdame constateerde verbaasd dat de jonge koningin er al een eigen maison militair op nahield, dat groothertogin Sophie bij haar komst op Soestdijk eer bewees: 'Het was een weldaad om te zien met hoeveel blijdschap ze in haar oude vaderland begroet werd. Lang na haar zware ziekte had ze nog rust nodig en de plechtige inwijding van het Goethe-Schillerarchief, dat ze zelf had ;laten bouwen om haar nalatenschap van Goethe in onder te brengen, met alle inspanningen van dien had veel van haar krachtig gevergd. Maar de vreugde over het weerzien met haar oude vaderland leek haar zeer veel goed te doen.'

Het deed de groothertogin plezier dat haar hofdame niet uitgesproken raakte over de schoonheid van het vlakke land, de klederdracht van de dorpsvrouwen in Baarn en Soest en de gladde klinkerwegen waar, naast de hoofdwegen, aparte fietspaden waren aangelegd. 'In het prachtige landschap zijn saaie bouwblokken met huurwoningen volstrekt uitgesloten,' stelde Von Puttkamer vast, 'Je ziet de ene villa na de ander.'

Voor het laatst op Soestdijk

Op een morgen maakten ze een wandeling door het beroemde park van Schlosz Sousdyk en stonden ze '...plotseling voor het monument dat werd opgericht voor de gevallenen van de Slag bij Waterloo.' Sophie las de in het steen gebeitelde naam van haar vader koning Willem II en was dankbaar dat zijn moedige daden van 1815 niet vergeten werden. Sophie logeerde in de vertrekken van haar overleden moeder Anna Pavlovna. Daar stonden de tafels met Russisch malachiet en de vazen van lapis lazuli nog op dezelfde plek. Wie net als zij op hoge leeftijd was gekomen, begaf zich naar het paleis om Sophie te groeten: 'Er drongen zich veel verplichtingen aan haar op, schreef Von Puttkamer, 'Oude jeugdvriendinnen en -vrienden, hoogwaardigheidsbekleders van het hof, vertegenwoordigers van de aanzienlijke families werden in audiëntie ontvangen. De koningin-regentes Emma was erg gesteld op de groothertogin. En groothertogin Sophie bewonderde de wijsheid en de bekwaamheid waarmee de koningin –regentes het bewind voerde.'

Von Puttkamer kreeg snel inzicht in de politieke situatie. In Nederland was men nog altijd op zijn hoede voor de militaire macht van het Duitse keizerrijk, dat Holland zou willen inlijven om over de monding van Vater Rhein te heersen.

Alle hoop was dus op de jonge koningin Wilhelmina gevestigd: 'Over het algemeen is Nederland nooit erg Duitsgezind geweest. Dat wist koningin Emma maar al te goed en daarom had ze erg haar best gedaan om voor honderd procent Hollandse te worden en haar dochter, als koningin, daartoe op te voeden. Koningin Wilhelmina heeft pas na haar zesde jaar Duits leren spreken.' Von Puttkamer merkte op dat Emma zielsveel van het land hield en doelbewust doorzette, dat men zich aan hof altijd van de Nederlandse taal bediende. Het gevolg was dat de koningin-regentes in eenvoudige kringen zeer geliefd was geworden.

De groothertogin, die vijfendertig jaar ouder was dan Emma en over veel levenservaring beschikte, vormde een grote steun voor haar. Ze waren gelijk in rang en de koningin-regentes kon haar, als het enig naaste familielid, volledig vertrouwen. Emma waagde het de problemen waarvoor ze zich geplaatst zag, met haar schoonzuster te delen.[x]

Voor Wilhelmina vormde haar tante Sophie een bron van verhalen. Ze vertelde graag over bewind van haar overgrootvader koning Willem I, over de heldenmoed van Willem II en ze haalde herinneringen op aan de kinderjaren van haar vader Willem III op Soestdijk. Ze toonde de kanonnetjes waarmee hij op de watervogels schoot. Ze was als een open geschiedenisboek voor de jonge koningin, die bij niemand anders terecht kon voor particuliere herinneringen aan haar koninklijke voorouders.

Sophie, Emma en Wilhelmina gebruikten alle maaltijden zo veel mogelijk met zijn drieën aan een tafel. Hun grote en elegante gevolg verenigde zich dan om de Marschalltafel: 'Overdag placht de jonge koningin, als ze daar de tijd voor had, haar tante, de groothertogin in een kleine ponywagen, die ze zelf mende, mee uit rijden te nemen. Ze bezochten dan de plaatsen waar de groothertogin als kind had gespeeld en de naaste omgeving van het paleis.'

Sophie reed met haar langs de oever van de grote vijver, waarop de brandganzen zwommen en de waterplanten hun geuren verspreidden alsof er geen mensenleeftijd verstreken was sinds ze hier als kind liep. Wilhelmina mende haar pony naar de rand van het parkbos. Hier kon ze Wilhelmina vertellen over haar broers, die in de witte jachthuisjes in de omgeving hun ruwe spelletjes speelden. Ze bereidde haar ook voor op haar belangrijke taak. Von Puttkamer observeerde Wilhelmina, die aandachtig naar de wijze woorden van haar tante luisterde: 'Haar uiterlijke verschijning was zo lieftallig en bekoorlijk als alleen een zestienjarige kan zijn. [..] Ze was nog heel eenvoudig gekapt en gekleed; in haar uiterlijke verschijning werd 'het jonge meisje' benadrukt en niet de koningin.'

De koningin-regentes liet zich 's zomers na de maaltijd in een open rijtuig door de omgeving van Soestdijk rondrijden. Sophie, Wilhelmina en de Duitse hofdame begeleidden haar nu: 'De jonge koningin was dan heel grappig, vrolijk en spraakzaam. Ze vond het heerlijk om het mooie landschap te kunnen tonen en wist er van alles over te vertellen. Wanneer men die meisjesachtige verschijning zo schertsend en vrolijk bezig hoorde [..] moest je oppassen om niet te vergeten dat deze jongedame een zeer intelligente koningin was, die Majesteit genoemd moest worden en die over alles een eigen oordeel over had.'

Op 2 augustus, de dag waarop koningin-regentes Emma haar achtendertigste verjaardag vierde, kwamen alle Duitse verwanten op Soestdijk bijeen om haar te feliciteren: 'Het werd gevierd met een groot diner; de tafel zag er prachtig uit, want hij was helemaal gedekt met gouden borden en gouden bestek,' schreef Von Puttkamer onder de indruk van de weelde: 'De jonge koningin ging staan en bracht een heildronk uit op de Regentes. Ze sloot haar officiële toespraak af met de woorden "Lang leve Hare Majesteit de Koningin-Regentes" en voegde er liefdevol aan toe "Mijn lieve Moeder!"

Het verblijf op Soestdijk duurde veertien dagen. Toen vertrok het hele gezelschap richting Den Haag, waar de groothertogin haar intrek nam in de buitenplaats Buitenrust, die ze van haar moeder had geërfd. Nooit zou ze op haar geliefde Paleis Soestdijk terugkeren. Op 23 maart 1897 maakte een hartaanval plotseling een einde aan het leven van de bijna drieënzeventigjarige vorstin.

In het park van Paleis Soestdijk vormt het witte boerderijtje een blijvende herinnering aan de kleine prinses, die als enige Oranje beroemd werd om haar grote culturele daden.

 

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Tijdschrift historische vereniging Tussen Vecht en Eem, in 2012, Het Jaar van de historische buitenplaats.

 

[i] Uit het boek Sophie in Weimar. Een prinses van Oranje in Duitsland (Uitgeverij Meulenhoff, 3de druk 2012) wordt in dit artikel geciteerd. Veel ongepubliceerde brieven uit het Thüringer Hauptstaatsarchiv in Weimar werden daarvoor geraadpleegd.

[ii] Souvenirs d 'un chaplain de la cour, recueillis de la correspondance de D. Delprat par sa petite-fille, 1902

[iii] Huis Archief Twickel 785/15 brief van 10 september 1836

[iv] Albrecht van Pruisen gemaal van Sophie's tante Marianne. Hij had eind juli met de koning een legerschouw bijgewoond in Tilburg

[v] J. Knoppers Herinneringen aan ons vorstenhuis, 1909. Het juk en de melkemmers waarover Jacob Knoppers, zoon van de jachtopziener schrijft, bevinden zich nog in het Koninklijk Huisarchief in Den Haag.

[vi] Friedrich Hebbel: Sämtliche Werke. Historisch-kritische Ausgabe. Hrsg. von Richard Maria Werner, 1906

[vii] Zie brief 468 in: Weimars Pflichten auf der Bühne der Vergangenheit. Der Briefwechsel zwischen groszherzog Carl Alexander und Walther von Goethe, 2010

De groothertog las op Soestijk van Friedrich Wilhelm Riemer Mitteilungen über Goethe. Aus mündlichen und schriftlichen, gedruckten und ungedruckten Quellen, 1841 2 delen

[viii] Koninklijk Huis Archief A 44 b – IV-3

[ix] Wanda von Puttkamer: Der Hof von Weimar unter Carl Alexander und Groszherzogin Sophie, 1932

[x] M.E. Verburg Prinses Sophie en de troonopvolging in Nederland in: Jaarboek Oranje-Nassau museum, 1993