Als je in de kamer komt waarin de schilder, schrijver of componist heeft gewerkt voel je de verlatenheid. De kunstenaar is al lang overleden maar haar of zijn spullen liggen er nog, precies zoals ze zijn achtergelaten. Ik loop naar het venster en ook het uitzicht bleef hetzelfde. Net als het kraken van een traptree, de koelte van een deurknop, de geluiden van de vogels op het dak. En dan opeens is het onbeschrijfbare er; een vage trilling, een veelzeggende leegte waardoor je je heel dicht verbonden weet met het verleden. Ik voel me als betoverd in die huizen; of het nu het kamertje op het Muiderslot is - waar P.C. Hooft zat te schrijven - of de sterfkamer van Alexander Poeshkin, in St. Petersburg.

Madame de Sévigné in Grignan

sevignee

Wie de brieven van Madame de Sévigné (1626-1696) heeft gelezen, blijft levenslang haar vriendin. Zo levendig, humoristisch, wijs en liefdevol klinken de woorden die ze meer dan drie eeuwen geleden aan haar dochter, Comtesse de Grignan, schreef. Meestal woonde de moeder in haar fraaie stadspaleis in de Marais te Parijs (waarin nu Musée Carnavalet is gevestigd) en de dochter belandde door haar huwelijk op Château de Grignan in de zuidelijke Drôme. Het is steeds een sensatie om een van de paleizen van de schrijfster te bezoeken. Van die in de Bourgogne werd zelfs een speciale folder met een Sévigné-route uitgegeven. Maar het mooiste is een bezoek aan het zonovergoten Grignan, waar Mme de Sévigné haar dochter - die door de Zonnekoning 'de mooiste vrouw van Frankrijk werd genoemd' - een paar keer kwam opzoeken. Haar standbeeld staat beneden op het dorpsplein en hoog in het grandioze kasteel kun je de kamers zien waar ze sliep. Dan is het, of ze met heel haar verbluffende persoonlijkheid naast je staat.

Betje Wolff in Midden-Beemster

In Nederland zijn helaas veel minder kunstenaarshuizen bewaard gebleven. Maar het huisje, in 'De pleaysante ende vreughdiege Beemster' waarin de 18de eeuwse schrijfster Betje Wolff (1738-1804) haar bekende brieven en ander literair werk schreef, vormt daarop een lieve uitzondering. 's Zomers is de uit 1665 daterende pastorie open voor bezoekers (Middenweg 178). Hier woonde Betje van 1759 tot 1777 met haar man, dominee Wolff. Je kunt door haar achtertuin wandelen en in haar boekenkamertje op zolder 'daar ik myn beste leeven verslyt' staat onder meer de tinnen inktpot, waar ze zo vaak haar pen in doopte.

betjewolff

Betzy Berg op Vlieland

Op het mooie Waddeneiland Vlieland ligt in de Dorpsstraat het oude Tromp's huis, waar de zeeschilderes Betzy Berg (1850-1922) in 1896 met haar man kwam wonen. Haar portret, geschilderd door haar vriendin Sientje Mesdag - Van Houten - de vrouw van Betzy's leermeester Willem Mesdag - hangt nog in het keurige opkamertje. Tot schrik van de dorpsbewoners trok de kunstenares er bij storm in een geolied regenpak op uit om aan het strand haar grote passie te schilderen: de hoog opschuimende zee. In het Tromp's huys hangen nog vele werken van Betzy Berg, w.o. een schilderij van de aankomst van koningin Wilhelmina op Vlieland (1916).

James Ensor in Oostende

De kunstenaar James Ensor, wiens bizarre schilderijen vol grijnzende maskers wereldberoemd werden, woonde en werkte van 1916 tot 1949 in Vlaanderenstraat 27 te Oostende. Wat mogen we deze gemeente dankbaar zijn dat ze het hele pand met het unieke interieur in tact heeft gelaten! Een bezoek aan dit huis werpt voorgoed een ander licht op zijn oeuvre. Je kunt er vrijwel alle merkwaardige snuisterijen - schelpen, maskers, opzette vissen, veren, linten - tegenkomen, die op zijn schilderijen zijn terug te vinden. Ze werden aan de badgasten verkocht in het ouderwetse winkelpand beneden. Boven schilderde Ensor zijn meesterwerken of pingelde op de piano, die er ook nog staat.

René Margritte in Brussel

Even beroemd is de grote surréalist René Margritte, wiens toverachtige werken alleen door de grootste musea ter wereld aangekocht kunnen worden. Het duurde lang voor de wereld zijn genie ontdekte. Margritte leefde van 1930 tot 1954 heel sober met zijn vrouw in een burgerhuis Rue Essegem 135 te Brussel en schilderde daar aan de keukentafel. Het woonhuis is toegankelijk voor publiek en het lijkt of Margritte zo de trap af kan komen om je te verwelkomen. De deur, de ramen, de lantaarnpaal, het hemelsblauw van zijn huiskamer alles is precies zo als het was, toen hij het op éen schilderij gelijktijdig dag en nacht liet zijn. Boven heb ik wel een uur gefascineerd gekeken naar de grote collectie tekeningen, prenten, gouaches etc. die het museum heeft weten te verzamelen.

Puccini in Torre del Lago

De voormalige woonhuizen van componisten worden over onze grenzen gekoesterd. In Wenen kun je op bezoek gaan bij Mozart, bij Beethoven (die tachtig keer verhuisde!) en de jonge Schubert (waar zijn beroemde brilletje nog ligt). In het Italiaanse Bergamo staat het huis van Donizetti waar bijna alle partituren liggen.

puccini

Maar de huizen van de componist Puccini zijn wel heel compleet bewaard gebleven; in het Toscaanse Lucca is zijn woon- en werkhuis ingericht als museum. Door de openstaande vensters klinken de hele dag de verrukkelijkste aria's uit Tosca, La Boheme en Tosca. In zijn buitenverblijf te Torre de Largo ligt zijn chique, door palmen omringde villa aan het meer. 's Zomers worden op een podium op het water zijn opera's uitgevoerd. In zijn werkkamer staat nog zijn piano, waar hij acht grote opera's op componeerde. Op de nadrukkelijke wens van de maistro werden zijn stoffelijke resten in de muur achter de piano ingemetseld. Ik ben niet de enige die daar kippenvel van krijgt.

 

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Nouveau