In 1647 verliet Pieter Corneliszoon Hooft het Muiderslot om de uitvaart bij te wonen van prins Frederik Hendrik, de Stadhouder die hij diep bewonderde. Nooit zou de bejaarde dichter zijn slot aan de monding van de Vecht terugzien. De aandoening van Hendriks lijkkaros te zien ten grave leyden.. vergde te veel van hem; hij overleed op 21 mei 1647 in Den Haag. Zo werden de prins en de dichter verenigd in de dood.

muiderslot2

Wie aan het Muiderslot denkt, ziet een zomers tafreel voor zich waarin de gasten van de Muiderkring zich op het gras van de boomgaard neervlijen om te genieten van de pruimenoogst. Maar het Muiderslot kent ook in de winter een eigen, verstilde schoonheid. In de prachtige historische kruidhof aan de overkant van de slotgracht slapen de kruiden in hun door altijd groene buxushagen omringde bedden. De berijpte haagbeuk, die wel verdort maar zijn bladeren niet laat vallen, vormt een loofgang van gedempte tinten. De oevers van de Vecht worden 's winters niet geplaagd door af- en aanvarende pleziervaartuigen; wie de wind trotseert kan over de wallen langs het water van het Ijsselmeer wandelen om het slot in wisselend perspectief te bewonderen.

De strakke harmonie van het bouwwerk met zijn vier hoektorens is opvallend. In tegenstelling tot veel andere middeleeuwse kastelen die zich in de loop der eeuwen vanuit een woontoren ontwikkelden, is het Muiderslot in opdracht van Floris V in de 13de eeuw volgens een Frans grondplan in éen keer opgetrokken. In de achtendertig jaren die Hooft hier doorbracht, werden de ruimten van het toen zo kille en donkere kasteel aangepast aan de wooneisen van een welgestelde familie in de 17de eeuw. Hooft liet de smalle raamopeningen in de dikke muren uitbreken, zodat het licht door de grote kruisvensters vrij naar binnen kan stromen. Het slot is sinds Hoofts tijd nauwelijks veranderd. In de 19de eeuw bestonden er nog serieuze plannen om de 'nutteloze' bakstenen kolos tot op de grondvesten te slopen. Een deel van de bevolking wendde zich wanhopig tot koning Willem I, die wist te voorkomen dat dit unieke stuk cultureel erfgoed verloren ging. Architect P.C. Cuypers kreeg opdracht het Hoge Huys te Muiden te restaureren. Hij voegde aan het Muiderslot o.m. het meest gefotografeerde object toe: de smeedijzeren waterputkeefie op de binnenplaats.

P.C. Hooft

Hoewel in de zeven eeuwen bewoning tientallen slotheren en -vrouwen zich gekoesterd hebben bij de vlammen van de reusachtige schouwen, is het toch de geest van Pieter Hooft die het huis beheerst. Dat is vooral te danken aan zijn poëzie, toneelwerken, historische geschriften en de vele brieven die hij ons heeft nagelaten. Ze scheppen een helder beeld van het leven van alledag op het slot en vormen een verhaal bij de collectie schilderijen, meubelen en gebruiksvoorwerpen. In de ridderzaal hangt een mooie copie van het bekende portret, dat Michiel van Mierevelt van de 48-jarige Hooft schilderde. Toen hij dit liet maken, had de slotvoogd al een leven met opvallende hoogte- en dieptepunten achter zich. Hij was in 1581 geboren als zoon van de rijke Amsterdamse koopman en burgemeester C.P. Hooft. Na een klassieke opvoedingsreis naar Italië en Frankrijk keerde hij terug in Amsterdam waar hij in een crisis belandde: tot teleurstelling van zijn vader toonde hij totaal geen gevoel voor de handel en zijn eerste liefde pleegde om nooit opgehelderde reden zelfmoord. Hooft vertrok naar Leiden om rechten te studeren en ontving in 1609 van prins Maurits een benoeming tot drost van Muiden en baljuw van Gooiland. Een jaar later huwde hij Christina van Erp. 's Zomers vertoefden zij op het Muiderslot en 's winters in hun huis aan de Keizersgracht. Ze kregen vier kinderen maar geen van hen overleefde de kleutertijd. Nadat de bedroefde vader in 1624 zijn laatste zoon had moeten begraven, wachtte hem een nieuwe slag: een maand later stierf zijn vrouw Christina. Pieter Hooft bleef alleen op het Muiderslot achter met geen andere troost dan zijn werk. De weduwe Heleonora Hellemans bracht echter nieuw leven in het verstilde slot. Ze werd Hoofts tweede echtgenote, schonk hem twee gezonde kinderen en ontpopte zich als een voorbeeldige gastvrouwe; bijna elke zomer trokken de dochters van Roemer Visscher, Anna en Maria Tesselschade, naar het slot aan de Vechtmonding. Vondel, Van Baerle, Huygens en Vossius gaven gehoor aan Hoofts uitnodiging 'Onze prujmeboomen te koomen verlichten'. De musicus Dirck Sweelinck en de zangeres Francisca Duarte brachten met spel en zang vrolijke klanken binnen de oude muren. Hier bereikte de literatuur van de Gouden Eeuw zijn hoogtepunt. Hooft was de spil en inspirator van het gezelschap. In zijn werkkamer, gelegen op de tweede verdieping van de ronde hoektoren, stond hij aan zijn lezenaar te schrijven. Sinds kort is dit vertrek -op speciaal verzoek- voor het publiek toegankelijk. Aan de wanden zijn portretten van Hoofts familie gehangen en van koning Hendrik IV van Frankrijk, de monarch aan wie de schrijver zijn historische werk 'Hendrik de Grote' wijdde. De Franse vorst vereerde de drost van Muiden met de verheffing tot Ridder in de Orde van St. Michel. Een copie van deze adelsbrief is in de ridderzaal tentoongesteld. Het orgineel ligt opgeborgen in de veilige archiefruimte van het slot. Wie een beeld wil krijgen van de Muiderkring kan de pas gerestaureerde kapel van het slot bezoeken, waarvan het blauwe tongewelf bezaaid is met gouden sterren. Hier is een collectie 19de eeuwse schilderijen te zien die een goed beeld geeft van de vermaarde gasten. Op het geïdealiseerde doek de 'Muiderkring' van J. M. Krüseman zien we hen geschaard om de dichter Vondel, die met een ganzenveer in de hand aandachtig naar een declamerende Tesselschade opkijkt.

Huiselijk Huis

In de woonvleugels van het slot herleeft de Gouden Eeuw; in de kersttijd (in verband met de verbouwing wordt in 2005 geen kerstfeest gevierd op het Muiderslot maar ga wel kijken op 30 of 31 december!) worden de zalen op historische wijze getooid met kransen en festoenen badend in een zee van kaarslicht. De met damast gedekte tafels zijn versierd met strooibloemen en fruit waarop gevulde roemers en smakelijke pasteien staan uitgestald. Het Muiderslot is opvallend veel keukenstukken rijk. Pronkstuk in dit genre vormt het schilderij van Joachim de Beuckelaer 'Christus in het huis van Martha en Maria' waarop bijna alles wat er op de markt aan groente, vlees en gevolgelte te koop was ligt uitgestald. In de kasteelkeuken met zijn geelkoperen haardstel, potten en pannen hangt 'Al van 't verken' met een levensechte varkenskop omringd door worsten, krabbetjes en karbonaden. De bezoekers kunnen zich in de keuken ook vergapen aan de curieuze 'Reuzenradijs' uit 1626. Het ding dat na Sint Jan was gezaaid, woog maar liefst zeveneneenhalve pond. Aan de anjer die ernaast ligt kun je zien, hoe enorm deze speling van de natuur was. Het meest bizarre stuk van het Muiderslot is 'De bakker van Eeklo', die zijn klanten van een beter hoofd voorzag, door het over te bakken. Terwijl hun hoofd in de oven zit, wachten ze met een kool op hun hals tot het klaar is. Dit schilderij zorgt altijd voor hilariteit onder de bezoekers. De feestelijke sfeer zet zich voort in de ridderzaal. Gerard van Honthorst, hofschilder van Frederik Hendrik en Amalia van Solms, schilderde het gloedvolle 'Concert champetre' waarop een fluitspelende herder door vier schaars geklede nimfen omringd wordt. Boven de deur van de z.g. prinsenkamer hangt een ruiterportret van Frederik Hendrik en diens broer Maurits door Pauwels van Hillegaert. De Friese schilder Wybrand de Geest maakte een verfijnd portret van Amalia, haar knappe gezicht omlijst door een weelde van gesteven kant.

Hooft schreef op het Muiderslot zijn monumentale prozawerk de 'Nederlandsche historiën'. Hij verhaalt in twintig boeken het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Door ooggetuigen te ondervragen wist hij bijvoorbeeld een huiveringwekkend relaas te schrijven over de executie van de moordenaar van Willem van Oranje op de Markt in Delft. Toen de schrijver in 1647 overleed, was hij met zijn historiewerk gevorderd tot het jaar 1587. De Vrede van Munster in 1648 (die in 1998 in minstens zeven steden uitvoerig zal worden herdacht), hebben Hooft en Frederik Hendrik niet meer mogen meemaken.

muiderkring

J.M. Kruseman: 'De Muiderkring' (1852).
V.l.n.r. Constantijn Huygens,Gerard Brederode, Dirck Sweelick, Anna Roemer Visscher, P.C. Hooft, J. van den Vondel, Pieter Roemer Visscher, Maria Tesselschade (draagt gedicht voor).

Twee leden van de Muiderkring, Vondel en Huygens, bereikten de hoge leeftijd van ruim negentig jaren. Zij konden terugzien op de mooie uren bij de gastvrije drost van Muiden. Diens slot heeft zich aan de monding van de Vecht weten te handhaven als monument voor historie en literair genot, die zich in de persoon van Pieter Hooft verenigden.

Zie voor alle inlichtingen: www.muiderslot.nl

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Vitrine dec 1997 - aangepaste versie: 2005