De Nederlandse Kastelen Stichting (NKZ) heeft het jaar 2005 uitgroepen tot Het Jaar van het Kasteel. Een gevarieerde opeenstapeling van oude bouwwerken doet er enthousiast aan mee: kastelen, paleizen, burchten, grachtenhuizen, donjons, ridderhofsteden, borgen, buitenplaatsen en hier en daar een slot.
Bij het zien van rijke interieurs of torens en transen kunnen we ons in het leven van vroegere bewoners verplaatsen. Zij zijn het die het kasteel zijn karakter gaven, die de toegangspoort met hun familiewapens sierden, die over een wenteltrapje of een statietrap naar boven liepen, die houtsnijwerk aan de schouw toevoegden, spiegels en kroonluchters ophingen en behaaglijke vensterbanken inbouwden.
Meestal waren het de kasteelvrouwen die hun stempel drukten op het interieur. Ze lieten levensverhalen na, die ons na eeuwen nog met verbazing of compassie vervullen. In de portrettengalerij vinden we hun portretten terug, het archief bewaart hun brieven en andere documenten. De inhoud is vaak ontroerend en herkenbaar, want op het gebied van de grote levensthema's - liefde en dood - verschillen we niet van de kasteelvrouwen van weleer.
Belle van Zuylen op Slot Zuylen
Dicht bij de stad Utrecht ligt aan de oever van de Vecht een slot met een prachtig interieur en een heerlijke tuin, bekend om zijn slangenmuur. Hoewel er sinds de middeleeuwen vele generaties adellijke geslachten hebben gewoond, is er toch één bewoonster met wie Slot Zuylen voor altijd verbonden is: Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken ofwel: Belle van Zuylen. Ze werd in 1740 op dit slot geboren en overleed - precies tweehonderd jaar geleden - in het Zwitserse Colombier. Daarom is 2005 ook uitgroepen tot Bellejaar en worden er vanaf half mei op Slot Zuylen speciale Belle-rondleidingen gehouden. Ze geniet als Mme de Charrière schrijfster van romans, muziek en pamfletten internationale vermaardheid. Maar het meest persoonlijke en frisse proza vormen haar meer dan 250 brieven die ze als jonge freule schreef aan haar geheime, gehuwde geliefde Constant d'Hermenches. Op Slot Zuylen lijkt deze belle esprit van de keuken tot de eetzaal nog aanwezig te zijn. De bezoekers komen ook in het literaire heiligdom: haar schrijfkamertje op de bovenverdieping waarin ze o.m. haar ironische roman De Edelman schreef, die in het hele land een schandaal veroorzaakte. Belle werd het slachtoffer van het tijdperk der Verlichting; ze slaagde er niet in verstand en rede met haar felle emoties in evenwicht te brengen. Ze sloot op haar eenendertigste jaar in de kapel van het slot een vreugdeloos huwelijk met de Zwitserse huisleraar Charles-Emmanuel de Charrière, dat vierendertig jaar zou duren. Als bejaarde dame dacht Belle vaak met heimwee terug aan haar jeugd op Slot Zuylen; aan de eetzaal met de strenge familieportretten, aan de salon met hun kostbare gobelins en aan de tuinen met uitzicht op een molen en een koe. Wie nu naar Slot Zuylen gaat vindt alles bijna in dezelfde staat terug. 'Als Belle van Zuylen zich door een kamer of over een geschreven bladzijde beweegt, gaat er, met haar, een licht voorbij,' schreef d'Hermenches over zijn onbereikbare, geniale geliefde. Dat licht blijkt na twee eeuwen nog niet gedoofd. www.slotzuylen.com
Maria van Reigersbergh op Slot Loevestein
Maria van Reigersbergh anoniem portret dat zich bevindt in het Stedelijk Museum Prinsenhof te Delft
Waar Maas en Waal samenvloeien ligt op een landtong het sombere Slot Loevestein. De Zeeuwse burgemeestersdochter Maria van Reigersbergh die hier in het jaar 1619 met haar kinderen over de ophaalbrug naar de poort liep, was bepaald geen gelukkige slotvrouw. Het grimmige Slot Loevestein dat uit de veertiende eeuw dateert, deed in de zeventiende eeuw dienst als staatsgevangenis. In een zwaar bewaakte, vierkante kamer met getraliede vensters zat Maria's geleerde echtgenoot Hugo de Groot opgesloten. Hij was als politieke gevangene tot levenslange gevangenschap veroordeeld door de rechters van prins Maurits. Dertien vergrendelde deuren scheidden hem van de buitenwereld. De Groot mocht wel boeken bestellen. In zijn kamer schreef hij o.m. zijn beroemde Inleiding tot de Hollandsche Rechtsgeleerdheid. Maria, die met haar kinderen vrijwillig zijn lot deelde, deed alles om hun bestaan dragelijk te maken. Maar na anderhalf jaar werd de situatie onhoudbaar en bedacht ze een list. Het ontsnappingsverhaal dat in maart 1621 plaatsvond, is een van de spannendste uit de vaderlandse geschiedenis. Maria's opzet slaagde: de gevangene werd in zijn benauwde boekenkist naar de overkant geroeid, stapte er in Gorinchem uit en vluchtte vermomd naar Antwerpen. Maria volgde hem met haar kinderen naar het buitenland. Ze waren echter gedoemd bannelingen te blijven. Maria van Reigersbergh deed tal van pogingen om het hart Hugo's vroegere vriend prins Frederik Hendrik, opvolger van Maurits, te vermurwen. Ze slaagde er niet in de ballingschap op te heffen. Haar man stierf onder bedroevende omstandigheden in 1645 te Rostock.Wie op Slot Loevestein de sobere kamer van 8 bij 9 meter betreedt, moet wel bewondering krijgen voor de moed en het doorzettingsvermogen van Maria van Reigersbergh, die haar echtgenoot boven alles liefhad. De brieven die ze aan haar allerliefste schreef, ontroeren na ruim viereneenhalve eeuw nog steeds.
www.slotloevestein.nl
Hélène Kröller – Müller op het Jachtslot Sint Hubertus
Hélène Kröller- Müller die jachtslot Sint-Hubertus liet bouwen op de Veluwe (collectie van het museum, Otterloo)
In het hart van een zesduizend hectare groot gebied met bossen, heidevelden, moerassen en zandverstuivingen - dat nu bekend staat als het Nationale Park de Hoge Veluwe - bouwde architect H.P. Berlage in opdracht van het schatrijke koopmansechtpaar Kröller-Müller tussen 1915 en 1920 een joyeus jachtslot. De kunstlievende Hélène beschreef het als: '..zoo mooi, zoo goed en zoo eerlijk als maar kan.' Volgens haar plan moest het later: '.. een museum zijn en behooren aan het algemeen.' Het leek een mal plan. Wie zou de lange tocht door die onherbergzame streek ondernemen om een paar schilderijen te bekijken?Het jachtslot Sint Hubertus, gelegen aan een riante karpervijver is een van de jongste kastelen van ons land. Het werd genoemd naar de roomse heilige van de jacht: Sint Hubertus. De binnen- en buitenmuren vormen een ode aan de baksteen: ruw, glad of in mooie tinten geglazuurd. Hélène, moeder van drie zonen, hield zich intensief bezig met het strakke interieur dat door Berlage volgens haar filosofische en religieuze ideeën werd uitgevoerd. Hélène liet de gedachte aan de mystieke gang van de mens door het duister naar het licht in alle vertrekken doorstralen. Het hert, attribuut van de heilige Hubertus, komt terug in de gewei-vormige plattegrond van het slot en zijn wonderbare verschijning wordt in glas-in-lood-ramen verhaald.
Hélène overleed in 1939. En tegen alle verwachtingen in is haar droom waar geworden; miljoenen bezoekers uit binnen- en buitenland komen jaarlijks naar de Hoge Veluwe om het jachtslot te zien en vooral om van haar kunstverzameling te genieten. De kern daarvan wordt gevormd door een aankoop uit 1909 van uitgebloeide zonnebloemen door de toen nog onbekende Vincent van Gogh. Dit werk en andere doeken van de meester zijn thans ondergebracht in het nabije naar Hélène en haar man vernoemde Kröller-Müller Museum.
www.hogeveluwe.nl
Twee borgvrouwen: Josina Manninga op Menkemaborg en Anna van Ewsum op Borg Nienoord
Josina Manninga bewoonster van Menkemaborg in Uithuizen, geschilderd door een onbekend meester.
Het Groninger land was in de middeleeuwen getooid met tal van stenen huizen of borgen. Ze werden in de 17de en 18de eeuw veelal verbouwd tot luxe buitenplaatsen, waarin rijke stedelingen zich 's zomers in de rust en het groen kwamen verpozen. Veel borgen zijn in de loop der eeuwen gesloopt. Maar bij Uithuizen ligt de Menkemaborg er in perfecte staat bij. In de eetzaal met zijn mooi gedekte tafel, hangt een prachtig portret van een rijk uitgedoste dame met kant, zijde en veel sieraden. Het is Josina Manninga die met haar man de borg in de zeventiende eeuw tot zijn huidige staat liet verbouwen. We kunnen door de deftig marmeren gang naar haar keuken lopen om het glanzend koperwerk en de tinnen potten en pannen te bewonderen. We dwalen, met de pauwen, door de schitterende tuinen met hun geschoren vormhagen, unieke zonnewijzer van plantenmateriaal, moestuin, boomgaard en labyrint. Terecht kreeg Menkemaborg twee sterren in de Michelin- reisgids en lokt daarmee tal van buitenlandse toeristen naar het noorden.
Anna van Ewsum was in de zeventiende eeuw borgvrouwe van Nienoord. Helaas onderging haar oude huis een wreed lot: het werd door brand verwoest. In 1865 is op dezelfde plek in de slotgracht een tweede Nienoord gebouwd met een nostalgische charme. De grote schelpengrot in het tuinpaviljoen bleef gespaard. Nienoord is nu vooral geliefd om zijn rijtuigenmuseum. De gestalte van Anna van Ewsum blijft echter voor altijd met het huis verbonden; wie over de mooie bomenlaan in ca 30 minuten van Nienoord naar het nabije Midwolde wandelt (per paardenkoets 15 minuten), vindt daar een aandoenlijk, romaans kerkje uit de 12de eeuw. Binnen worden we verrast door Anna's pompeuze, marmeren grafmonument dat door niemand minder dan Rombout Verhulst werd gebeeldhouwd. De kunstenaar heeft de borgvrouwe van Nienoord vereeuwigd tussen haar beide echtgenoten in: de ene ligt naast haar en de andere staat erbij. Anna zelf ligt als marmeren schoonheid, leunend op haar elleboog de bezoekers dromerig aan te kijken. www.menkemaborg.nl en www.rijtuigmuseum.nl
Mary Stuart op Paleis Het Loo
Paleis Het Loo bij Apeldoorn is sinds de 17de eeuw door tal van Oranjes bewoond. Maar geen van hen heeft er zoveel tastbare herinneringen nagelaten als de eerste bewoonster: de Engelse koningsdochter Mary Stuart prinses van Oranje Nassau. Ze werd op 15-jarige leeftijd uitgehuwelijkt aan onze stadhouder Willem III.
Huilend verliet ze haar geliefde Engeland met zijn trotse paleizen en kastelen. Ze zeilde de Noordzee over naar Holland, waar ze aanvankelijk niets dan heimwee voelde. Maar dat veranderde spoedig: haar echtgenoot bleek niet zo'n monster als ze verwachtte en de Haagse paleizen waren weliswaar krap maar heel gerieflijk en intiem. Het jachthuis aan de dijk naar Soest – het huidige Paleis Soestdijk - beviel haar bijzonder. Totdat Willem III op de Veluwe een gloednieuw jachtslot met vorstelijke allure liet bouwen: Paleis Het Loo. Mary was verrukt van haar eigen tuin met zijn schaduwrijke berceau. In het souterrain van Het Loo vinden we haar schelpengrot, verfraaid met glanzende exotische schelpen en mineralen. Op warme zomerdagen zocht ze hier met haar hofdames verkoeling en dronk er thee uit Chinees porseleinen kopjes. Hier bevindt zich ook de met Delfts blauw betegelde confiturenkelder, speciaal gemaakt om de prinses de gelegenheid te verschaffen home made jam te maken van al het heerlijke fruit dat in haar boomgaard rijpte. Op de bovenverdieping van het paleis liggen Mary´s privé vertrekken met de vorstelijk ingerichte slaapkamer, het spiegelkabinet waarin haar verzameling Chinees porselein (Mary leed aan chinamania) werd uitgestald en haar garderobekamer. Buiten kunnen we wandelen in haar uitgestrekte baroktuinen met vergulde fonteinbeelden en cascades. Geen wonder dat Mary Stuart huilde toen ze in 1689 naar Engeland moest vertrekken om daar tot koningin te worden gekroond. Ze zou haar geliefde Paleis Het Loo nooit meer terugzien en stierf vol heimwee naar Het Loo. www.paleishetloo.nl
Ons land telt in elke provincie vele andere kastelen die voor publiek toegankelijk zijn. Om te voorkomen dat u voor een gesloten hek komt te staan moet u van tevoren altijd even de website raadplegen voor de openingstijden.
Copyright Thera Coppens
Verschenen in: Nouveau, mei 2005