De Engelse koningin Elizabeth II bewaart in haar archief een aantal schetsboeken van haar beroemde voorgangster: Koningin Victoria (1819-1901). Ondanks haar zeer drukke bestaan tekende, schilderde en etste Victoria haar leven lang. Ze was geen groot kunstenares maar ze benaderde haar onderwerpen met spontaniteit en liefde. Vooral de tekeningen en aquarellen van haar negen kinderen hebben daardoor een levendigheid en kracht, die niemand onberoerd kan laten.
Wie de tekening ziet van de kleine prinses Alice, die aan de hand van haar nurse door de tuinen van Buckingham Palace drentelt, of de aandoenlijke aquarel van prins Arthur in een rood plooirokje, krijgt de indruk dat Victoria dweepte met het moederschap en haar kinderen met tederheid overstelpte.
Niets is minder waar. Victoria beschouwde zwangerschap, bevalling en het zogen van babies als de ellendigste taken van een vrouw. Toen haar oudste dochter Vicky in 1858 vol vreugde meldde dat ze haar eerste kind verwachtte, reageerde Victoria geschrokken op dit horrid news (afschuwelijke nieuws). Op 15 juni schreef Victoria haar: 'Wat jij zegt over de trots om het leven te mogen schenken aan een onsterfelijke ziel is heel fraai, liefje, maar ik ben het er niet mee eens; ik vind ons op zulke ogenblikken net een koe of een hond, zo vreselijk beestachtig en onesthetisch.'
Victoria had in alle opzichten een onnatuurlijke jeugd. Het strakke keurslijf van de hofetiketten in het Londense Kensington Palace verboden haar ook maar éen moment alleen te zijn. Ze sliep tot de dag van haar kroning op de kamer van haar koele moeder, de hertogin van Kent. Altijd was de prinses omringd door een kleine groep van volwassenen. Men waakte er over, dat ze niets ongeoorloofds deed. Victoria's vader was overleden toen ze nog geen acht maanden oud was. Haar moeder vond liefkozingen onbetamelijk. Zo groeide Victoria op tot een preuts meisje, dat net zo Victoriaans was als het tijdperk waaraan ze haar naam verleende. De kroonprinses had wel honderdtweeëndertig poppen. Maar het waren bepaald geen knuffelpoppen want ze was geen poppenmoedertje. De poppen, miniatuur volwassenen, werden gekleed als historische figuren of acteurs en actrices, die ze in het theater zag optreden. Uit haar vroegste tekeningen blijkt hoezeer Victoria als kind kon genieten van toneel, opera en ballet. Wat er op het podium gebeurde nam ze scherp in zich op om alles thuis vast te leggen in haar schetsboek.
Geen detail ontsnapte aan haar nieuwsgierige blik: ze tekende de bevallige Marie Taglioni, de eerste ballerina die op spitzen danste en noteerde in haar dagboek: 'She positively almost flew (Het was echt of ze vloog). Ze schetste de rijk geklede Turkse sultan Mahomet uit Rossini's opera, ze schilderde Otello, Norma, De barbier van Sevilla.. alle helden en heldinnen belandden in felle kleuren op papier. En al waren de tekeningen technisch niet perfect, Victoria wist trefzeker de dramatische gebaren vast te leggen. Als haar tekenleraar Richard A. Westall kwam, begroette ze hem opgetogen. Westall had het niet breed. Hij weigerde echter een honorarium aan te nemen van zijn vorstelijke pupil. Haar enthousiasme vormde de meest welkome beloning. Westall leerde haar door een fijne, of zwaardere lijnvoering de accenten in haar werk te verleggen. Maar de anatomie zou ze nooit goed onder de knie krijgen. Handen blijven meestal houterig, armen lijken soms niet bij de romp te horen. Statisch zijn haar tekeningen echter nooit, daarvoor was Victoria veel te spontaan. Ze kon gefascineerd naar haar personages kijken en in enkele, snelle lijnen een expressieve blik of een karakteristieke vorm vereeuwigen. Op het punt van levendigheid zou haar leermeester, die weinig verrassende taferelen heeft nagelaten, nog iets van zijn leerlinge kunnen opsteken.
Portret keizer Napoleon III jongste zoon van Hortense door koningin Victoria getekend in 1855
Toen Victoria's oom, koning William IV, in 1837 op Windsor Castle stierf, was de kroonprinses net achttien jaar geworden. Ook haar kroningsplechtigheid tekende en schilderde ze, alsof het een theaterstuk betrof waarin ze zelf de hoofdrol speelde. Op 28 juni 1838 trok ze in een verguld statierijtuig van Buckingham Palace naar Westminster Abbey. Ze droeg een karmozijnrode, fluwelen japon afgezet met hermelijn en goudkant. Voordat de aartsbisschop van Canterbury de zware kroon op haar hoofd zette, verzonk ze in gebed. Dit ogenblik legde ze in een snelle schets vast; opvallend is de kwetsbare lijn van haar hals en schouders. Daarop zou voortaan een zware taak rusten.
Victoria wist niet dat ze de langst regerende vorst van het Verenigd Koninkrijk zou worden. Bijna vierenzestig roerige jaren lang droeg ze haar kroon. In die eerste jaren was de 58-jarige prime minister Lord Melbourne haar grote leidsman. Tijdens de kroningsplechtigheid slaagde hij er bijna niet in het loodzware Rijkszwaard rechtop te torsen, wat bij sommigen op de lachspieren werkte. Victoria bracht het 'gewichtige' moment echter zonder een zweem van humor in beeld. Het koningschap was haar heilig en elke grap in dit kader ongepast. Toen ze als 10-jarige had begrepen dat ze uitverkoren was om de toekomstige koningin van Groot-Brittannië te worden zei ze met overtuiging: 'Ik wil goed zijn!' En aan die belofte heeft ze zich tot haar dood toe gehouden.
In de eerste twee regeringsjaren genoot Victoria van haar zelfstandigheid. William IV had zijn nichtje nog willen uithuwelijken aan prins Alexander, zoon van de Nederlandse koning Willem van Oranje Nassau. Victoria was echter niet van plan voorlopig te trouwen. Haar moeder en haar oom Leopold dachten er anders over. Ze stuurden Victoria's Duitse neven, de prinsen Ernest en Albert van Saksen - Coburg - Gotha, naar het Londense hof. En wat ze hoopten gebeurde: de 20-jarige koningin werd op slag verliefd op de even oude prins Albert. Binnen een week deelde ze hem mede, dat ze besloten had met hem te trouwen. Het jonge paar trad op 10 februari 1840 in de kapel van St. James in het huwelijk. Victoria was zo gefascineerd door de schoonheid van haar bruidegom, dat ze hem bijna niet durfde te tekenen. Ze dweepte met '..zijn mooie blauwe ogen, zijn welgevormde neus, zijn aardige mond met de delicate snor en de smalle, fijne bakkebaarden: een prachtige gestalte, breed in de schouders en een fraai middel.' Uiteindelijk slaagde ze er toch in een aquarel van hem te maken.
Ze schilderde ook een copie van een medaillon dat de portrettist William Ross van Albert had geschilderd. Albert, de Prince Consort, was gelukkig niet alleen uiterlijk mooi. Hij was een man met karakter, intelligent en daadkrachtig. Albert bracht alle dingen in Victoria's leven, die ze tot op dat ogenblik zo gemist had. Hij overlaadde haar met liefkozingen. Hij speelde piano als ze op de bank lag. Hij vertelde haar over de schilderkunst, las Duitse romantische poëzie voor. Hij installeerde een etspers en ze zette zich samen aan de met was bedekte platen. Spoedig etste Victoria naar Italiaans voorbeeld haar eerste portret. De jonge koningin, die nooit iets half kon doen, was volmaakt gelukkig. Vooral op de hoogte- en dieptepunten van haar leven had ze behoefte elk moment vast te leggen. Niet alleen in tekeningen, schilderijen en etsen maar vooral in dagboeken, brieven, aantekeningen. Haar oeuvre heeft een onvoorstelbare omvang. Uitgerekend is, dat ze 60 miljoen woorden schreef. Omgezet in de omvang van een gemiddelde roman komt dat neer op 600 boeken!
In het jaar van Victoria's troonbestijging waren in Engeland de vroegste daguerrotypes gemaakt. De nieuwe uitvinding kon rekenen op de support van het koninklijk paar. Victoria en Albert stimuleerden o.m. Roger Fenton, die als eerste oorlogsfotograaf zijn beroemde opnamen van de Krim-oorlog maakte. De koningin liet bij haar dood honderddertien fotoalbums na met in totaal honderdduizend zelf ingeplakte foto's. Maar hoe groot de gelijkenis op een foto ook mag zijn, een portrettekening is altijd persoonlijker en sterker. Elke schets bewaart een heel scala aan emoties. Iedereen die wel eens getekend heeft weet, dat bij het zien van oud werk allerlei herinneringen boven komen. Niet alleen het beeld van de geportretteerde herleeft maar ook de dingen daar omheen; de geuren, de geluiden, het weer en de locatie. Voor Victoria's kindertekeningen geldt dat heel sterk. Zelfs een buitenstaander kan meevoelen met de jonge koningin, die bij het zien van haar eerste dochtertje in de royal nursery vanzelf naar haar tekenpen greep. Het mollige lijfje van de Princes Royal in haar wijde nachtponnetje, het gespetter in het grote badkuip en het ogenblik waarop de nurse de peuter in een badhanddoek wikkelt zijn met zoveel liefde weergegeven, dat het is of je de zachte, geurige babyhuid kunt ruiken.
Toch was Victoria allesbehalve blij toen haar eerste kind zich aankondigde. Acht maanden lang had de koningin maar half kunnen regeren. Veel pleziertjes gingen haar neus voorbij. Ze voelde zich ziek, zwak, misselijk. De bevalling was een langurige kwelling. Toen haar oom Leopold zijn nicht feliciteerde met de geboorte van haar dochter Vicky schreef de koningin bits terug, dat ze er niet naar verlangde moeder te worden van een groot gezin. Maar op 9 november 1841, nog geen jaar na haar eerste bevalling, kwam haar tweede kind al ter wereld. Tot grote vreugde van het hele Britse volk was het een kroonprins, die de namen Albert Edward ontving en in de familiekring Bertie werd genoemd. De koningin verlangde naar wat rust. Er waren twee mislukte moordanslagen op haar gepleegd, de politiek eiste haar op en ze wilde zich met Albert amuseren. Maar op 25 april 1843 lag de kleine prinses Alice (Fat Alice) al in de koninklijke wieg te trappelen, in 1844 gevolgd door prins Alfred (Alfie) en in 1846 door prinses Helena. Victoria had in zes huwelijksjaren vijf kinderen ter wereld gebracht.
Het groeiende gezin trok zich 's zomers terug in Osbourne House op het eiland Wight, waar voor de kinderen een Zwitsers chaletje werd gebouwd. Victoria genoot van haar spelende kroos. Ze hield niet van 'hele kleine babies, althans niet voor zij drie of vier maanden zijn'. Ze vond ook dat ze tijdens het baden 'afschuwelijke, kikkerachtige bewegingen' maakten. Anderen vonden dat grappig. De koningin, die onder alle omstandigheden de koninklijke waardigheid op prijs stelde, was not amused. In 1848, het jaar waarin Victoria het leven schonk aan prinses Louise, logeerde het gezin voor de eerste keer op het Schotse Balmoral Castle. De frisse lucht, de besneeuwde bergtoppen, de volmaakte rust van de ongerepte Highlands waren voor het altijd druk bezette Britse koningspaar een verademing. Victoria schilderde veel in de omgeving van Balmoral en ze vereeuwigde haar twee oudste zonen als echte Highlanders in Schotse kilts. In 1850 kwam haar zevende kind, prins Arthur, ter wereld. De uitgeputte Victoria besloot kort voor de achtste bevalling -die van prins Leopold- zich te laten bedwelmen met chloroform. De gloednieuwe uitvinding bespaarde haar tijdens het baren veel pijn en ongemakken. Ook bij de volgende en laatste bevalling gebruikten de dokters that blessed chloroform (de gezegende chloroform). Met de komst van prinses Beatrice was het koninklijk gezin uitgebreid tot elf personen. Tegen de koning van Pruisen zei Victoria: 'Door mijn eigen ervaring ben ik er steeds meer van overtuigd geraakt, dat het ware geluk op deze wereld uitsluitend in de huiselijke kring kan worden gezocht.' Het einde van haar geluk naderde. Prins Albert stierf op 14 december 1861 in de Blue Room van Windsor Castle. Na eenentwintig gelukkige huwelijksjaren was dit verdriet voor Victoria onverdragelijk. De zorg voor negen jonge kinderen en het volk van het Verenigd Koninkrijk met al zijn koloniën, droeg ze voortaan alleen. Er wachtten haar nog veertig jaren, waarin de Widow of Windsor haar man met nooit aflatende liefde en verdriet herdacht.
Het tekenen en schilderen vormden een troost in Victoria's eenzaamste uren. Haar portretten werden overtuigender, haar kleuren dieper en warmer. Nu wij, anderhalve eeuw later, de tekeningen van haar kinderen en kleinkinderen kunnen bekijken, is er een nieuwe betekenis aan verbonden. In tegenstelling tot Victoria, kennen we de levensloop van de kleine prinsen en prinsessen, die in al hun onschuld voor haar poseerden. Dat levert niet zelden een wrang gevoel op. Zo bleef er een kostelijke pentekening bewaard van de kleine Vicky, die met haar nieuwe poppenwagen -de wandelwagen was een Victoriaanse uitvinding- rondscharrelt. Deze Vicky zou op 17-jarige leeftijd worden uitgehuwelijkt aan de koning van Pruisen. Haar eerste, zware bevalling kostte haar bijna het leven. Ook haar baby kwam niet zonder letsels ter wereld: zijn linker armpje was te kort, zijn hoofdje stond scheef en hij leed aan evenwichtstoornissen. Deze William werd door zijn grootmoeder Victoria knap geportretteerd in de armen van zijn piepjonge tante Beatrice. Hij groeide op tot een ontembaar knaapje, dat zijn moeder haatte en gekroond werd tot keizer Wilhelm II. Dezelfde Wilhelm belandde, nadat hij in de Eerste Wereldoorlog miljoenen soldaten de dood had ingejaagd, als banneling in Huis Doorn.
De snoezige aquarellen van kroonprins Bertie verbleken bij het beeld dat men in Brittannië van de eenmaal volwassen Edward bewaart: een overspelige losbol met een laag IQ en een hoog alcoholpercentage in zijn bloed. Hij geleek in niets op zijn sobere, door en door fatsoenlijke ouders. Victoria's vierde zoon openbaarde al vroeg de vreselijke bloederziekte. Hij trouwde nog met een zuster van koningin Emma voor hij, pas eenendertig jaar oud, overleed.
Zo vormen de tekeningen, aquarellen en etsen van koningin Victoria een bron van herkenning en weemoed. Toen de koningin in 1901 ruim eenentachtig jaar oud overleed, liet ze al haar werk na 'to be considered heirlooms of the Crown'. De De artistieke erfenis van koningin Victoria wordt door het Britse volk gekoesterd als een stukje gemeenschappelijk verleden. Wij kunnen hopen dat al het teken- en schilderwerk van koningin Wilhelmina, dat zich nog in de verzameling van het Huis Oranje Nassau bevindt, eveneens openbaar zal worden gemaakt.
Copyright Thera Coppens