Thera Coppens
Het vernieuwende Nederlandse literaire tijdschrift Forum had in de eerste jaargang van 1932 een oplage van 450 exemplaren. Een jaar later 1933 was dit bestand gedaald tot 240 abonnees. Dat kroonprinses Juliana tot dit kleine abonneebestand behoorde, was, zo schreef Ter Braak aan mederedacteur Du Perron, 'een schrale troost.'
De vierentwintigjarige prinses las in Forum de novelle Kaas van Willem Elsschot. In dezelfde jaargang was de poëzie van Emily Dickinson opgenomen, de dichteres die door Vestdijk voor Nederland was ontdekt. Juliana voelde zich levenslang aangeraakt door de schoonheid van poëzie en zou er onder moeilijke omstandigheden kracht en troost uit putten.
Inhoud boekenkast vertelt wie iemand is. Wat las Juliana?
Hield ze van literatuur?
Troost en betovering van de literatuur
De kroonprinses was als kind al onder de betovering van de literatuur gekomen. Dat werd gestimuleerd door haar lezende moeder Wilhelmina. Deze koningin had als voorbeeld haar geliefde tante Sophie, zus van haar overleden vader. Sophie had als literaire erfgenaam van Goethe en Schiller wereldfaam verworven. Zij liet in Weimar van haar Oranjekapitaal het eerste literaire archief van Duitsland bouwen.
Het lezende prinsesje
Wilhelmina's dochtertje werd thuis op Het Loo onderwezen volgens de vooruitstrevende methode van Jan Ligthart, die samen met Peter Scheepstra de belevenissen van Ot en Sien schreef. De commercie speelde handig in op de leeslust van het prinsesje. De prospectus van uitgeverij Van Holkema en Warendorf bevatte een foto van Juliana, die tussen Wilhelmina en Hendrik zit te lezen. Het bijschrift luidde: 'Ons prinsesje leest de beste boeken. Natuurlijk leest zij de boeken uit de bibliotheek Een goede kameraad.'
In die tijd las een hofdame De negerhut van Oom Tom van Harriet Beecher Stowe voor. Totdat Juliana zelf populaire kinderboeken vlot kon lezen. Zoals alle leeftijdsgenootjes verslond ze Tom Sawyer door de Amerikaanse auteur Mark Twain en het historische jeugdboek Fulco de minstreel door C. Johan Kievit, dat in de Hollandse dertiende eeuw speelt.
Afke's tiental door Nynke van Hichtum, de eerste vrouw van dichter-politicus Pieter Jelles Troelstra, ontroerde de prinses. Zij gaf al jong blijk van inlevingsvermogen en sociale betrokkenheid.
En natuurlijk behoorde het larmoyante kassucces Schoolidyllen door Top Naeff tot haar favorieten. Parallel aan deze jeugdboeken ontwikkelde de prinses een eigen smaak voor poëzie.
Reizen en poëzie
Haar verering voor de pathetische werken van Hendrik Tollens, auteur van het volkslied Wien Neêrlandsch Bloed, door d'aderen vloeit, kwam aan het licht, toen Wilhelmina besloot met haar elfjarige dochter een reis naar Noorwegen te maken. Juliana leerde op eigen initiatief een stuk uit De overwintering op Nova Zembla uit het hoofd. Toen ze die zomer in haar jurkje op het dek van het schip stond dat langs de majestueuze fjorden gleed, declameerde ze:
PAULA
'Hier heeft de wintervorst zijn zetel opgeslagen;
Hier is zijn erf zijn rijk! Hier zijn geen lentedagen
't Van ver genaderd licht, dat door den nevel schiet,
Moog lekken aan de sneeuw, maar deert den ijsklomp niet. '
Tollens
Overigens werd het volkslied van Tollens met zijn verfoeilijke regel 'van vreemde smetten vrij' op last van Wilhelmina in 1932 vervangen door het Wilhelmus.
Als alle meisjes dweepte Juliana tijdens haar middelbare schooljaren met de hilarische boeken over Joop Ter Heul door Cissy van Marxfeldt. Het jolige jargon van de 'Jopopinoloukicclub' had nog lang invloed op de schrijfstijl van de prinses in de briefwisseling met haar vele vriendinnen.
Jula en Vasalis
Vanaf 1927 volgde Juliana colleges aan de universiteit van Leiden. Ze raakte bevriend met de even oude medicijnstudente Margaretha Leenmans, later bekend als de dichteres M. Vasalis. De geestige 'Kiek' zoals ze genoemd werd en de prinses hadden vaak de slappe lach. Ze waren allebei dol op toneelspelen en bewerkten bekende sprookjes zoals Blauwbaard. Kiek speelde graag de bloeddorstige mannenrol, Juliana zijn echtgenote.
De prinses nodigde haar vriendin uit op Paleis Noordeinde en bezwoer haar daar gewoon 'Jula' te zeggen. 'Zo heet ik voor vriendinnen en zo noem je me in het gewone leven ook!'
De twee hielden waardering voor elkaar. Midden jaren Vijftig werd Kiek gebeld door Juliana's secretaris met een verzoek om hulp bij een schoolwerkstuk van een van de prinsessen over de dichteres Vasalis.
Toen Kiek, M. Leenmans, haar eerste gedichten in het gevreesde Forum wilde publiceren, besloot ze dat onder pseudoniem te doen. Ze koos de naam Maria Vasalis maar vermeldde wijselijk de voornaam niet voluit. In de door mannen gedomineerde literaire wereld konden ze maar beter niet weten dat M. Vasalis een vrouw was. De reactie van redacteur Du Perron op het voorstel van Vestdijk om gedichten van Vasalis te accepteren, was lovend. Hij noemde '.. de Heer Vasalis een veelbelovend dichter'.
Hennie en Rien Marsman
In 1938 trouwde de kroonprinses met Bernhard. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertrok koningin Wilhelmina met de prins naar Londen. Juliana vestigde zich met haar kinderen in Canada.
In juni 1940 werd het Nederlandse schip de Berenice tijdens de overtocht naar Engeland door een Duitse torpedo getroffen. Het schip zonk snel en de dichter Marsman, die tot de passagiers behoorde, verdronk.
Zijn vrouw Rien was op het moment van de aanslag op het dek en werd overboord geslingerd. Zij wist zich aan wrakhout drijvende te houden en werd gered. Rien Marsman, 'de blonde vrouw' uit het gedicht Paradise regained dat iedere middelbare scholier na de oorlog leerde, vestigde zich als onderwijzeres in Londen. Zij kwam op goede voet te staan met Wilhelmina, die haar dochter regelmatig gedichten stuurde.
Na de bevrijding ging Rien in Amsterdam wonen. Zij bleef in contact met de Oranjes en schreef over de vele, belangwekkende toespraken, die Juliana tijdens de oorlogsjaren in Canada hield, in het boek: Haar werk ging door. Het verscheen in 1948 en was gebaseerd op het Canadese archief van de prinses en de gesprekken die de auteur met haar voerde. Kort daarop begon ze aan het boek Vier koningskinderen over de prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Marijke. Achterin dit werk schreef Rien Marsman '..door H.M. op feitelijke juistheid gecontroleerd'.
Juliana heeft altijd belangstelling gehad voor helderziendheid en esoterie, wat overigens in de mode was. Het kan haar niet zijn ontgaan dat Marsman in het gedicht Vaarwel zijn eigen dood en het afscheid van Rien voorspelde:
Vaarwel
Ik keer niet weer.
Maar gij komt zelve. Later.
Vaarwel. Het water,
Roept voor de derde keer.
Juliana en Herman de Man
In haar villa in Ottawa ontving Juliana in september 1943 Herman de Man (geboren als Herman Salomon Hamburger) , schrijver van de klassieke roman Het wassende water.
Hij voerde in opdracht van Radio Oranje een gesprek met de twee prinsesjes dat op glasplaat werd vastgelegd en later als steun aan de kinderen in het vaderland is uitgezonden.
Herman de Man, die Juliana van nabij leerde kennen, schreef over haar: ' U weet dat veel mensen denken dat de prinses veel minder kloek is dan haar moeder. Wil ik u eens uit de droom helpen? Hare koninklijke hoogheid is een zeer bijzondere vrouw, met een wijd openstaande intuïtie waarmee ze heel fijn en trefzeker haar oordeel vormt. Ze heeft een natuurlijke charme en waardigheid waardoor ieder haar adoreert. Onze prinses is bovendien zeer slim. Men brengt haar niet van haar à propos af. Men kan het gesprek niet wegbuigen van een lastig punt in een discours. Ze weet wat ze wil maar alles wordt overstraald door een prachtige moederlijke liefde. We krijgen er een verstandige koningin aan'.
Na de Tweede Wereldoorlog keerde hij terug naar Nederland waar hij hoorde dat zijn vrouw en vijf kinderen door de nazi's waren weggevoerd naar een vernietigingskamp.
Prinses en bevriend schrijver Van Loon op het Witte Huis
Juliana bewoog zich in haar Canadese jaren in de hoogste politieke en literaire kringen. De KLM vlieger en schrijver Adriaan Viruly kwam, als hij in Canada was, altijd bij de prinses langs.
Ze leerde in Ottawa de historicus, schrijver, journalist en illustrator Hendrik Willem van Loon kennen. Hij was, evenals Juliana, een graag geziene gast op het Witte Huis in Washington. President Roosevelt en vooral zijn vrouw Eleanore werden Juliana's vrienden.
Ze bewonderde de boeken van Van Loon. Zijn History of mankind bereikte een oplage van 6 miljoen exemplaren en werd in twintig talen vertaald. Juliana's vriend stond bekend als 'de beroemdste Nederlander in de VS'. In Nederland trok zijn werk echter weinig belangstelling en werd hij vergeten.
Na uitputtende tournees en zestig indrukwekkende toespraken kwam er voor de prinses een einde aan haar verblijf in Canada. Na de oorlog keerde ze met haar kinderen terug in Nederland.
Met Bernhard maakte ze een reis naar Scandinavië om de bevolking te danken voor de voedselhulp. Hoewel Juliana gewend was haar eigen toespraken te schrijven, vroeg ze dat nu aan iemand die de hongerwinter aan den lijve had ondervonden. Dat was haar vriendin M. Vasalis die met haar bundel Parken en woestijnen inmiddels een grote naam had verworven.
Vasalis kwam naar Soestdijk om met haar vriendin de tekst door te nemen.
Ida Gerhardt en de koningin
In september 1948 volgde Juliana haar moeder op als koningin van Nederland.
Haar dochters zaten op de alternatieve Kees Boekeschool in Bilthoven. Maar toen het onderwijs op deze school niet voldeed besloot ze voor Beatrix een eigen klasje met geselecteerde leerlingen te starten op Soestdijk. Begin 1951 liet ze de door haar bewonderde dichteres en classica Ida Gerhardt uitnodigen om daar klassieke talen te komen doceren. Tot haar teleurstelling antwoordde Ida Gerhardt dat ze '..geen lakeiendienst' wilde verrichten.
Literaire kus
Voor Juliana braken moeilijke jaren aan, zowel in haar ongelukkige huwelijksleven als op politiek terrein. Ze stond als vrouw tegenover een kabinet dat uit louter mannen bestond.
Blij was zij toen zij in 1950 de eerste vrouwelijke minister van ons land mocht installeren: Dr. Marga Klompé.
Het kabinet van minister-president Drees meende dat Mejuffrouw Klompé deze taak alleen kon vervullen als ze ongehuwd bleef.
Haar eerste publieke kus kreeg Klompé in augustus 1969, toen ze als Minister van Cultuur op het Muiderslot de P.C. Hooftprijs uitreikte aan Gerard Reve. De schrijver gaf de minister spontaan een kus, wat in de pers grote beroering teweeg bracht.
Thomas Mann op Soestdijk
Bernhard vertoefde veel in het buitenland en Juliana zat alleen op Soestdijk. Op 11 juli 1955 ontving ze daar drie zeer welkome bezoekers. Het waren de Nobelprijswinnaar Thomas Mann, zijn vrouw en zijn dochter Erika. De auteur van de magistrale romans De Buddenbrooks en De Toverberg schreef in zijn dagboek over de koningin: 'Ze is in haar manier van doen eenvoudig en waardig.'
In het boekje Het laatste jaar van Thomas Mann vertelde Erika over hun bezoek aan Soestdijk: 'Vijf kwartier lang werd er met de grootst mogelijke geanimeerdheid gepraat. Hare Majesteit vertelde van haar dochters, Thomas Mann van zijn kleinkinderen en met elkaar werden de lange jaren van ballingschap herdacht.'
De grote schrijver voelde zich na afloop moe, maar besefte nog niet dat zijn einde zo nabij was. Hij stierf een maand later op 12 augustus 1955.
Vriendinnenleesclub
Met haar vriendinnen las de koningin belangwekkende boeken. Het feministische boek Le deuxième sexe (uit 1949) van Simone de Beauvoir werd door de leesclub druk besproken, evenals A room of one's own door Virginia Woolf. Uit verschillende tijdperken werden werken gelezen, van Dante tot Belle van Zuylen en van Shakespeare tot Annie M.G. Schmidt.
De literatuur hielp Juliana afstand te nemen van haar problemen en overeind te blijven onder kritiek en vernederingen.
Annie M.G. Schmidt en Juliana
Annie M.G. Schmidt en Juliana leken in veel opzichten op elkaar: ze zagen er met hun bril, krullenkapsel en vriendelijke lach uit als een doorsnee Hollandse huisvrouw uit die tijd. Ze deelden intelligentie, gevoel voor humor en werden met regelmaat venijnig getroffen door de spot en kritiek van de Nederlandse kranten. Bovendien leek Paleis Soestdijk wel wat op Pension Hommeles.
Toen Annie in 1958 het verzoek inwilligde om voor Juliana en haar toneelgroep een toneelstuk te schrijven volgde de eerste ontmoeting tussen vorstin en auteur. Wie zou niet graag op een van die ouderwetse stoelen in het theaterzaaltje van het paleis hebben gezeten om Juliana te zien in een rol, die haar door Annie M. G. Schmidt op het lijf was geschreven?
Het hofprotocol vereiste discretie zodat we er vrijwel niets over weten. Wel kwam naar buiten dat er ontzettend veel is gelachen.
De koningin van het Boekenbal
De originele Juliana wilde met haar gevoel voor humor en afkeer van hofprotocollen overal zichzelf zijn. Ze voelde zich thuis onder schrijvers en bezocht graag het Boekenbal. Daarmee vestigde ze elk jaar de aandacht van haar onderdanen op het belang van het lezen.
Op het eerste en enige Boekenbal dat Vestdijk bezocht in 1950, liep de schrijver verloren rond. Hij schreef in een brief: '..alleen tegenover mijn eigen vorstin ontbloeide ik. Ik amuseerde haar met onzinnige opmerkingen over het eerste gedeelte van de voorstelling Armada. Ik zei: "Jammer, Majesteit, die man had toch even goed kunnen blijven leven. Waarom al dat bloed?" Zij bloosde, doch nam de handschoen op. "Ja, maar het zijn Spanjaarden, die zijn altijd heftig in hun reacties!" Intelligente opmerking! Zoo ging het nog een poos door, totdat die vervelende Leeflang [voorzitter van de CPNB] mij gewoon achteruittrok! Of ze mij al dan niet smachtend nagestaard heeft, staat misschien wel vermeld op een foto.'
Onder de aanwezigen ontdekte Juliana haar jeugdidool Top Naeff. Zij complimenteerde haar met 'dat énige School-idyllen'. De auteur antwoordde: 'Soms lijkt het wel of ik nooit iets anders heb geschreven, majesteit.'
Op het Boekenbal was ze omringd door Harry Mulisch, Mischa de Vreede, J. Bernlef, Belcampo, Ed Hoornik, Anna Blaman, Gerard Reve en andere auteurs, die er wel voor zorgden dat ze met Juliana op de foto kwamen. De expressie van de koningin werd door de fotografen bijna van minuut tot minuut vastgelegd en geeft zelfs nu nog aanleiding tot interpretatie van haar gemoedstoestand. Juliana bleef gevangen in een gouden kooi.
Hella Haasse
De verhouding met Hella Haasse werd nooit innig. In 1955 was de auteur uitgenodigd om een portret van Beatrix te schrijven ter gelegenheid van haar achttiende verjaardag. Het zou worden opgenomen in een geïllustreerd boek.
Nadat Haasse het manuscript had ingeleverd gingen Bernhard en Beatrix met de inhoud akkoord. Maar Juliana ontbood de schrijfster op Soestdijk om over enkele passages te praten, waarin Beatrix het over haar moeder had. De kroonprinses maakte duidelijk dat ze een voorkeur had voor haar vader.
Jolande Withuis schrijft in haar biografie van Haase: 'Koningin Juliana ontvangt haar vriendelijk. Haasse beschrijft uitvoerig wat ze aan heeft (..) Ze komen na enige discussie tot een akkoord. Wat Haasse precies heeft moeten schrappen in haar tekst blijft onbekend.'
Hella Haasse kreeg een lintje aangeboden maar weigerde de koninklijke onderscheiding te accepteren.
In de boekhandel
In 1980 deed Juliana troonsafstand en volgde Beatrix haar op. Prinses Juliana trok zich terug op Soestdijk en wijdde zich aan haar kinderen en kleinkinderen.
Twee jaar later kwam ik met mijn gezin in Baarn wonen. De prachtige Boekhandel Den Boer (sinds 1887 in de Laanstraat) was een trekpleister. Ik wist niet dat prinses Juliana daar twee tot drie keer per maand kwam rondsnuffelen om boeken te kopen.
De boekenverkoopster M. herinnert zich ruim dertig jaar later nog goed hoe het was als de koninklijke klant binnenkwam: 'Het was zo'n geestig en scherpzinnig mens. We voerden de leukste gesprekken. Op een dag kwam ze met vier Engelse vriendinnen binnen die samen lachten en plezier met haar maakten. '
Juliana formuleerde haar vragen voorzichtig: 'Hebt u ook iets voor een jongeman die binnenkort achttien jaar wordt?' De naam van Willem-Alexander hoefde niet genoemd te worden.
'Voor zichzelf kocht ze onder meer boeken van de Duitse Sulamith Wülfing, die mythologische en religieuze onderwerpen koos. Juliana bewonderde haar sprookjesachtige illustraties en gaf al haar vriendinnen kalenders met dat werk cadeau.'
Esoterische boeken hadden haar voorkeur. M. herinnert zich dat ze alles kocht van H.C. Moolenburgh, die over engelen als beschermers en helpers van de mensheid publiceerde.
M. had geleerd om discreet te zijn maar ze wil toch nog wel vertellen dat Juliana verzuchtte: 'Ach Bernhard houdt niet van lezen. Als hij een boek gaat kopen komt hij met flessen wijn terug.'
Het was een keer kort voor de feestdagen toen ik achter de prinses bij Den Boer stond te wachten op mijn beurt. Juliana nam de tijd om boeken uit te zoeken voor haar kleinkinderen. Ze keek genietend naar de omslagtekeningen van De heksen en De GVR van Roald Dahl. Het was een lange weg van Ot en Sien naar De heksen van Dahl. Maar Juliana was bij de tijd.
Ze kocht een boek van Jan Terlouw en Hersenschimmen van Bernlef en zei tenslotte: 'Nu zoek ik nog een boek voor mijn man. Een spannend boek met paarden in de hoofdrol.' M. wist meteen wat ze bedoelde en legde een paar titels van Dick Francis voor haar neer.
Ik zag hoe ze haar kleine, overbekende hand met gespreide vingers op de stapel boeken legde en vroeg: 'Wilt u dit voor me laten bezorgen? U weet wel... op Soestdijk.'