Eind 2008 reisde ik naar Chateau de Malmaison bij Parijs om de tentoonstelling De Pompéi à Malmaison (inmiddels afgelopen) over de archeologische verzameling van keizerin Joséphine te zien. Voor het eerst kon men daar de kostbaarheden bewonderen die uit de as van de Vesuvius werden opgedolven om in het buitenverblijf van Joséphine te pronken.
De keizerin stelde een conservator aan om haar collectie te beheren, te catalogiseren en illustreren. Haar interesse reikte van het oude Egypte, het aardewerk van de oude Grieken tot de wapens en gebruiksvoorwerpen van gladiatoren in Pompeji. De serie fresco's, de bronzen olielampen en de decors op de vazen maakten diepe indruk op me.
Na een bezoek aan Chateau de Malmaison in de winterse tuinen.
Foto: Wim Hazeu
De archeologische verzameling van keizerin Joséphine
Als jonge plantersdochter op Martinique liet ze eens haar hand lezen door een slavin. 'Ik zie dat u twee keer zult trouwen', zei de zwarte vrouw, 'In uw tweede huwelijk wordt u hoger dan een koningin.' Hoger dan een koningin? Voor het meisje op de suikerplantage leek het een raar praatje en ze dacht er niet meer aan totdat ze, jaren later, aan de zijde van haar tweede echtgenoot Napoleon Bonaparte met een gevolg door het pas veroverde Italië reisde en overal werd toegejuicht. Ze mocht op een troon zitten en nam rijke geschenken in ontvangst. Nog een tijd later in december 1804, zette keizer Napoleon in de Notre Dame te Parijs de keizerskroon op haar hoofd en daarmee ging de voorspelling uit haar meisjesjaren in vervulling: Joséphine de Beauharnais was keizerin van Frankrijk geworden; hoger dan een koningin.
Joséphine die in 1763 op een suikerplantage ter wereld was gekomen, bezat van nature vorstelijke gratie. Op haar zestiende jaar was ze uitgehuwelijkt aan een haar volstrekt onbekende Parijse markies: Alexandre de Beauharnais. Ze zeilde de oceaan over 8000 km van huis en trouwde met een man, die niet gevoelig was voor haar charmes. Hij vernederde het ongeletterde creoolse uit de Franse koloniën en liet zich na de geboorte van hun tweede kind van haar scheiden. Tijdens de Terreur, die op de Franse Revolutie volgde, vond hij onder de guillotine zijn bloedige einde. Zijn ex-vrouw wachtte in haar cel doodsbang tot ook zij het schavot moest bestijgen. Zo ver is het niet gekomen. Na de val van Robespierre werd ze na honderdacht dagen gevangenschap vrijgelaten. Ze had al haar bezittingen en de vader van haar kinderen verloren. Maar haar vaak geroemde lieftalligheid en allure hebben haar gered: ze veroverde het hart van de zes jaar jongere Corsicaanse generaal Bonaparte en trouwde in maart 1796 hals-over-kop met hem.
Joséphine bepaalde van het begin af aan de allure van Napoleons Parijse woningen. Nu het ancien régime met zijn gepoederde pruiken, stijve korsetten en hoepelrokken voorgoed voorbij was, kleedde en kapte ze zich op tegenovergestelde wijze. Ze droeg japonnen van dunne, soepele stof met een verhoogde taille. Vlak voor een soirée begon, lieten Joséphine en haar vriendinnen de stof wat bevochtigen, zodat de japon op de huid kleefde en hun natuurlijke vormen accentueerde. Met losjes opgestoken krullen en sandalen wilde ze op Diana, de Romeinse godin van de jacht lijken.
Toen Napoleon Bonaparte op veldtocht naar Egypte was vertrokken, kocht zijn vrouw even buiten Parijs een klein kasteel met omringend landgoed: Château de Malmaison. Daar heeft ze een privésfeer gecreëerd waarin ze zich, ver van de drukke hoofdstad, kon verpozen. Ze nam twee architecten in dienst – Percier en Fontaine – die op haar aanwijzingen aan de kostbare verbouwing in de stijl van de klassieke Oudheid begonnen. Bij terugkeer uit Egypte bracht Napoleon een schat aan informatie mee uit het exotische land aan de Nijl. Joséphine bestudeerde de geschriften en liet zich erdoor inspireren. Al gauw verschenen er obelisken, sfinxen en piramidevormen in haar interieur. De poten van haar stoelen en tafeltjes werden versierd met leeuwenklauwen en op haar commodes verschenen vuurvergulde palmetten en Egyptische kariatiden. Joséphine verwierf een deel van Egyptisch mummiehoofdje uit Thebe en ze gaf de porseleinfabriek in Sèvres opdracht een theeservies te ontwerpen met goudkleurige hiëroglyfen.
Rode figuurtjes van dansende Bachanten op een Griekse vaas.
In 1803 maakte Ferdinand IV koning van Napels een royaal gebaar naar Napoleon Bonaparte. Uit zijn Museum in Portici koos hij de mooiste voorwerpen die bij opgravingen in Pompéi en Herculaneum uit de as van de Vesuvius waren opgegraven. Hij schonk ze aan de Franse despoot in de hoop hem en zijn gemalin te behagen. Vol toewijding stalde Joséphine deze geschenken in Malmaison uit: het waren veertig gave, Griekse vazen waar onder de prachtige klokvormige krater (380-370 voor Christus) met dansende Bachanten die de wijngod Dionysons begeleiden. Ze kreeg ook negenendertig Romeinse bronzen sculpturen, zoals de beeldschone, naakte Mercurius met zijn gevleugelde sandalen, grijnzende centauren - half man half paard – en een gespierde Hercules. Onder de geschenken bevonden zich voorwerpen uit het dagelijks leven zoals elegante standaards waaraan olielampjes werden gehangen, driepotige bronzen tafeltjes en allerlei vaatwerk. Uit de kazernes van de gladiatoren in Pompéi ontving Joséphine een bronzen helm, getooid met de angstaanjagende kop van een griffioen, bronzen schouder épaulière en beenstukken jamières en wapens.
Maar het meest tot de verbeelding spreekt toch wel de serie fresco's die met zorg uit de wanden van een Pompejaanse villa waren gehakt. Ze stellen de god Apollo en de negen muzen voor. De gestalten zijn tegen een okergeel decor aangebracht in hun gedrapeerde gewaden, elk van hen is herkenbaar aan de attributen. Keizerin Joséphine liet aan haar elegante muziekzaal een speciale Grande Galerie inrichten voor haar antiquiteiten. Ze ontwierp wandtafels met een marmeren blad waarop het adembenemende Griekse vaatwerk met zijn mythologische voorstellingen werd uitgestald. Bovendien stelde ze een conservator aan die elk voorwerp catalogiseerde en liet natekenen. Deze kostbare boeken met hun verfijnde gravures zijn kunstwerken op zich.
In een villa te Pompeji werden de muzen in fresco's afgebeeld. Joséphine verwierf ze voor haar collectie op Malmaison
Na de grote nederlaag van Napoleon in de Volkerenslag bij Leipzig, werd de keizer – inmiddels van Joséphine gescheiden - naar Elba verbannen. Joséphine ontving diens grootste vijand de knappe tsaar Alexander I gastvrij op haar Château de Malmaison. De tsaar viel op slag voor de charmes van de keizerin en sloot een innige vriendschap met haar zoon Eugène en haar dochter Hortense La Reine de Hollande. De keizerin hulde zich voor het diner in een robe de gaze van een betoverende transparantie. Na de maaltijd dwaalde ze aan de arm van de tsaar nog een tijdje door de rozentuin, naar haar Griekse temple d 'amour en de kassen met exotische gewassen. Die wandeling werd haar fataal; ze vatte kou en stierf op 29 mei 1814 in haar slaapvertrek op de eerste verdieping van haar kasteel.
Omdat Joséphine hoge schulden naliet, moesten Eugène en Hortense het grootste deel van haar bezittingen van de hand doen. De complete archeologische verzameling werd verkocht en raakte verspreid. De collectie die de koning van Napels had geschonken bleef echter bijeen en belandde uiteindelijk in museum Het Louvre in Parijs. Voor het eerst sinds 1814 zijn deze voorwerpen teruggekeerd op de oorspronkelijke plaats: Château de Malmaison. Wij kunnen door de ogen van de keizerin voor even meegenieten van haar uitzonderlijke verzameling.
Copyright Thera Coppens
Artikel verschenen in nr. 1 2009 van het blad Vorsten Royale.
De tentoonstelling De Pompéi à Malmaison, les Antiques de Joséphine was tot 26 januari 2009 te zien in Château de Malmaison bij Parijs: www.chateau-malmaison.fr