Haar gezicht is op glas geschilderd. Het kijkt me aan, gefilterd door de zonnestralen van een nazomermiddag. Al viereneenhalve eeuw staat ze daar op de gebrandschilderde glazen van de Sint Janskerk in Gouda. En haar kroon heeft niets van zijn glans verloren. Margaretha van Parma landvoogdes der Nederlanden.

margkleur


Toen ik op mijn vijftiende jaar voor mijn literatuurlijst op school het verhaal 'De Goudse Sint Jan' van Bertus Aafjes had gelezen, was ik diep onder de indruk. Aafjes schreef dat de Sint Jan door het werk van de glazeniers 'tot een der schoonste kerken ter wereld gerekend wordt.' Dat moest en zou ik zien! Op een regenachtige morgen kocht ik van mijn zakgeld een treinretour Amsterdam-Gouda. Toen ik bij de Sint Janskerk kwam dacht ik aan Aafjes poëtisch beschrijving, die de stoere, honderddrieëntwintig meter lange kerk met een 'gotische bollenschuur' vergeleek. De regenbui dreef over en ik betrad voor het eerst de immense kerkruimte. Aafjes had me met zijn bloemrijk taalgebruik goed leren kijken en ik liep als betoverd langs de vijfentwintig meter hoge kerkramen die hij omschreef als 'ware binnenzeeën van gebrandschilderde glazen.' Ergens begon een orgel te spelen. Van het ambachtelijke genie van de kartontekenaars, van het snijden, kleuren, branden van de glazen wist ik toen nog niets en van de politieke betekenis van al die afgebeelde personen nog minder. Ik keek onbevangen omhoog. Toen ik stilstond voor glas nummer 23 in de zuidelijke dwarsbeuk brak de zon net door de wolken en een gouden gloed doorstraalde het knielende figuurtje van Margaretha van Parma. Een keizerlijke dochter in een japon met goudkant, parels en kostbare broches. Vanaf dat ogenblik stond ze in mijn geheugen gebrand en het lijkt of ze me achtervolgt want ik kom haar op allerlei locaties tegen, te beginnen bij haar geboorteplaats Oudenaarde.

Margaretha's leven

Margaretha werd verwekt aan de Schelde, de koele en bleke rivier die vanuit de Vlaamse Ardennen Oudenaarde binnenstroomt. De stad stond in de zestiende eeuw vooral in aanzien om zijn groenwerken of verdures ; wollen met zijde doorweven wandtapijten die de muren van paleizen, kerken en deftige koopmanshuizen sierden. Burger Van der Gheijnst was zo'n wandtapijtenwever. Toen de jonge, nog ongetrouwde keizer Karel V in oktober 1521 met zijn luisterrijke gevolg in Oudenaarde verbleef, raakte hij onder de bekoring van diens dochter Janneke van der Gheijnst. Een eenvoudig tapijtwever kon zijn vorst onmogelijk een gunst weigeren en waarschijnlijk was hij ook wel trots op de belangstelling die Karel V voor zijn maagdelijke dochter toonde. En dus mocht Janneke het hemelbed delen met de machtige keizer. In Oudenaarde wijzen de gidsen de toeristen nog vaak het hoge, gotische huis aan de Kleine Markt waar 'het' gebeurd zou zijn. Maar onderzoek heeft uitgewezen dat Margaretha werd verwekt in het fraaie Huis de Lalaing aan de rivier, waarin de gouverneur van de stad resideerde. De liefde duurde maar kort. In januaru 1522 vertrok Karel V met zijn gevolg en hij vergat Janneke snel.. Totdat hij bericht kreeg dat ze zwanger van hem was geworden. Op zijn bevel werd de zaak netjes geregeld: Janneke ontving een maandgeld tot haar bevalling. Karel V erkende het meisje als zijn bastaarddochter en vernoemde haar naar zijn tante landvoogdes Margaretha van Oostenrijk. Na de doop in de van Pamelekerk aan de Schelde moest de jonge moeder de kleine Margaretha in ruil voor een pensioen afstaan aan Franstalige pleegouders, die haar in Brussel een passende opvoeding gaven. Twee jaar later trouwde Janneke met een man van eenvoudige afkomst en kreeg nog negen kinderen. Of ze haar eerste kind ooit heeft teruggezien? Het is, gezien de hoge status die Margaretha bereikte, niet waarschijnlijk.

Haar geboortestad

Oudenaarde is een bekoorlijke, kleine stad. In mijn denkbeeldige top-tien van oude stadhuizen staat het laatgotische stadhuis van Oudenaarde bovenaan. Het is prachtig - maar niet al te overdadig - versierd met beeldhouwwerk. In het midden rijst een sierlijke Belforttoren (40 m) op, bekroond door het vergulde beeld van de legendarische Hansje de Krijger. In het Stadhuis is de Dienst voor Toerisme gevestigd en het Stedelijk museum Aan de achterzijde van het Stadhuis ligt de 13de eeuwse Lakenhal, waar drieëntwintig Oudenaardse wandtapijten tentoongesteld worden w.o. verdures. Op zoek naar sporen van Margaretha wandel ik naar de oever van de Schelde, waar het pas gerestaureerde Huis de Lalaing ligt. De renaissancegevel verdween in de 18de eeuw achter een witte, classicistische façade. Maar de achterzijde van het paleis ziet er nog net zo uit als in de winter van 1521 toen Janneke en Karel V er hun korte romance beleefden. In de verstilde, oude tuin ontvouwt mijn lievelingsboom de ginkgo biloba zijn fascinerende bladerpracht. Toevallig werd in dit huis het Stedelijk Restauratie-atelier van wandtapijten gevestigd. Je kunt er weefdemonstraties en restauratiewerkzaamheden volgen en er hangt een collectie wandtapijten uit diverse tijdperken. Aan dezelfde rechterkant van de Schelde doemt het massief van de Onze Lieve Vrouwe van Pamelekerk op. Daar werd de kleine Margaretha in 1522 gedoopt. Aan de bouw van de kerk was men in 1235 begonnen; het is een juweel van Scheldegothiek in Doornikse kalksteen. Wat rommeliger van karakter maar minstens zo indrukwekkend is de gotische Sint Walburgakerk met zijn 88 meter hoge toren. In het noordertransept had het gilde van de tapijtwevers een eigen kapel, waarin de grootvader van Margaretha zijn gilde-eed aflegde. Ik dwaal door het Oudenaardse Begijnhof en proef een heerlijk in bier gestoofd Oudenaards konijn in een restaurant aan de gezellige Markt met zicht op het ranke stadhuis. Het is tragisch dat Margaretha haar mooie en vriendelijke geboortestad jaren later ging haten en het 'die slechte stad' zou noemen.

cartonmarg

Margaretha groeide op in Brussel, waar ze hoofse manieren leerde en onderwijs kreeg. Haar keizerlijke vader had inmiddels in Granada een gelukkig huwelijk gesloten met de Portugese prinses Isabella, die hem een wettige zoon Philips schonk. Karel V vergat zijn bastaarddochter echter niet. Ze was immers een belangrijke huwelijkskandidate op het politieke schaakbord? Toen Margaretha zeven jaar was werd ze uitgehuwelijkt aan de beruchte despoot Alessandro de' Medici, hertog van Florence die elf jaar ouder was dan zij. Zodra ze geslachtsrijp was trok het bruidje met een kostbare uitzet de Alpen over naar Italië. Ze wist niet dat haar zwarte bruidegom, een bastaardzoon van paus Clemens VII en een moorse slavin, berucht was om zijn wreedheid. Ze mocht van geluk spreken dat de gewetenloze Alessandro een half jaar na de huwelijksinzegening door moord om het leven kwam. Vrij was de jonge weduwe niet. Karel V huwelijkte haar voor de tweede keer uit. Nu aan Ottavio Farnese erfgenaam van de hertogdommen Parma en Piancenza. Ottavio was een kleinzoon van de sluwe paus Paulus III. Margaretha had een hekel aan haar tweede echtgenoot maar voor de oude paus, die ze vaak in het Vaticaan bezocht, voelde ze oprechte genegenheid. Haar politieke bekwaamheden werden aan de Italiaanse renaissance-hoven geschoold. De paus was in de wolken toen zijn geliefde 'kleindochter' Margaretha een tweeling ter wereld bracht. Van de twee jongetjes overleed de ene jong maar de ander, Alessandro Farnese, groeide op tot een aantrekkelijke jongen. Hij zou een belangrijke rol gaan spelen in de historie van de Lage Landen.
In 1555 deed Margaretha's vader troonsafstand. Hij werd opgevolgd door zijn enige zoon Philips. De nieuwe Heer der Nederlanden voelde er niets voor om zijn leven te slijten tussen de lastige Vlamingen. Zodra hij de kans kreeg keerde hij terug naar Spanje. Maar hij kon de Nederlanden niet zonder een betrouwbaar bewind achterlaten. Wie zou een betere plaatsvervanger zijn dan zijn eigen halfzuster Margaretha? Hij stelde haar aan tot landvoogdes. Gehoorzaam verliet de hertogin van Parma haar sprookjeskasteel in de Italiaanse stad om in 1559 haar plicht als telg van de Habsburgse dynastie te vervullen. Philips II besloot dat haar zoon Alessandro in Spanje zou worden opgevoed. Daarmee had hij meteen een voorbeeldige gijzelaar achter de hand om zijn zuster te dwingen zijn zin te doen. Landvooges Margaretha nam met moeite afscheid van haar oogappel en begon vol goede moed aan haar nieuwe carrière. De hofschilder Antonius Mor heeft niet alleen de jonge Alessandro Farnese geportretteerd maar ook diens moeder. Mor wist dat ze opvliegend van aard was. In het portret bracht hij echter het zachte en ook moederlijke naar voren, dat hij in haar ogen vond als ze naar haar zoon keek. Het moet dit portret zijn geweest dat de glazenier Wouter Crabeth in 1562 inspireerde tot het ontwerp van het wondermooie glas nummer 23 in de Goudse Sint Janskerk. De landvoogdes was zeer begaan met de Goudenaren wier kerk door een brand was verwoest. Net als haar broer Philips schonk ze de Sint Janskerk nieuwe gebrandschilderde glazen, waarop ze zich persoonlijk als schenkster liet afbeelden. De landvoogdes had het niet makkelijk aan het hoofd van de bestuurstafel omringd door niets dan elkaar tegenwerkende edelen. De meeste last ondervond ze van de charmante maar gevaarlijke prins Willem van Oranje, die zijn protestantse aanhangers opzette tegen het bewind van Philips II. Margaretha moest zich tegen de protestanten blijven verzetten. Ook toen de geuzen in 1566 haar massaal het Smeekschrift kwamen aanbieden en vooral toen de Beeldenstorm over het land raasde. Philips II vond dat zijn zuster veel te lankmoedig was. Om het volk van de Lage Landen te straffen zond hij de bloeddorstige hertog van Alva naar het noorden. Margaretha kreeg ontslag en keerde gedesillusioneerd terug naar haar paleis in Parma. Ze voelde zich een mislukkelinge omdat ze het volk niet met zijn koning had kunnen verzoenen. Margaretha heeft nog meegemaakt dat haar zoon Alessandro Farnese een veldtocht leidde naar de Nederlanden en met zijn Spaanse soldaten in haar geboorteplaats Oudenaarde, cette mauvaise ville, gruwelijk huishield onder de ketters. Honderden bekwame, protestantse wevers vluchtten naar het tolerante noorden en aan het eind van de 16de eeuw was het gedaan met de bloeitijd van de Oudenaardse wandtapijten.

cartonmargpatr

De hertogin van Parma overleed in 1586. Ik ben met mijn man naar Piacenza gegaan om haar graf te zien in de mooie Abbaziale di San Sisto een stille kloosterkerk. Haar lichaam ligt in een pompeuze tombe op het altaar. Tegen een pilaar is haar gebeeldhouwd portret geplaatst waarop Margaretha duidelijk herkenbaar is als de stralende verschijning op de Goudse Glazen. Tussen haar onbedoelde geboorte in Oudenaarde en haar dood in Piacenza ligt het opzienbarende leven van de keizerlijke bastaarddochter. Telkens merk ik dat ze bij de Goudse gidsen van de Sint Janskerk favoriet is en in de soevenierswinkel van de kerk is de ansichtkaart met haar portret als eerste uitverkocht. Altijd blijf ik Bertus Aafjes dankbaar dat hij me met zijn verhaal naar Gouda heeft geleid. Ik keer er vaak terug en voel bij het zien van de veelkleurige glazen wonderen dezelfde verrukking en verbazing als toen ik vijftien was. Er is maar éen verschil: ik heb nu een verrekijker bij me om me geheel te kunnen verzadigen aan hun schoonheid.

 

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Nouveau rubriek Petite Histoire, oktober 2000

 OmslagSuzanne


 johanna en margaretha klein  

  OmslagSuzanne   

 OmslagSophie    

 omslaghortense

E OmslagSuzanneHistorisch Toerisme Bureau

* Hofjapon van Prinses Sophie * Bonaparte * Caesar aan de Amstel

 Tromplaan 7A 3742 AA Baarn E. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Go to top