Wat is een onweerstaanbare man? Ik bedoel niet het type dat je door zijn blik, stem, intelligentie en een paar gevoelige woorden onmiddellijk doet vergeten dat zijn uiterlijk niets aantrekkelijks heeft. Ik bedoel: wat is dé mooie man, de man met het perfecte uiterlijk? Het antwoord lijkt makkelijk; je stapelt gewoon alle cliché' s over hem op: lang, slank, breed geschouderd, goed geproportioneerd, volle haardos, een sterke kaaklijn, vastberaden mond, rechte neus, heldere ogen etc. en voilá. Maar als ik door de geschiedenis dwaal merk ik steeds dat niet de man maar het tijdperk waarin hij leeft zijn schoonheid bepaalt.
Lange baard
Ik vond bijvoorbeeld een beschrijving van Jan Cornelisz Vermeyen die in de zestiende eeuw leefde en buitengewoon knap was: 'De keizer, trots op het prachtig voorkomen van zijn schilder Vermeyen, schepte er behagen in hem te tonen aan enige hoge heren en dames, want hij was een mooie, grote man met een schone, brede baard, die zo lang was dat hij, wanneer hij overeind stond, er op trappen kon. Het gebeurde wel dat, als hij bij deze vorstelijke personen stond, die te paard zaten, zijn baard in hun gezicht woei. Dien baard verzorgde hij iedere dag met grote aandacht.'
Ik denk niet dat een man als Vermeyen nu veel vrouwen en meisjes achter zich aan kreeg, als hij langs terrassen flaneerde. Zijn lange, brede baard zou hooguit op onze lachspieren werken. In de tijd van Shakespeare was zo'n behaard gelaat alweer uit de mode. Als werkelijk beeldschoon gold toen een jongeman met gladgeschoren kin. Nicolas Hilliard heeft een miniatuur van een enigszins verwijfde hoveling geschilderd, die bedwelmd door eigen schoonheid tegen een boom leunt.
Het buikje
De man met een embonpoint ofwel een buikje, doet tegenwoordig alles om af te slanken. Maar zo'n buikje gold volgens de Franse hofmode ten tijde van François van Valois juist als onweerstaanbaar. Jonge, slanke mannen lieten hun wambuis watteren en vulden hun nepbuik of goosebelly op met hooi om dikker te lijken. Een buik dwong respect af; men moest vooral denken dat je meer dan genoeg te eten had en dus tot de rijken behoorde. Ook de jonge Willem van Oranje en diens aartsvijand Philips van Spanje pronkten met een embonpoint om aantrekkelijker te worden.
Braguette
Hoewel we in onze tijd bijna geen taboe's meer kennen, staan we toch wat genegeerd te kijken naar een portret van Hendrik VIII. De Engelse koning pronkt daarop met een codpiece of braguette dat tussen de plooien van zijn rijk geborduurd wambuis in het oog springt. Decennia lang bleef zo'n opgesmukte schaambuidel een normaal verschijnsel, waarmee een heer zijn mannelijkheid benadrukte.
Dunne benen en wespentaille
Aan het eind van de zestiende eeuw was de braguette uit het modebeeld verdwenen. Dunne, gespierde benen en een wespentaille werden alom gewaardeerd. Koningin Elizabeth I The Virgin Queen (de Maagdelijke Koningin) die er levenslang op los flirtte werd letterlijk door haar hovelingen op handen gedragen. Maar geen van de heren die op hoge poten haar draagstoel torst, kan mij fysiek bekoren.
Tsaar Alexander I die kort voor zijn dood in 1825 met zijn hoge, zwarte laarzen voor de hofschilder poseerde nadert - als een vroege David Bowie - enigszins ons ideaalbeeld.
Goddelijk lichaam
Op zoek naar een werkelijk schitterend mannenlichaam kom ik onvermijdelijk bij de Griekse kunstenaar die rond 450 voor Christus een bronzen beeld van Zeus schiep. Bij een bezoek aan het Archeologisch Museum in Athene zag ik zijn goddelijk lichaam boven de levende bezoekers uittoornen. Een volwassen gelaat met een korte baard, krachtige ledematen die bijna tweeëneenhalfduizend jaar geleden in hun beweging zijn verstild. Wat een evenwicht. Wat een spieren. Wat een majesteit. Ik bleef om hem heen draaien, bijna verliefd omhoog kijkend.
De jongen
Op zoek naar de schoonheid van de man raakte ik geestelijk in conflict met de befaamde feministe Germaine Greer, die zich in haar spraakmakende boek The Boy (in Nederland bij Meulenhoff verschenen als 'De jongen') onomwonden over geeft aan haar passie voor jonge jongens. Ze illustreerde haar studie met oogstrelende jongemannen uit allerlei tijdperken. De vijfenzestigjarige schrijfster concludeert: 'De man is mooi wanneer zijn wangen nog glad zijn, zijn lichaam onbehaard, zijn hoofd bedekt met een weelderige haardos, zijn blik helder, zijn houding beschroomd en zijn buik plat.'
Ik vraag me af: heeft de schrijfster mijn bronzen Zeus ooit gezien? Zijn rijpe, machtige persoonlijkheid zou oma Greer kunnen leren dat al die jongens niets dan mooie kijkplaatjes zijn maar dat een volwassen man het firmament van de liefde te beheerst.
Copyright Thera Coppens
Verschenen in: Nouveau, mei 2004