Ik ken geen mooier verhaal dan het scheppingsverhaal, dat je in vrijwel alle culturen tegenkomt. Op een dag las ik in een sprookjesboek hoe de schepper op een rots zat en naar de hemel keek. Hij had al heel veel dieren geschapen; de aarde en de zee krioelden van leven. Maar de blauwe lucht was nog leeg. Daarom nam hij een hand vol aarde, mengde het met water en vormde er een vogel van. Hij blies zijn adem in het snaveltje en de eerste vogel sloeg zijn vleugels uit en steeg jubelend ten hemel. In de Bijbel wordt op de zevende dag, als de rest van de schepping is voltooid, de mens geschapen. En hoe doet God dat? In het boek Genesis vers 7 staat letterlijk: 'Toen maakte God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus: zo werd de mens tot een levend wezen.'
Je zou de schepper dus de eerste keramist kunnen noemen. Daar moet ik altijd aan denken als ik mooie voorwerpen van aardewerk, steengoed of porselein zie. Dat vindt allemaal zijn oorsprong in Moeder Aarde. Wat een vernuft om natte klei zo te bewerken, dat we generaties later nog geluk aan hun schoonheid beleven.
In elke eeuw hebben mensen hun vingerafdrukken in klei nagelaten: van de eerste, ruwe aardewerken kom tot het uiterst fijne vogeltje van Meissen porselein.
In mijn Toptien van keramiek is dat vogeltje op de tiende plaats neer gefladderd. Ik zag hem zitten op een hoge porseleinkast in Huis Doorn te Doorn; een kleurige weidehop. Hij werd in 1736 door Johann Joachim Kaendler geschapen. Het is een wonder dat Kaendler hem zo levensecht modelleerde, want het porselein was in het westen nog maar net uitgevonden.
Eeuwenlang hadden de Chinezen hun techniek zorgvuldig geheim gehouden. Chinees porselein was daarom kostbaar en zeldzaam. Dat maakte de bezitters steeds hebberiger. In de zeventiende eeuw brak er een ware porseleinkoorts of chinamania uit. Een van de lijders was Mary Stuart prinses van Oranje, die de planken van haar kabinetten in vele paleizen volstapelde met kobaltblauw gedecoreerd Chinees porselein (nr. 9).
Natuurlijk is er in Europese landen druk geëxperimenteerd in de hoop het porselein te imiteren. Het werd bij toeval ontdekt: de koning van Saksen dreigde zijn alchemist Johann Böttger met de dood, als hij er niet in zou slagen goud te maken. De arme Böttger werd opgesloten in een toren en vond daar in 1710 - geen goud - maar het geheim van de porseleinaarde uit. Simpel gesteld: door z.g. kaolien-aarde op zeer hoge temperatuur te bakken, creëerde hij een hard, waterdicht en transparant porselein. Het lukte de alchemist natuurlijk niet meteen. Zijn eerste producten waren roodachtig van kleur en zo hard dat hij ze met een juweliersslijpsteen moest bewerken. Zo'n zeldzaam exemplaar van een Böttgerflesje bevindt zich in de collectie van Kasteel Sypestein in Loosdrecht. Bloed, zweet en tranen kleven er aan het flesje, dat van mij een achtste plaats krijgt.
Als ik in dit kasteeltje kom, bloeit mijn liefde voor keramiek direct op. Wat heeft Jonkheer Henri van Sypestein in zijn verzameldrift veel breekbare schoonheid bijeen gebracht! Met het Loosdrechts servies (1774-1784) dat op de gedekte eettafel boven staat, zou ik wel de rest van de Toptien kunnen vullen. De decors van vogels, bloemen en planten zijn van zo'n natuurlijke frisheid, dat het lijkt of de dauwdroppels er nog op zitten. Minstens zo mooi zijn de decors van z.g. bietenrood op schotels en theepotten.
Denk niet dat ik wat keramiek betreft uitsluitend val voor verfijning. Ik ben ooit verliefd geraakt op een baardmankruik uit Raeren. Zelfs heb ik bij een antiquair in een hoekje staan te vrijen met een kleine baardmankruik, die volstrekt onbetaalbaar bleek. In de hals is altijd een woest mannenhoofd aangebracht wiens lange baard over de buik van de kruik golft. Nu kom je die Rijnlandse baardmankruiken in vele musea tegen maar geen van alle zijn zo mooi als die uit Raeren. Dat komt door zijn goudbruin, warm glanzend glazuur. Niemand kan het ooit meer zo mooi maken want toen de laatste traditionele pottenbakker van Raeren overleed, heeft hij het glazuurrecept meegenomen in zijn graf.
In onze tijd is er een ware tovenares in kleur en glazuur opgestaan: Dora Dolz (geb. Barcelona 1941). Ik hoef maar een vaas of schaal van haar hand te zien en mijn hart krijst: Dolz! Ik heb gehoord dat de kunstenares al vier maal grootmoeder is maar het jeugdige blauw, geel en wit spat vol energie van het aardewerk af. Het is een heerlijke ervaring om na een wandeling door het park van Het Nijenhuis bij Heino te gaan zitten op een tuinbank van Dora Dolz en je helemaal omarmd te voelen door haar kunst (nr.4) .
Het gelukkige huwelijk tussen kleur en glazuur vindt voor mij zijn hoogtepunt in het renaissance majolica. In het Italiaanse Faenza, waar het woord faïence vandaan komt, is het overvloedig aanwezig. Zelfs de straatnamen staan daar op kleurige, majolica tegels. Het Museo Internazionale delle ceramiche is gevestigd in een oude abdij. De hele ontwikkeling van de keramiek wordt van zaal tot zaal begeleid door passende muziek. In dan - in de 15de eeuwse zaal - beginnen de kleuren op hun ondergrond van wit tinglazuur te stralen. De hele belle donne groep van vrolijke schotels, gedecoreerd met opgedofte dames is een feest voor het oog. En dan de gemodelleerde inktpot, in de meest zonnige tinten gekleurd (nrs 2-3)! Gelukkig hoef ik om die schoonheid te beleven niet steeds zo'n verre reis te maken. In Het Princessehof te Leeuwarden is het Nationaal Keramiekmuseum gevestigd, een van de mooiste in zijn soort ter wereld. Ook daar is renaissance majolica te vinden. Als ik in Het Princessehof kom, loop ik echter niet naar het majolica, noch naar het porselein; ik ga eerst naar de bovenste verdieping waar in een schaars verlichte vitrine de onbetwiste nummer 1 van mijn keramiek - Toptien staat. Het is een kleine schaal van jadegroen Chinees celadon (Ru-yao, 1086-1127).
Van dit type porselein bestaan nog hooguit 85 stukken ter wereld. De zachte tint, het verfijnde glazuur op de zuivere vorm raakt me telkens diep en dieper. Verklaren kan ik het niet. Misschien heeft het iets te maken met de roman 'Rituelen' door Cees Nooteboom waarin de schoonheid van zo'n schaal de hoofdpersoon fataal wordt. Maar ook zonder die roman voel je: als de schepper op een achtste scheppingsdag het keramiek had gemaakt, dan was deze schaal uit zijn handen gekomen.
Top 10:
1. Celadon. Princessehof Leeuwarden, Nationaal keramiekmuseum.
2. Majolica inktpot, Faenza ca 1505. Museo Internazionale delle ceramiche, Faenza.
3. Majolica schaal, Faenza ca 1490. Museo Internazionale delle ceramiche, Faenza.
4. Bankje van keramiek 'Las Meninas', 1991 Dora Dolz. Het Nijenhuis bij Heino
5. Baardmankruik uit Raeren, 16de eeuw. Kasteel Raeren (Duitsland)
6. Loosdrechts servies 17.. Kasteel Sypesteyn, Loosdrecht.
7. Loosdrechts porselein decors van bietenrood, M.O.L. Kasteel Sypesteyn
8. Flesje door J. Böttger 1710, Kasteel Sypestein
9. Het Chinese porselein van Mary Stuart op Paleis het Loo.
10. Porseleinen weidehop door Johann Joachim Kaendler 1736. Huis Doorn.
Copyright Thera Coppens
Verschenen in: Nouveau, oktober 2002