Moment
Op 31 december breekt weer dat nerveuze en absurde moment aan: de laatste seconde van het Oude Jaar. Niemand onttrekt zich aan de spanning die zich opbouwt bij het droge tikken van de klok. Met een glas champagne in de hand sta ik in mijn feestjurk te wachten en elk jaar weer denk ik: wat een onzin eigenlijk. Dit moment is niet belangrijk; er zijn in het afgelopen jaar zoveel belangrijker momenten geweest. Je leest het ook in de ogen van de anderen; daarin gaan filmpjes voorbij van geluk, verlies, verliefdheid, teleurstelling, boosheid of triomf. Onvermijdelijk blikken we terug op het voorbije jaar en maken de balans op. Daarom lacht iedereen zo opgelucht als de klok 12 uur slaat en het Nieuwe Jaar begint. Met geforceerde vrolijkheid laten we het verleden los en roepen: Gelukkig Nieuwjaar! Vuurwerk en vreugde.
Tweeduizendvier breekt aan. Maar niets is zo ongrijpbaar als de tijd. Van een vriendin kreeg ik 'Het Moment' cadeau, de nieuwe bundel van de Poolse dichteres en Nobelprijswinnaar Wislawa Szymborska. Ze schrijft in onthutsende eenvoud over wolken en zegt daarin alles over de veranderlijkheid op aarde:
Bij het beschrijven van wolken
Zou ik me erg moeten haasten -
Al na een fractie van een ogenblik
Zijn het niet meer die wolken, maar andere.
Druppel voor druppel
Hoewel de tijd vluchtig en onwaarneembaar is, zijn de mensen al vroeg middelen gaan bedenken om de tijd te meten. Ik denk dat een van de oudste vormen van tijdmeting wordt gevormd door de clepsydra of waterklok. Daarin druppelen de minuten hoorbaar weg uit een vat, waarin een drijvertje de tijdseenheden aangeeft. Al in de vijftiende eeuw voor Christus - waarschijnlijk nog eerder - zetten de Egyptenaren zo'n klok in hun huizen. Het nadeel was dat het water tijdens de hete zomers snel verdampte waardoor de klok niet erg nauwkeurig was. Bij een zonnewijzer - een nog oudere vorm van tijdmeting - heb je dat nadeel niet maar die werkt alleen zolang de zon schijnt.
Zonnewijzer
Een zakzonnewijzer was ten tijde van het Romeins imperium een waar statussymbool. Caesar verborg er altijd eentje in de plooien van zijn gewaad. Pech als het een bewolkte dag was! Gelukkig is de zonnewijzer ondanks de uitvinding van het horloge om zijn decoratieve waarde nooit verdwenen. Ik vind het een prachtig object, dat elke tuin iets zomers en evenwichtigs geeft. Tegen de muur van een oude herberg in Nieuwersluis aan de Vecht noemt de schaduwnaald van de zonnewijzer nog altijd de uren waarop talloze reizigers in de trekschuit stapten. Dat mooie, oude woord alleen al: schaduwnaald.
Zandloper
's Nachts gaan de uren door en is de zonnewijzer een nutteloos ding. Daarom verzon men de kaarsklok, die door het wegbranden van streepjes het verstrijken van de uren aan kon geven.
Maar een waskaars is duur en op is op. De olieklok was ook niet alles. De uitvinding van de zandloper kwam dus als geroepen: je hoefde de twee trechtervormige glazen maar één keer met zandkorrels te vullen. Daarna kon je hem keer op keer gebruiken, bijvoorbeeld op de rand van de kansel om aan te geven hoe lang de preek mocht duren, of tijdens het betoog van een geleerde aan de academie.
Torenklokken
Het duurde nog tot het eind van de dertiende eeuw voor de tijdmeting een 'hoge' vlucht nam en de eerste torenklok de tijd op een wijzerplaat duidde. Het wonder werd gaande gehouden door gewichten aan een touw. Een uiterst zeldzaam exemplaar uit de zestiende eeuw werd onlangs op de kasteelzolder van Hoensbroek ontdekt en zorgvuldig gerestaureerd. Torenklokken met vergulde wijzers en hun zware, trage tikken kunnen me telkens ontroeren. Hoeveel mensen hebben al omhoog gekeken naar de klok op de toren van de Sint Maartenskerk in Zaltbommel? Niet ver daar vandaan in de Gasthuistoren bewegen er zelfs ruitertjes onder de wijzerplaat om het verstrijken van de hele uren leuker te maken.
Christiaan Huygens
Pas in de zeventiende eeuw vond de geniale Christiaan Huygens het slingeruurwerk uit waardoor de tijdmeting nauwkeuriger werd. Het uurwerk belandde vanuit de toren in de woonkamer. De fraaiste pendules geven sindsdien zelfs de seconden aan. In het Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum in Schoonhoven zijn honderden klokken te zien; van een mooi gegraveerd Praags tafelkokje uit ca 1550 - dat op een veer loopt - tot de vroegste quartzhorloges uit het begin van de twintigste eeuw en de uiterst precieze atoomklok uit ca 1977.
Wat hebben kunstenaarshanden een schoonheid toegevoegd aan de klokken. Op de een rust Vadertje Tijd met zijn baard en zeis, op de ander balanceert een bronzen godin. De Napoleontische klok torst wel twee tot vijf wijzerplaten, de pendule van Eisenloeffel vormt een statig sprookje en tal van klokken en horloges met ornamenten uit renaissance, barok, Franse Lodewijkstijlen, neostijlen, Jugendstill en Art Deco tikken, klingelen en luiden om aandacht.
In de museumwinkel wordt een zilveren replica verkocht van een z.g. eeuwigdurende kalender (€114,70) uit de achttiende eeuw. Ik vind het een mooi nieuwjaarscadeau maar ook een beetje eng: het duidt de tijd die eeuwig doorgaat ook als wij er niet meer zullen zijn.
Copyright Thera Coppens
Verschenen in: Nouveau, januari 2004