Een stenen ster in het landschap

Loevestein

Waar Maas en Waal samenvloeien ligt het Munnikenland, een verlaten landtong beheersd door de oerkrachten van wind en water. Daar verrees in de veertiende eeuw een sterk en sober bouwwerk, nu omsloten door een ster van stenen bastions: Slot Loevestein. In de kersttijd vormen de door kaarsen verlichte zalen het decor van historische verhalen, waarin de beroemde gevangene Hugo de Groot een hoofdrol speelt. Maar het slot staat op de drempel van een nieuw tijdperk. Dan moet de historie in high tech meer bezoekers gaan trekken. Loevestein voert een gedurfd beleid, dat vanuit de museumwereld met argusogen wordt gevolgd.

Toen in 1995 de Rijksdienst voor Kastelenbeheer werd opgeheven moest Slot Loevestein zich bezinnen op een zelfstandige toekomst. Waar andere kastelen collecties bezitten, is Loevestein kaal als in de middeleeuwen. Door zijn geïsoleerde ligging temidden van rietmoerassen en ooibossen deed het slot eeuwenlang dienst als staatsgevangenis en van dat koude, grimmige imago kon het zich niet bevrijden. Hoe lokt zo'n slot meer bezoekers?
Een eerste verbetering kwam tot stand door de aanleg van een milieuvriendelijke vloerverwarming. Het slot kan nu ook 's winters gasten voor seminars en bijeenkomsten ontvangen. Tegelijk werden er glasvezelkabels gelegd, die in de komende jaren hun dienst zullen bewijzen als door middel van virtual reality geluiden en visioenen van de riddertijd en de Tachtigjarige Oorlog worden opgeroepen.
In de afgelopen zomers ontplooide Loevestein uiteenlopende activiteiten zoals de oprichting van de 'Kruittoren Kids Klub', het wandelen van de 'Ruige route', en spectakel in de slotgracht door objecttheater 'Het Monsterverbond'. Er werden ballonvaarten, concerten en spraakmakende tentoonstellingen georganiseerd. In de komende boekenweek wordt een literair 'Boekenkistfeest' gehouden. Zo groeit de voormalige ridderburcht uit tot een cultureel platform met bijna onbeperkte mogelijkheden.
Er zijn ook mensen die Slot Loevestein liever in zijn oorspronkelijke gedaante zien en de eigen verbeeldingskracht prefereren boven effecten van laserstralen. Zij kunnen deze decembermaand bij kaarslicht door de oude zalen dwalen. De geheimzinnige schaduwen die over trappen en nissen glijden, zetten de fantasie vanzelf in werking.

Er was een tijd dat er geen Loevestein was. De machtige stromen van Maas en Waal overspoelden het land, braken de oevers af of voegden vers slib toe. Willem van Horne heer van Altena gaf het gebied in leen aan Cisterziënsers uit Villers. Met hun kennis en vrome arbeidzaamheid bonden de monniken de strijd aan met land en water: ze wierpen dijken op, groeven sloten en verbouwden het ingepolderde land. Het was een ongelijke strijd; wind en krachtige stromingen wonnen het van het monnikenwerk. Na zeventig jaren ploeteren op het ondankbare land gaven de Cisterciënsers de strijd op. Alles dat ze ons nalieten is de naam van het gebied: Munnikenland.
De latere heer Dirc Loef van Horne o.m. heer van Kasteel Heeze, van Leende en Montcornet, begon in 1361 met de bouw van een woontoren op de landtong. Hij verbleef van tijd tot tijd in deze donjon aan de Waal terwijl metselaars en timmerlui de bouw van zijvleugels en hoektorens voortzetten. Vele duizenden kloostermoppen waren er nodig om de muren die tussen de 1.60 m en 2.20 m dik zijn op te metselen. Jarenlang stonden de steenovens op de uiterwaarden te roken en werden er grote hoeveelheden mortelspecie aangevoerd voor het metselwerk. Na ongeveer tien jaar hadden de bouwers het immense werk voltooid. Dirc Loef huwde in 1367 met Isabella de Montigny. Mischien is het de enige periode waarin het middeleeuwse slot als woonburcht dienst deed. In 1375 maakte Dirc Loef plaats voor zijn neefje Willem, die op zijn twaalfde meerderjarig werd verklaard. De bouwer van Loevestein vertrok in het rijke gevolg van zijn broer Arnoud van Horne prinsbisschop van Luik naar het zuiden en keerde nooit terug. Op de donjon van Loevestein staat nog altijd het metalen windijzer waarin de drie hoorns uit het blazoen van dit illustere geslacht Horne zijn uitgespaard. De naam Loevestein vertelt dat ridder Loef dit huis van steen liet bouwen.

Ondanks oorlogen en aanslagen is er aan Slot Loevestein sindsdien niet veel veranderd. Wie de eerste brug over de slotgracht is gepasseerd vindt aan de linkerkant de soldatenwoninkjes. Daarin is een expositie te zien, die met teksten en voorwerpen overzichtelijk alle hoogtepunten uit de Loevesteinse historie samenvat. Onder de vele archeologische vondsten bevindt zich een mooie, vroeg 16de eeuwse schotel. In de sliblaag, die het rode aardewerk bedekt is een interessant motief gekrast; een kroon met een duif, die een vis in zijn snavel heeft. Hoewel de kroon bekend is als Maria-symbool en de vis naar Christus verwijst, is het verhaal achter dit sierlijk decor niet helemaal opgelost.
Slot Loevestein is rijk aan historische verhalen; zo komen we op de tentoonstelling de legendarische Herman de Ruyter tegen, de Engelse admiraal Ayscue en het Schotse regiment soldaten dat hier tussen 1750 en 1754 bivakkeerde. Deze Schotten waren door de Engelse koning naar de Republiek gestuurd om de parate Staatse troepen te versterken. Ze hebben in de Loevesteinse soldatenwoningen wandschilderingen nagelaten, die uniek zijn in de wereld. (Alleen op verzoek te bezichtigen). Een dansend paar amuseert zich daarop bij de klanken van een doedelzakspeler. Het bijzondere is dat deze gewone soldaten gekleed zijn in hun geruite kilt en dat de bagpipe klinkt; twee uitingen van Schots nationalisme die in deze periode door de Engelse wet om politieke redenen streng werd bestraft met deportatie naar een ver, ongezond land vanwaar men zelden levend terugkeerde.

Als we de tweede slotgracht via de houten brug overgaan staan we voor het sombere massief van de poorttoren, waarin een valhek was aangebracht. Op de binnenplaats gekomen voelt men zich omsloten door kille muurvlakken; hoog boven je hoofd vormt de hemel een onbereikbare rechthoek. De 14de eeuwse doorleefde kloostermoppen dragen sporen van vroegere kantelen, dichtgemetselde ramen en krijgsgeweld. Rechts ligt het entree naar de de z.g. Waaltoren, de oudste donjon die door Dirc Loef van Horne werd bewoond. In de grote hal overvalt je het duister der middeleeuwen: smalle vensternissen in ruim twee meter dikke muren en een kleine nis in de muur die plaats biedt aan een olielampje. In de aangrenzende kemenade, het enige vertrek dat verwarmd werd, vertoefde de heer met zijn gezin bij de schouw. De vrouwen brachten hier het grootste deel van hun eentonig bestaan door met borduren, eten, slapen, baren en bidden. Door een opening in de muur hadden ze zicht op een klein huisaltaar, waar kostbare waskaarsen brandden. Vijf eeuwen later werd de gewijde plek tijdens een restauratie bij toeval teruggevonden. De bepleisterde muur is beschilderd met de gekruisigde Christus, Maria en Johannes. Rechts staat de meest populaire vrouwelijke heilige van de 14de eeuw: Catharina. Als herinnering aan haar marteldood draagt ze als attributen zwaard en folterrad.

ridderzaalloevestein

De twintig meter lange en zeven meter hoge ridderzaal is imposant in zijn kale eenvoud. Als de wanden flauw zijn verlicht, kan men zich voorstellen hoe hier gevangenen werden verhoord en veroordeeld. Aangrijpend is het verhaal van de vete tussen Gozewijn de Wilde president van het Hof van Holland en de heer van Banyaert slotvoogd van Medemblik. Ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten beschuldigden ze elkaar respectievelijk van crimen nefandum ofwel 'tegennatuurlijk geslachtsverkeer' en doodslag. Door deze misdrijven belandden ze beiden in de gevangenis voor ondervraging. Hoewel er geen enkel bewijs voor homofilie werd ontdekt, sprak de bevooroordeelde rechter op Slot Loevestein het doodvonnis uit over Gozewijn. De veroordeelde werd gevankelijk naar de binnenplaats gesleept waar de rechter tussen een rood schavotkleed en een houtvuurtje ging staan om hem voor de keuze te stellen: als hij zijn misdaad ontkende, wachtte hem een langzame, pijnlijke dood op de brandstapel. Als hij zijn homosexuele praktijken toegaf, werd hij snel onthoofd door het beulszwaard. Gozewijn koos voor het laatste en stierf op Loevestein. Zijn tegenstander, die officieel was verbannen met verbeurdverklaring van zijn goederen, kon naar huis gaan. De straf werd nooit uitgevoerd. De rechter trok profijt van zijn vonnis; hij volgde Gozewijn op als president van het Hof van Holland.

Met dit vreselijke verhaal in gedachten beklimmen we de steile wenteltrap en komen in een indrukwekkende ruimte van dezelfde afmetingen als de onderliggende ridderzaal. Hier zaten vanaf 1619 de negen remonstrantse predikanten in aparte cellen opgesloten. Tijdens de godsdiensttwisten hadden ze de zijde van Johan van Oldenbarnevelt gekozen en werden door prins Maurits als staatsgevaarlijke elementen beschouwd. In de duistere, stinkende ruimte vonden ze geen andere troost dan de Bijbel. Hun geleerde politieke medestander Hugo de Groot werd tot levenslange opsluiting veroordeeld. Hij werd met zijn vrouw Maria van Reigersberch, hun kinderen en een dienstmeisje opgesloten in de vierkante hoekzaal. De ruimte meet 9 X 8 meter, heeft zwaar getraliede vensters, een stenen vloer en balkenplafond. Dertien vergrendelde deuren scheidden hem van de vrijheid en hij werd dagelijks gekweld door de sadistische commandeur van het slot. De Groot kreeg toestemming boeken te bestellen en hij begon aan het schrijven van een belangwekkend boek, dat elke student nu nog verplicht moet bestuderen: 'Inleiding tot de Hollandse Rechtsgeleerdheid'. Het werd gevolgd door het 'Bewijs van de Ware Godsdienst' en hij maakte reeds aantekeningen voor zijn beroemde De Jure ac Pacis. Na anderhalf jaar opsluiting begon het gezin echter dusdanig onder het uitzichtsloze bestaan te lijden dat er een vluchtplan werd ontwikkeld, dat waarschijnlijk het spannendste verhaal uit onze vaderlandse geschiedenis is geworden. In maart 1621 stapte De Groot na wekenlange lichamelijke oefening 's morgens vroeg in zijn lege boekenkist. Slechts gekleed in zijn onderhemd haalde hij diep adem, vouwde zich op en liet het deksel sluiten. De soldaten haalden de boekenkist gewoontegetrouw op en brachten hem - zonder de inhoud te controleren - per boot naar Gorinchem. Toen de gouverneur 's avonds de ontsnapping ontdekte en de achtervolging van zijn politieke gevangene inzette, was De Groot al naar Antwerpen gevlucht. In De Groots kamer op Loevestein is nu nog 'de enige echte' boekenkist te zien (evenals in het Rijksmuseum te Amsterdam en het Prinsenhof in Delft). De geleerde kreeg nooit toestemming in zijn geliefd vaderland terug te keren. Hij bleef een banneling, heen en weer geslingerd tussen hoop en teleurstelling. Hij overleed in 1645 te Rostock. Grotius kreeg een praalgraf op het koor van de Nieuwe Kerk in Delft, vlak bij de Oranjeprinsen die zijn ellende op hun geweten hadden.

Op Slot Loevestein is -net als in de tijd van de remonstrantse gevangenen- een kerkzaal ingericht met een houten kansel en een schouw. Hier wordt nog zes maal per jaar een dienst gehouden door een gemeente uit Poederoijen. Een wenteltrap leidt langs de benauwde ruimte van de keukentoren waarin Rombout Hoogerbeets opgesloten zat. Zijn echtgenote Hillegonda Wentsen, die met haar kinderen zijn gevangenschap deelde, kon de beproevingen niet verdragen en stierf in hun cel. De gouverneur wachtte daarop drie dagen alvorens haar lichaam op te halen en te begraven.
Na een steile klim bereiken we de grote zolder, waar een hijsconstructie bewaard bleef waarmee de slotbewoners goederen door een -nu verdwenen- luik konden optakelen. Het stemmige balkenwerk van de kap toont, dat de bouwers van kastelen en huizen veel hebben geleerd van scheepsbouwers. Tenslotte leidt de muurtrap neerwaarts naar de grote, middeleeuwse kasteelkeuken. De schouw loopt over de hele breedte. Als je onder het rookkanaal staat, reikt een roetzwarte tunnel opwaarts naar de hemel. Zes eeuwen lang is hier gestookt en gekookt en werden er hammen en vissen in opgehangen en gerookt. Dit is een directe confrontatie met de historie; geuren van soep, pap en speenvarkens vervluchtigden. Mensen werden geboren, stierven en hun nakomelingen zaten op dezelfde plek als hun voorouders hun kom leeg te lepelen. Met wat geluk strijkt er een kraai neer op de rand van de schoorsteen. Je hoort hem krassen, net als de gevangene van het verleden dat hoorde. Zonder virtual reality.

www.slotloevestein.nl

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Vitrine, dec/jan 1999

E OmslagSuzanneTHERA COPPENS

* SilvesSophie. Macht. Kultur - Regentin im Nachklassischen Weimar * Zeestreken *

 Tromplaan 7A 3742 AA Baarn E. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Go to top