Het buiten van Belle

Slot Zuylen - gesticht rond 1265 - heeft een rijke geschiedenis van meer dan zeven eeuwen achter de rug. Hoewel Belle van Zuylen er slechts 31 jaar woonde, is het alles Belle dat de klok slaat. Net als tijdens haar leven, treedt haar briljante geest - zonder 'talent voor ondergeschiktheid' - overal op de voorgrond. Een rondgang door een Utrechts museumkasteel.

slotzuylen

'Le moulin, la prairie, la vache...' zo vatte Belle van Zuylen haar zomerse omgeving samen. En als we voor het venster van haar kamer op Slot Zuylen staan, lijkt alles onveranderd. Het is of achter ons haar pen over het papier krast: 'De molen, de weilanden, de koe...'. Er spreekt verveling en minachting uit de oer - Hollandse opsomming. Het is niet de eerste keer, dat een kamer in het slot de herinnering aan Belle van Zuylen oproept. Elke traptrede, elke marmeren vloertegel, elke zaal lijkt nog van haar aanwezigheid vervuld. Telkens moet je je weer realiseren, dat dit kasteel - gesticht rond 1265 - een rijke geschiedenis van meer dan zeven eeuwen achter de rug heeft, terwijl Belle van Zuylen er slechts eenendertig jaar woonde. Toch is het alles Belle dat de klok slaat. Net als tijdens haar leven, treedt zij overal op de voorgrond. Haar briljante geest schittert over de eeuwen heen. Het is beter er maar aan toe te geven en de schrijfster aan de hand van haar brieven, tijdens een rondgang door Slot Zuylen te laten spreken.

Slot Zuylen

De streek rond Slot Zuylen is bijna ongeschonden door de eeuwen gekomen. Bij de afslag Oud- Zuylen daalt er een weldadige rust over het landschap. De Vecht slingert zich loom langs groene oevers met grazende koeien. Over een witte ophaalbrug bereiken we het domein van de Van Tuylls; hier werd op 20 oktober 1740 - de als Belle van Zuylen beroemd geworden schrijfster - Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken geboren. Ze was de oudste dochter van baron Diederik Jacob van Tuyll (1707 - 1776) en de toen 16-jarige Helena Jacoba de Vicq (1724 - 1768). Er zouden nog zes broers en zusters volgen. Toch gaan je gedachten niet meteen naar de 18e eeuw, als je de hoge ijzeren toegangshekken achter je hebt gelaten en Slot Zuylen met zijn spitse hoektorens uit de slotgracht ziet oprijzen. De Middeleeuwse bakstenen muren hebben belegeringen, branden en verbouwingen doorstaan. Op het 16e eeuwse poortgebouw prijken de wapens van Van Tuyll (drie rode honde- of brakkekoppen) en die van Van Zuylen (drie zuilen). Dit poortgebouw vormt een schilderachtige omlijsting van de aan de horizon gelegen molen.

Toen Belle werd geboren, had Slot Zuylen nog zijn 16e eeuwse gedaante. In 1751 onderging het kasteel in opdracht van haar vader een ingrijpende verbouwing; architect Jacob Marot (zoon van Daniël Marot) dempte het zuidelijk deel van de slotgracht waardoor er een ruim voorplein ontstond. Hij verplaatste het entree naar de zijde van het plein en bouwde een royaal voorhuis tegen de oude muur aan. Daarin werden trappenhuizen aangebracht en lange gangen. Marot brak de smalle vensters uit en plaatste rijen grote schuiframen in de oude muren, waardoor licht en frisse lucht vrij naar binnen kunnen stromen.
Terwijl de arbeiders druk aan het werk waren, verbleven de Van Tuylls in hun voorname stadswoning aan de Utrechtse Kromme Nieuwegracht (nrs. 3-5), die eveneens door Jacob Marot was verbouwd. Deze woning in '..mijn droeve, droeve Utrecht,' zoals Belle de stad omschreef, heeft een sombere, strakke voorgevel. Vanuit dit huis was het per trekschuit maar twee uur varen naar hun verrukkelijke buitenplaats aan de Vecht, die spoedig gereed was om de adellijke familie te ontvangen.

zuylen

Als we het benedenhuis zijn binnengegaan, hebben de twee trappen, de marmeren vloertegels, de elegante 18e eeuwse bank met zijn opengewerkte rugleuning, alle allure van de Zilveren Eeuw. Maar we hoeven maar de kelderdeur te openen, om de Middeleeuwen binnen te stappen. De dikte van de muur verraadt dat we hier te maken hebben met de oorspronkelijke buitenmuur.De kelders leiden naar een kleine kerker met schietgaten onder de hoektoren.
Ten tijde van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (15e eeuw) werd het kasteel door de Utrechters 'omvergeworpen' en het bleef als een ru‹ne achter. Niettemin noemde Frank van Borselen (1395-1471) Stadhouder van Holland en Zeeland, die het goed in zijn bezit had gekregen, zich Heer van Zuylen. In de z.g. Zuylenkamer hangt nog een portret van deze voorname Vliesridder, die het hart van Jacoba van Beieren wist te veroveren en in 1432 een geheim huwelijk met haar sloot. Pas aan het begin van de 16e eeuw werd Zuylen herbouwd en vond het een plaats op de lijst van Utrechtse Ridderhofsteden. De toenmalige heer liet het kasteel na aan zijn neef George van Lalaing Stadhouder van Friesland en Groningen (1540-1581), die in 1580 overliep naar de Spanjaarden. Na dit verraad werden zijn goederen, inclusief Zuylen, door de Staten geconfisqueerd. Slotheren met oude, voorname familienamen wisselden elkaar af, totdat het kasteel in 1665 in het bezit kwam van de Van Tuylls. En dat zou zo blijven.
Een wandeling door het verleden

'Op kasteel Zuylen woont de kookster helemaal onder in het huis, als een walvis onder water,' schreef Belle als meisje. De heringerichte keuken van het kasteel geeft een prachtig beeld van het behagelijke leven dat de 18e eeuwse adel op zijn buitenplaats leidde. Op de keukenplanken staan Wedgwood pasteivormen, roodkoperen potten en een handige rijstbol. Op de keukentafel prijkt een mooi porseleinen theeservies, dat bij nadere beschouwing een gebroken afdankertje van de adellijke familie blijkt te zijn. De keukenmeid heeft de scherven keurig met eiwit en donkere krammetjes tegen elkaar gezet, zodat het nog jaren dienst kon doen. En voor elk diner drukte de kookster behoedzaam de houten stempel met het familiewapen in de verse boter. In de grote eetzaal staat het servies van Ch'ien Lung - porselein uitgestald op de met damast, zilver en kristal gedekte tafel. Langs de achterwand hangen zeven levensgrote portretten van voorouders met klinkende titels. In een van haar brieven schrijft Belle opstandig: 'Een titel, geeft die ook maar voor iets troost? Vult die de leegte van de geest?' Toen ze tweeëntwintig jaar was, publiceerde ze een anonieme roman 'Le Noble' (De edelman) waarin haar hoofdperson Julie in een torenkamer wordt opgesloten. Om over de slotgracht te ontsnappen, bouwt ze een brug van de familieportretten: 'Nu hebben mijn voorvaderen tenminste eens iets nuttigs gedaan!' liet Belle haar zeggen. Toen Frederik de Grote koning van Pruisen dit boek las, barstte hij in lachen uit. Hij stelde alles in het werk om 'de Hollandse godin' Van Zuylen naar zijn paleis in Potsdam te voeren. Maar Belle versmaadde het gezelschap van de koning en zelfs dat van zijn vriend Voltaire. Haar onafhankelijke geest zocht vruchteloos verder naar de vrijheid.
Slot Zuylen heeft o.m. een charmant theekamertje met 17e eeuwse gewelfschilderingen, een muziekzaal, een sprookjesachtige balzaal met 17e eeuwse wandtapijten en een interessante bibliotheek vol 18e en 19e eeuwse literatuur. Schilderijen van grote meesters als Honthorst, Maes, Moreelse, Van Aelst, Saftleven, Ter Borch en De Spinny zijn alleen al een bezoek waard. Voor liefhebbers van glaswerk staat er de lichtgroene, door Anna Roemersdr. Visscher gegraveerde roemer uit 1645.

belleslotzuy

Toch vormen de drie kamertjes, die Belle van Zuylen bewoonde, het hoogtepunt van de wandeling door het kasteel. Hier schreef ze meer dan tien jaar 250 brieven aan de getrouwde man, die ze in het geheim liefhad: d'Hermenches. Hier sloeg ze de aanzoeken van vele prinsen, graven en baronnen hooghartig af. En hier nam ze als 31-jarige tenslotte maar het ongelukkige besluit om de vrouw te worden van monsieur De Charrière, een onbemiddeld huisleraar. Zo verhuisde ze als Madame De Charrière in 1771 naar het plaatsje Colombier in Zwitserland. Ze zou nooit de kinderen krijgen, die ze verlangde. Hartstocht bestond voor haar alleen op papier. Des te uitvoeriger ontplooide ze zich op creatief gebied: ze schreef romans, toneelstukken, politieke pamfletten, muziek en opera's. En vooral: brieven.
Een wandeling door de tuinen, vormt een noodzakelijke afronding van een dwaaltocht door Slot Zuylen. De slangemuur kronkelt zich als vanouds langs de slotgracht. In de perken bloeien rozen, in de boomgaard rijpen appels, peren en pruimen. Hoge eiken en beuken vullen met hun geruis de stilte van een zomermiddag op het, boven de slotgracht gelegen, terras. Toen Madame de Charrière gedesillusioneerd in Colombier woonde, schreef ze haar broer vol heimwee over haar gelukkige meisjesjaren op het slot: 'Ik was te heftig toen, en dikwijls al te zeer ontstemd, te veel gekweld ook door een vlammende verbeelding, om veel van al die dingen te genieten, maar ik voelde ze wel degelijk aan en ik heb ze in mijn herinnering bewaard...'

Belle overleed na een langdurige ziekte op 65-jarige leeftijd in Colombier. Ze was eenzaam en bijna bankroet maar haar geest bleef tot het laatste moment sprankelend. D'Hermenches heeft eens gezegd: 'Als Belle van Zuylen zich door een kamer of over een geschreven bladzijde beweegt, gaat er, met haar, een licht voorbij. Bij een wandeling door het huis en de tuinen van Slot Zuylen, moet iedere bezoeker er wel iets van voelen nagloeien.

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Vitrine

Literatuur: 'Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid', Belle van Zuylen in briefwisseling met Constant d' Hermenches, James Boswell en baron Van Pallandt, Amsterdam 1987.
Simone en Pierre Dubois: 'Zonder vaandel, Belle van Zuylen een biografie' Amsterdam 1993. 'Slot Zuylen' redactie André van der Goes, Oud- Zuylen 1992.

E OmslagSuzanneTHERA COPPENS

* SilvesSophie. Macht. Kultur - Regentin im Nachklassischen Weimar * Zeestreken *

 Tromplaan 7A 3742 AA Baarn E. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Go to top