Kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten is in vele opzichten uniek. Het werd bijvoorbeeld nooit verkocht. Zeven eeuwen lang bleef het door vererving in de familie van Van Wassenaer en hun nazaten. Toen de laatste erfgename in 1960 het practische besluit nam het kasteel, de omvangrijke inventaris en de archieven onder te brengen in een stichting, werd bepaald dat de collectie bij elkaar moest blijven.

facade

Zo heeft Duivenvoorde zijn schatten uit vele eeuwen kunnen behouden; van 16e eeuwse portretten tot 18e eeuws porselein en zilver en van 17e eeuws meubilair tot 19e eeuws mangels. Alle voorwerpen en meubels zijn op hun vertrouwde plaats blijven staan, waardoor de vertrekken een bewoonde indruk maken. De zuidvleugel van Kasteel Duivenvoorde wordt trouwens nog steeds bewoond door de beminnelijke barones J.M. Schimmelpenninck van der Oye, schoonzuster van de laatste, in 1965 overleden erfgename van het kasteel. Bij bijzondere geledenheden is de barones bereid persoonlijk de gasten rond te leiden. Ze dwaalt vijf kwartier lang met hen door de zalen, waarin ze een deel van haar leven doorbracht. Ze zit vol amusante anecdotes, die je in historische werken tevergeefs zult zoeken.

Tuinen, tijdperken, bewoners

Kasteel Duivenvoorde is op z'n mooist als we aan de overzijde van de brede, rimpelende vijver staan. Dan wordt het hele huis met zijn drie schoorstenen en rijen grote ramen weerspiegeld in het water. Het effect is een vinding van een 19e eeuwse tuinarchitect (waarschijnlijk Zocher jr.), die het park zijn huidige aanzien gaf; slingerende paden, rustieke doorkijkjes, een romantische vlotbrug, boompartijen in allerlei nuances groen om de zomen van grasvelden te overschaduwen. Alles volgens de toen zo modieuze Engelse landschapsstijl. Over stenen bruggen met ijzeren leuningen (ontwerp van de Engelse architect Donaldson), gesierd met 18e eeuwse tuinvazen, bereiken we het entree. Binnen wordt de eerste indruk bevestigd: Kasteel Duivenvoorde heeft niet de donkere, kille atmosfeer die veel oude huizen kenmerkt. De zon schijnt door de grote schuiframen naarbinnen en in alle zalen ervaar je de rust van het weelderig groene park dat het kasteel omringt. Alleen in het voorhuis, waar barones Schimmelpenninck van der Oye ons verwelkomt, zijn de koele Middeleeuwen nog aanwezig.

voorhal

Ze laat zien hoe de resten van de 13e eeuwse donjon of verdedigingstoren in de huidige architectuur werden opgenomen. Een gothische kaarsennis in een dikke muur is daarvan een stille getuige. Tegen deze muur is een stamboom van de kasteelbewoners gehangen; de Van Wassenaers behoorden met de Egmonds en Brederodes tot de voornaamste adellijke Hollandse geslachten. De drie zilverkleurige wassende manen of 'wassenaeren' op het rode veld die het familiewapen sieren, zijn op allerlei plaatsen in het kasteel terug te vinden. Zelfs de zwanen in de slotgracht droegen in vervlogen tijden glanzend koperen halsbanden met de naam van het kasteel er op. De zwanebanden liggen nu in een vitrine van de 'Museumkamer'. Het was Philips van Duivenvoirde (ca. 1200 geboren), die zich naar zijn kasteel Van Duivenvoirde ging noemen. Generaties later werd de oude geslachtsnaam Van Wassenaer weer opgenomen door Johan van Wassenaer en Duivenvoirde (1577-1645). De roemruchte familienaam verdween echter toen het kasteel vanaf de 18e eeuw door vrouwelijke nakomelingen der Van Wassenaers werd geërfd: we komen dan de namen tegen van het Gelderse geslacht Torck, van Van Neukirchen genaamd Nyvenheim en van Steengracht. Toen Cornelia Steengracht in 1855 baron Schimmelpenninck van der Oye trouwde, verkeerde Duivenvoorde in een bloeiperiode. De barones, die wijzend langs de stamboom bij de laatste namen is gekomen, vormt er een levend bewijs van; ze doet veel om het unieke erfgoed in stand te houden: 'Ik maak graag reclame voor een bezoek aan Kasteel Duivenvoorde'.

Kabeljauwse plundering en een Vliesridder

Toen Duivenvoorde nog slechts een door slotgrachten omringde donjon was, heerste hier Arent IV. Hij nam deel aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten, die in 1392 weer oplaaiden toen Aleida van Poelgeest, maîtresse van hertog Albrecht van Beieren, op het Buitenhof in Den Haag werd vermoord. De razende hertog verdacht de Hoekse Arent IV van medeplichtingheid en verwoestte uit wraak Kasteel Duivenvoorde. Maar het kasteel werd in de volgende jaren hersteld. Aan de linkerwand van het voorhuis hangt een kleurig portret van een roemrucht familielid: Jan II Vliesridder, baanderheer van Wassenaar en burggraaf van Leiden (1483-1523). De ridder is van hoofd tot voeten afgebeeld; een forse, rood - witte vederdos siert zijn hoed. De anonieme schilder heeft er twee door de lucht vliegende kogels bij geschilderd die aangeven waar en wanneer Jan II gewond raakte. 'In Italia voor Padua Anno 1509' lezen we. Daar sloeg de kogel in zijn kaak waarbij de ongelukkige maar liefst zeven tanden kwijtraakte. Keizer Maximiaan kwam persoonlijk aan zijn veldbed zitten om hem te troosten. De tweede kogel raakte Voir Sloten in Vrieslandt Anno 1523 zijn elleboog. Jan II overleed aan deze verwonding. Zijn begrafenisstoet, voorafgegaan door zestig in het zwarte geklede fakkeldragers, bracht heel Den Haag op de been.

Een rondgang door de noordvleugel

Oorlog, schijnvrede, vrede, welvaart, oorlog... Als we de trap bestijgen zijn onze gedachten bij Johan van Wassenaer, die in deze eindeloze cyclus goed gebruik wist te maken van een periode van vrede. Hij liet zijn Kasteel Duivenvoorde in 1631 grondig verbouwen. De huidige vorm heeft het huis aan hem te danken. Omdat hij de bestaande bebouwing wilde sparen, ontstond er een aaneenschakeling van trappen, overloopjes, zalen en tussenkamertjes. Wie Duivenvoorde de eerste keer bezoekt, heeft steeds het gevoel dat hij zonder de leiding van de gids zou verdwalen. Aan Johan hebben we de mooie, met bloemranken beschilderde balkenplafonds in het voorhuis en de 'Grote overloop' te danken. Zijn portret en dat van zijn vrouw Maria van Voorst van Doorwerth die in het voorhuis hangen, werden in 1608 door Evert Crynsz. van der Maes geschilderd.

johan1608 maria1608

In de 'Turkse kamer' komen we hem met zijn ouders, zuster en beide echtgenotes tegen op een merkwaardig schoorsteenstuk dat in 1643 door Jan Mijtens werd geschilderd.

theodora

Daar onder staan twee zilveren vuurbokken. Ze vormden een huwelijksgeschenk voor Arent van Wassenaer (1669-1721) die in 1701 trouwde met de schatrijke dochter van hertog van Portland: Anna Margriet Bentinck. In het aangrenzende kamertje vinden we herinneringen aan de 18e eeuwse eigenaren van Duivenvoorde; de familie Torck.
Dit Gelderse geslacht bezat niet alleen een fraaie woning in Den Haag maar ook Kasteel Rosendael bij Arnhem. Geen wonder dat ze geen middelen meer hadden om Duivenvoorde te onderhouden. Het kasteel werd in deze periode dan ook verwaarloosd. Op de 'Grote overloop' bevindt zich een statig, rond 1700 gemaakt sterkabinet. Het geheim van de ster waaraan het meubelstuk zijn naam dankt, schuilt aan de binnenzijde van de deuren. Het is verrassend om op de planken een hele collectie kunstig bewerkt wapentuig te vinden. 'Aan de hand van deze ruiterpistolen kun je verklaren waarom de Engelsen aan de linkerkant van de weg zijn gaan rijden,' legt de barones uit. Ze demonstreert hoe de Engelse lords vroeger over de wegen galoppeerden; de teugels losjes in de linkerhand en de rechterhand vrij om het pistool uit de holster te trekken als er een vijand over de weg naderde.
Bij de verbouwing van 1717 ontstond de kleine 'Goudleerkamer', waarvan de wanden rondom met goudleer zijn bedekt. Pronkstuk is het 17e eeuwse Vlaamse kunstkabinet van ebbenhout, ingelegd met schildpad. We kunnen ons de verrukking van de aanwezigen voorstellen als de Heer van Duivenvoorde de deuren opende en uit de tientallen kleine laadjes, vakken en kastjes zijn collectie naturalia tevoorschijn toverde.

De schilderijen van Daniël van den Queeckborne die op het goudleer volmaakt tot hun recht komen, zijn verfijnde portretten van mevrouw Clara van Wassenaer, geboren Hinojosa (gestorven in 1631) en haar drie dochters Elisabeth, Mechteld en Theodora. De kanten kragen, het borduursel op de mouwen, de juwelen en linten geven een beeld van de luxueuze hofmode ten tijde van Prins Maurits. Via de 'Bibliotheek' (waar een opengeslagen exemplaar ligt van Maria Sybilla Merians insectenboek), de 17e eeuwse welvoorziene 'Mangelkamer' en de 'Museumkamer' (o.a. tekeningen en aquarellen) bereiken we een van de hoogtepunten van ons bezoek: de 'Porseleinkamer'. Europees 18e eeuws porselein staat in vitrinekasten. In een sierlijke Lodewijk XIV - buffetkasten staat een Loosdrechts servies uitgestald. Tussen de vensters zien we borden die deel uitmaakten van een zeldzaam servies, dat in opdracht van onze Oranjestadhouder in 1772 te Meissen werd vervaardigd. Elk bord is gedecoreerd met een Nederlands of Indisch dorpsgezicht. Tussen al het porselein uit vele plaatsen en tijden nemen de Chinese rode, steengoed theepotjes in de 'Museumkamer' een bescheiden plaats in. Neem even de tijd om ze goed te bekijken want het gaat om zeldzame stukken 17e en 18e eeuws Yixing steengoed. In de aangrenzende 'Blauwe logeerkamer' bevindt zich nog mooi 19e eeuws papierbehang met blauwe motieven, dezelfde als op de gordijnen, hemelbed en kamerscherm. De barones vertelt: 'Ik zei altijd tegen de gasten: als je niet kunt slapen ga je maar vogeltjes tellen.' Er zijn op de wanden inderdaad tientallen vogels te vinden, verscholen tussen het geschilderde riet. Wie speciaal voor het porselein naar Duivenvoorde komt, kan in de 'Oosterlandse kamer' genieten van een mooi gedekte tafel met Loosdrechts M.O.L. servies, geslepen glaswerk en 18e eeuws zilveren bestek. In de 18e eeuwse wandbetimmering komt het Japans en Chinees porselein mooi uit.

Ook in de 'Grote eetzaal' treffen we, behalve voorname familieportretten door o.a. P. Moreelse en P. Nason, de rest van het Loosdrechts servies aan in een rozenhouten porseleinkast. De laatste zaal van de rondleiding is de imposante 'Marotzaal', die momenteel alle aandacht opeist van barones Schimmelpenninck van der Oye. In de maanden juli en augustus zal deze zaal gesloten zijn voor het publiek omdat het stucwerk plafond en de reeks levensgrote familieportretten aan schoonmaak en restauratie toe zijn. 'Wat hiermee moet gebeuren weten we nog niet,' zucht de barones bezorgd naar de slijtage in het enorme Deventer tapijt kijkend. ''t Moet in elk geval niet erger worden, anders is het onherstelbaar. Als het stichtingsbestuur maar fondsen kan vinden voor de restauratie.'
Inmiddels zet de party - service stoelen en tafels in de Marotzaal om die avond een honderdtal gasten te kunnen ontvangen. Kasteel Duivenvoorde bewijst dat er veelzijdig gedacht moet worden, om ons cultuurgoed voor iedereen te behouden.

Copyright Thera Coppens

Verschenen in: Vitrine

Kasteel Duivenvoorde ligt aan de provinciale weg van Voorschoten naar Leidschendam. Vanaf de stations Leiden en Den Haag CS bereikbaar met de bus.
Het kasteel is van 1 mei t/m 30 september geopend van dinsdag t/m zaterdag. De rondleidingen beginnen om exact 14.00 en 15.30 uur.

E OmslagSuzanneTHERA COPPENS

* SilvesSophie. Macht. Kultur - Regentin im Nachklassischen Weimar * Zeestreken *

 Tromplaan 7A 3742 AA Baarn E. This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Save

Go to top